Agri & Food

Page 1

DIT

DOSSIER

WORDT

GEPUBLICEERD

ONZE VOEDING UITGESPIT

DOOR

SMART

MEDIA

FEBRUARI 2015

EN

VA LT

NIET

ONDER

DE

Dirk Decoster ‘Paradox aanpakken met kwaliteit en eerlijke prijzen’

VERANTWOORDELIJKHEID

Duurzaamheid Boeren van eeuwigheid tot amen

VA N

DE

REDACTIE

VA N

KNACK

Willy Borsus Aandacht nodig voor jonge landbouwer

Vers

Van de grond tot op het bord

Innovatie

Tomaat verwarmt, energiereus verarmt

NATHALIE HELLINCKX

‘Dit bedrijf hebben mijn ouders opgebouwd: het zou toch jammer zijn, mocht dit verdwijnen’

draai & maai memoryspel Kom meer te weten over het

MINIGRAN® wonderkorreltje op

www.minigran.com

het wonderkorreltje adv_Knack_minigran_2015.indd 1

en maak kans op één van de vele robotmaaiers* (t.w.v. € 1599). *actie geldig van 1/03/2015 tot 31/05/2015

9/02/15 10:03


2 Editorial Dirk Decoster Veel leesplezier Shari Wens Project Manager

‘Voedingsparadox aanpakken met kwaliteit en eerlijke prijzen’ 2014 was een woelig jaar voor de Belgische agro-voedingssector, niet in het minst door het Russische importverbod. Ondanks een stijgende omzet, vooral door export naar groeilanden zoals China, staan de marges onder druk.

“M

et een omzet van 48,2 miljard euro kroonde de voedingsindustrie zich de voorbije jaren tot de leidende sector in het Belgische industriële landschap. Dat heeft de sector vooral te danken aan een stijgende export, onder meer naar groeilanden als China waarnaar de uitvoer de afgelopen 10 jaar verviervoudigde. Geheel in lijn met het profiel van de Belgische agro-voedingsindustrie vindt een heel gevarieerd gamma aan Belgische voedingsproducten de weg naar buitenlandse markten; zowel de traditionele sterkhouders bier, chocolade en aardappelen als bijvoorbeeld diepvriesgroenten, vlees en zuivel. Als uitzondering op de regel behoudt de voedingssector bovendien een stabiele

werkgelegenheid. Dagelijks zoekt de sector niet minder dan 36 nieuwe medewerkers. Enkel goed nieuws dus? Helaas is het tegendeel waar. De voorbije jaren zagen zowel de boeren als de verwerkende industrie hun marges dalen. Het wegvallen van naar schatting 200 miljoen aan export door het Russische importverbod was en is een bijzonder zware klap voor de sector. Maar wellicht nog belangrijker zijn de indirecte gevolgen: producten die Rusland niet meer binnen mogen overspoelen de markt en leiden tot massale prijsdalingen, waardoor het water onze boeren aan de lippen staat. Daarbovenop komt de stijgende prijsdruk op voedingsproducten. We zien de voorbij jaren een eigenaardige paradox op dat vlak. De consument wordt steeds mondiger en kritischer. De kwaliteitseisen en de vraag naar transparantie worden steeds hoger, wat we uiteraard toejuichen. Het is immers op die domeinen dat Belgische producenten het verschil kunnen maken. Alleen hangt er ook een prijskaartje aan vast en net daar wringt het schoentje: in de winkel heerst bovenal de wet van

de laagste prijs. Hard discounters en buitenlandse winkelketens drukken de prijzen tot niveaus die de gehele agro-voedingsketen onder druk zetten: de boer, de voedingsindustrie en de retailers zelf. En het is maar zeer de vraag of die lage prijs ook de consument ten goede komt, want lagere marges zijn immers geen recept voor meer innovatie en meer kwaliteit.

COLOFON

De fundamentele vraag is en blijft: kent de consument de waarde van voeding nog wel?

Hoe pakken we deze voedingsparadox dan best aan? De agro-voedingsketen zelf beseft alvast dat een race to the bottom alleen maar verliezers oplevert. Net daarom zetten de verschillende schakels van de keten in op een gestructureerd ketenoverleg waar boeren, voedingsbedrijven en retailers samen oplossingen zoeken. Een heel concreet initiatief is de code voor eerlijke handelspraktijken.

Project Manager: Shari Wens shari.wens@smartmediapublishing.com Productieleider: Ellen D’hondt Hoofdredactie: Jerry Huinder, redactie@smartmediapublishing.com Tekst: Rafael Porto Carrero, Senne Starckx Coverbeeld: © VTM Vormgeving: Baïdy Ly Drukkerij: Corelio Smart Media Publishing Belgium BVBA Leysstraat 27, 2000 Antwerpen, Tel +32 3 289 19 40, ellen.dhondt@smartmediapublishing.com www.smartmediapublishing.com

DIT IS SMART MEDIA Smart Media is een topspeler op het gebied van content marketing en native advertising.

Maar de fundamentele vraag is en blijft: kent de consument de waarde van voeding nog wel? Een echte oplossing zal er pas komen wanneer de kwaliteit van Belgische voeding ook in de winkel wordt beloond met een eerlijke prijs. Bij deze doe ik dan ook een warme oproep: kies bewust, kies voor kwaliteit tegen een eerlijke prijs.” ■

Dirk Decoster, Ere-voorzitter FEVIA, Federatie van de voedingsindustrie

04

09

Onze campagnes worden zowel digitaal als in belanghebbende kranten verspreid. Onze basisgedachte is een sterke focus op het onderwerp. Door creatieve media oplossingen helpen we u uw merk versterken en creëren we waarde voor uw doelgroep. Door kwalitatief hoge content zorgen wij ervoor dat uw klanten, onze lezer, actie ondernemen.

LEES MEER OVER... 04 Tomaat verwarmt, energiereus verarmt

09 Van de grond tot op het bord

06 Profielinterview: Nathalie Hellinckx

10 Aandacht nodig voor jonge landbouwer

08 Boeren van eeuwigheid tot amen

10

ADVERTORIAL

Vredeseilanden: “Supermarkten kunnen verschil maken voor boeren” De landbouwsector staat overal onder druk. Vredeseilanden vraagt daarom aan supermarkten en de voedingssector om hun aankoopbeleid nog beter op boeren af te stemmen. Boer Jan heeft enkele jaren terug besloten om niet meer samen te werken met supermarkten of de voedingsindustrie. “De contracten zijn zo opgesteld dat de supermarktketen mag weigeren, terwijl de boer wel moeten leveren”, zucht Jan. De Vlaming Jan heet in Honduras Juan. Hij piekert vaak over hoeveel hij voor zijn groenten krijgt. “Soms eten we alleen bonen en tortilla’s”, getuigt Juan. “De problemen in het Zuiden en België zijn vergelijkbaar. Jan en Juan voelen dezelfde prijsdruk”, zeggen Saartje Boutsen en Gert Engelen van Vredeseilanden en auteurs van #SavetheFoodture, een boek over de duurzaamheidsambities bij Belgische supermarkten en de voedingsindustrie, en hun relatie met landbouwers. Landbouwers zijn vandaag de zwakste schakel in de keten. “Supermarkten en voedingsbedrijven werken wel aan betere relaties met landbouwers, maar de impact daarvan is nog beperkt.”, vervolgen de experten. Overal ter wereld moeten boeren vechten voor hun inkomen, en overal zien we een uitstroom uit het beroep. In Vlaanderen jaarlijks zo’n vier procent. Vredeseilanden is actief in 13 landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika en ondersteunt meer dan 100 organisaties wereldwijd. De NGO wil ervoor zorgen dat boerenfamilies een goed inkomen verdienen en zoekt met hun organisaties en bedrijven naar het gat in de markt. Het boek #SavetheFoodture is verkrijgbaar bij info@vredeseilanden.be.

“Supermarkten en voedingsbedrijven werken wel aan betere relaties met landbouwers, maar de impact daarvan is nog beperkt.“ Saartje Boutsen

Met steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking


ADVERTORIAL

Bouw mee aan dromen van ondernemende boeren Trias biedt je de kans om wereldwijd dromen waar te maken van ondernemende boeren. Je wordt meegezogen in de dynamiek van ondernemers­ verenigingen in Azië, Latijns­Amerika of Afrika. Een voorbeeld is Belgapom, dat samen met Trias al enkele jaren werkt aan een betere bewaring van aardappelen in het Andesgebergte. Op maat van jouw budget en profiel gaan we voor jou graag op zoek naar een unieke ondernemerservaring, die blijk geeft van jouw maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Stap 1

Bel voor een kennismaking naar Françoise Dejaeger, gsm 0478 24 05 84.

©©ISABEL CORTHIER

Boerenorganisaties strijden tegen armoede 2015 is het jaar van de Ontwikkeling. Niet dat we de boeren in ontwikkelings­ landen moeten pamperen, verre van zelfs. Het volstaat om hun krachten te bundelen in sterke organisaties, die ze zelf runnen. Neem bijvoorbeeld het verhaal van Olivia Mugisa (39), een Oegandese boerin. Als kind is Olivia voorbestemd voor de landbouwstiel, zoals dat geldt voor de meeste kinderen in het westen van Oeganda. De landbouwbedrijven zijn er kleiner dan twee hectare. De meeste boeren verdienen minder dan tien euro per maand en meer dan de helft van de vrouwen is analfabeet.

Winstgevende bezigheid Olivia heeft geluk: haar ouders kunnen het zich ver­ oorloven om hun dochter naar school te sturen. Het meisje maakt haar kinderdroom waar en schopt het tot juf in het dorpsschooltje van Rwenjojo. Om drie keer per dag eten op tafel te krijgen voor haar gezin met zes kinderen, teelt Olivia in bijberoep maïs. Na elke oogst investeert ze een deel van de winst in extra grond.

Stap 3

Samen bespreken we jouw unieke ondernemerservaring.

‘Meerwaarde van Trias is onbetwistbaar’ Trias steunt meer dan twee miljoen familiale boe­ ren en kleine ondernemers. Dat gebeurt vanuit tien kantoren, verspreid over vier continenten. Oeganda is één van de vijftien landen waar Trias actief is. In de Oegandese interventiezones van Trias is de opbrengst van de maïstelers de voor­ bije vijf jaar verdriedubbeld tot 4,5 ton per hectare. Ruim de helft van de getrainde boerengroepen maakt kosten­batenanalyses en businessplannen voor de gezamenlijke verkoop van landbouw­ producten.

1600 boerengroepen Olivia volgt opleidingen bij Madfa, en van de opgedane kennis profiteert haar hele boerinnengroep. Een voor­ beeld? Net als Olivia heeft vandaag bijna iedereen in Rwenjojo een eigen opslagplaats voor maïs in de kolf. Daardoor kunnen de kansarme boerengezinnen hun oogst verkopen aan betere prijzen.

Als ondernemende boerin wordt Olivia verkozen tot voorzitster van de lokale boerinnengroep, die 25 leden telt. Na een tijdje sluit die groep zich aan bij de nati­ onale boerenorganisatie Madfa. Dat is een belangrijk keerpunt voor de economische ontwikkeling van Rwenjojo. De voorbije vijf jaar heeft Trias immers 430.000 euro geïnvesteerd in Madfa. Het ledenaantal is intussen verdubbeld tot 7.500 boeren. Ze krijgen toegang tot betaalbare leningen en professionele trainingen. Zo kunnen de boeren hun productie verhogen, hun

‘Toverformules bestaan niet in de ontwikkelingssamen­ werking. Maar ik ben er wel rotsvast van overtuigd dat de versterking van ondernemersverenigingen de sterkste hefboom is voor economische ontwikkeling’, besluit Allertz.

(algemeen secretaris van Belgapom)

Wij bezorgen je enkele projectvoorstellen, op jouw maat.

naoogstverliezen beperken en hun oogst gezamenlijk verkopen. Ze leren ook hoe ze met één stem moeten spreken, zodat de Oegandese overheid rekening houdt met de specifieke pijnpunten op het platteland.

‘De voorbije jaren hebben we met 1.600 boerengroe­ pen vijf stappen doorlopen’, preciseert Paul Allertz, de directeur van Trias in Oeganda. Eerst maakt Trias de boeren ervan bewust dat landbouw een winstgevende bezigheid kan zijn. Daarna laten we hen de markt ver­ kennen en leggen ze proefvelden aan. Zo ontdekken de boeren zelf welke productieketen in hun regio het meest rendabel is. Tot slot leren de boeren op een efficiënte manier samenwerken.

Romain Cools

Stap 2

‘Ik heb in Oeganda met eigen ogen gezien dat de versterking van landbouworganisaties zoals Madfa een duurzame en krachtige hefboom is. Trias maakt er dromen waar van tienduizenden mensen die anders waarschijnlijk ten prooi vallen aan een mensonwaardig bestaan’, zegt landbouw­ journalist Jacques Van Outryve.

‘De aardappel kan het welzijn en de welvaart in een gemeenschap doen toenemen. Daarom heeft Belgapom, de federatie van de Belgische aardappelhandelaars en -verwerkers, zijn schouders gezet onder de versterking van Conpapa. Samen met Trias helpen we de Ecuadoraanse telers bij de teelt, bewaring en verkoop van hun aardappelen.’


4 Verdieping Innovatie

Asociale hommels In de tomatenteelt werkt men niet met bijen maar met hommels voor de bestuiving van de planten. Die communiceren minder. Hommels zijn al 25 jaar in gebruik, maar toch spreekt dit nog tot de verbeelding. Spijtig genoeg zijn tomatenbloemen als een café zonder bier. Ze bevatten amper nectar. Een honingbij merkt zoiets direct. Als er ééntje buitengeraakt en een zoetere bloem vindt, gaat ze dat direct aan de rest van de korf vertellen. Een hommel laat de rest in zijn wijsheid. De hommelnesten worden bovendien van ‘suikerwater’ voorzien en vliegen daarom toch op de bloemen in de serre.

184 miljoen De Belgische groente- en fruitveilingen hebben voor de versmarkt, verenigd in het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT), een marktaandeel van ongeveer 85 procent. De voorbije twee jaar tekenden tomaten alleen al voor een omzet van 184 miljoen euro. Dat is ongeveer 260.000 ton. Daarmee zijn tomaten in volume het Belgische tuinbouwproduct nummer één. We bespreken hier de zuivere omzet van het product zonder verpakking en dergelijke. Ongeveer 65 procent van de Belgische groente- en fruitoogst is voor export bestemd. Dit betekent dat we ongeveer 800.000 ton verse groenten ter waarde van 700 miljoen euro in 2013 aan het buitenland verkochten. Daartegenover voerden we verse groenten in voor 776 miljoen euro. In absolute cijfers betekent dit een licht negatieve handelsbalans voor onze groente. Voor fruit oogt de handelsbalans van 2013 wel positief met een overschot van 92 miljoen euro. Bron: LAVA

Waar kan een tomatenkweker marge verruimen? Enkel op energievlak Maarten De Moor

Tomaat verwarmd, energiereus verarmt We consumeren dagelijks tomaten. Maar staat u er ooit bij stil hoe ze gekweekt worden? En: wist u dat u misschien met de elektriciteit van de tomatenteler voor uw laptop zit? “We voorzien in onze eigen verwarming en verkopen 97 procent van de opgewekte stroom aan het net.” TEKST RAFAEL PORTO CARRERO

Zeven uur ’s morgens. De wekker gaat af. Tijd om op te staan. Een kwartiertje later zet u wat koffie en perst u wat verse sinaasappels. Dat is uw dagelijkse routine. Tegelijk bereidt u snel een slaatje met tomaten voor de middaglunch. Weet u veel dat uw kleine vleestomaat misschien uw koffie heeft gezet? Althans: dat de groente indirect voor de stroom van uw Nespressomachine heeft gezorgd? Boechout midden januari 2015. IJzig nat weer verpest een aangename autorit doorheen de Vlaamse velden. Eens aangekomen bij het 47.000m² grote tomatenbedrijf A&D Naenen begroet eigenaar Danny Naenen hartelijk in t-shirt met korte mouwen. Gek? Nee. Al gauw blijken handschoenen en pullover volledig overbodig. In de serre van het familiebedrijf heerst namelijk een aangenaam lenteweertje van 23-24 graden dag en 17 nacht. Waarom? Simpel. Dit is de ideale temperatuur om tomaten te kweken. En de kunst bestaat erin deze temperatuur constant te houden. Hoe ze dit doen? Dit kan op verschillende manieren, maar vaak maken tuinders gebruik van een warmtekrachtkoppeling (WKK). Dat is een systeem waarbij aardgas een thermische centrale bedient en zo tegelijk warmte en elektriciteit opwekt. “We voorzien zo in onze eigen verwarming”, verklaart Naenen. Dit zou ongeveer een derde aan aardgas meer besparen dan wanneer de warmte en elektriciteit afzonderlijk zouden

verwekt worden. De tuinbouwer vervolgt: “We hebben twee installaties. De grootste draait het vaakste en produceert 2,7 megawatt (MW). De kleinere (1,4 MW) vult aan bij erg koud

Ikzelf produceer ongeveer driemaal meer dan wat Boechout gemiddeld verbruikt Danny Naenen

weer of doet het alleen in de zomer en tijdens weekenden.” Een WKK komt overeen met een kost van 800.000 tot één miljoen euro per megawatt opgesteld vermogen, volgens experts. Maar vanwaar toch het idee om een dergelijke constructie in eigen beheer te nemen? Gestegen energieprijzen en het Vlaamse landen tuinbouwbeleid lieten de voorbije jaren vele tomatentelers deze stap zetten. “Aan de nettoverkoopprijs van tomaten is relatief weinig veranderd de laatste jaren”, legt Maarten De Moor van LAVA, de overkoepelende organisatie van de Belgische fruit- en groenteveilingen, uit. “Waar kan men de marge dan nog verruimen? Dit gaat

enkel op energievlak. Dit is misschien wel de belangrijkste kost in het plaatje van het tomatenbedrijf.” Danny Naenen bevestigt dit. “De mensen denken dat we onze eigen stroom maken. Dat klopt, maar we verbruiken maar drie procent. 97 procent verkopen we op het net.” Een beetje zoals men beursaandelen online kan volgen, beschikt Naenen over allerlei software om de elektriciteitsdagprijzen in het oog te houden. “Ikzelf produceer ongeveer driemaal meer dan wat Boechout gemiddeld verbruikt.” Dat is toch een gemeente met 12.000 inwoners. De verkoop van warmtekrachtcertificaten helpt mee om de enorme investering terug te betalen. En gezien de populariteit van dergelijke technieken zijn de Vlaamse tuinbouwers een kleine concurrent van een energiereus als Electrabel geworden. Wie had dat ooit gedacht? Naast de constante warmte levert de WKK nog een enorm voordeel voor de tomatenteler op. Koolstofdioxide (CO2) is belangrijk voor de fotosynthese van de planten. “In een serre is de lucht armer aan CO2 dan buiten omdat de planten CO2 opnemen”, verduidelijkt de tomatenteler. “Daarom doseren we extra CO2.” CO2 hoort dus rechtstreeks bij de energievoorziening door WKK, want het komt via een katalysator uit de uitlaat van de motor, verdeeld langs een ondergronds kanalenstelsel. Dit zou voor 10 tot 20 procent extra vruchtgewas verantwoordelijk zijn.

Naast warmte, water en CO2 is licht het laatste belangrijke element om een gezonde plantengroei te garanderen. “Eén procent extra licht is ongeveer één procent extra productie”, weet Naenen. Dit heeft tot steeds smallere glaskaders en goten geleid en de beglazing altijd groter gemaakt. “Ik denk dat we daar langzaam het maximum bereikt hebben.” Volgende stap? De glastechnologie zelf verbeteren. En dus maakt men nu het glas diffuser. De zonnestralen vallen nu niet meer rechtstreeks op de tomaten, maar worden verdeeld. “Je hebt geen schaduw meer. Wel weerkaatst dit speciale glas te veel stralen. Daarom is er een extra coating opgelegd.” Wie 50 jaren geleden had durven stellen dat tomaten kweken ooit zo’n hoogtechnologische onderneming zou worden, zou voor zot zijn verklaard. Vader Alfons Naenen startte in 1965 op dezelfde locatie met 3.000 m². De totale oppervlakte is inmiddels meer dan vervijftienvoudigd. Zo ligt het bedrijf in de markttrend naar voortdurende schaalvergroting om de prijzendruk te baas te kunnen. Maar dit verklaart slechts gedeeltelijk het succes. Een tuinder moet voortdurend innoveren om concurrentieel te blijven. Zo kon je vroeger ’s winters bij gebrek aan licht amper tomaten kweken. Nu is dat euvel – en belangrijk concurrentienadeel op Zuid-Europa – gedeeltelijk verholpen. De toekomst: blijven innoveren om de concurrentie voor te blijven.


ADVERTORIAL

Fytolab : betrouwbaarheid in residu-analyses Met de globaliserende voedingsstromen neemt ook de behoeſte aan betrouwbare analyses van schadelijke stoffen toe. Fytolab, een onafhankelijk privaat laboratorium uit Gent, kende sinds haar oprichting in 2001 een sterke groei. Nu wil het ook internationaal doorbreken. “Betrouwbaarheid en een adequate klantenservice behoren tot onze kernwaarden. Daarmee willen we wereldwijd scoren.”

G

roenten en fruit, granen, biovoeding, babyvoeding en zelfs sierbloemen en -planten worden voortdurend gecontroleerd op de aanwezigheid van schadelijke stoffen zoals pesticiden of toxische schimmels. Die controle vindt plaats in elk stadium van de productieketen. De verschillende actoren in de keten nemen vaak zelf stalen, maar het analysewerk laten ze meestal over aan een gespecialiseerd en onafhankelijk laboratorium. Aan Fytolab bijvoorbeeld, een spin-off van de Universiteit Gent die zich in 2001 ontpopte tot een onafhankelijk bedrijf. Bij Fytolab

Wie zijn jullie klanten? “Dat kunnen alle actoren in de voedselketen zijn die zich tussen de individuele teler en de consument bevinden: verenigingen van telers, veilingen, voedselverwerkende bedrijven, retailers, supermarkten en controleorganismen. Al die actoren zijn door het FAVV (het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, red.) gebonden aan een strikte vorm van zelfcontrole. Het FAVV waakt er vervolgens over dat die zelfcontrole volgens het boekje verloopt.”

kennis

snelheid

analyse ondersteuning

in Gent werken momenteel 65 mensen en er werden in 2014 50.000 voedingsstalen onderzocht. Nu het haar positie in België heeft geconsolideerd, wil Fytolab verder de internationale markt veroveren. “Door de globaliserende voedingsstromen en het toenemend aantal internationale klanten moeten we onze aanwezigheid in het buitenland versterken”, aldus Carine De Clercq, CEO van Fytolab.

“Die zelfcontrole houdt in dat de actoren stalen nemen van hun producten zodat wij er de aanwezige residuen van pesticiden en andere schadelijke stoffen in kunnen opsporen. Maar ze doen het niet alleen om aan de wetgeving te voldoen. De rapportering die ze na de door ons uitgevoerde analyse ontvangen, dient evengoed om hun eigen klanten te overtuigen van de veiligheid en kwaliteit

www.fytolab.com

van hun koopwaar. Die commerciële insteek mag je niet onderschatten.” Hoe ziet zo’n analyserapport van jullie eruit? “Neem bijvoorbeeld een tomaat. Daarop laten we een standaardpakket analyses los voor in totaal vijfhonderd pesticiden. Ons rapport vermeldt voor elke aangetroffen molecule de identiteit van het pesticide, en de concentratie waarin we het hebben aangetroffen. Daarnaast zetten we er ook telkens naast hoeveel er van de stof in kwestie wettelijk is toegelaten. Zo ziet de klant direct of een concentratie onder de wettelijke limieten ligt, of niet.” Hoe nauwkeurig zijn jullie analyses? “De analysetechnieken zijn er de voorbije tien jaar sterk op vooruit gegaan. Onze ondergrens ligt momenteel bij 0,01 parts per million (ppm). Dat komt overeen met het identificeren van 10 Chinezen in de volledige Chinese bevolking.” Verschilt de wetgeving voor groenten en fruit nog sterk tussen landen? “Sinds 2008 is de wetgeving in de lidstaten van de EU geharmoniseerd. Dat was een enorme sprong voorwaarts. Want als er vroeger in de haven van Rotterdam een lading bananen werd ontscheept die vervolgens naar België kwam om vanaf hier verder te worden verdeeld, was het heel moeilijk uit te maken welke limieten voor schadelijke stoffen dan van toepassingen waren. Nu doet het probleem van verschillende wetgeving zich alleen nog voor bij import van producten uit verre landen, zoals tropisch fruit of rijst. De wetgeving in Europa is de strengste in de wereld, en dat strookt niet altijd met de praktijk van producenten buiten Europa.”

wordt

“Maar er bestaan ook binnen Europa nog verschillende concentratielimieten, al zijn ze dan niet het gevolg van een andere wetgeving. Supermarkten in Duitsland passen bijvoorbeeld strengere limieten toe dan eigenlijk nodig is. Belgische bedrijven die exporteren naar Duitsland moeten daar dus rekening mee houden. Wij hebben een team dat dit soort situaties mee opvolgt, en we informeren onze klanten tijdig zodat ze niet voor verrassingen komen te staan.” België lijkt stilaan te klein voor jullie. Hoe zit het met jullie internationale ambities? “Sinds begin dit jaar hebben we de structuur van holding aangenomen. Dit maakt het gemakkelijker voor ons om onze buitenlandse filialen te beheren. We hebben nu al een apart, volkomen zelfstandig labo in Bulgarije en Colombia. Eigenlijk gaat het hier om kopieën van ons labo in België – maar dan op kleinere schaal. Op termijn willen we van Bulgarije en Colombia hubs maken voor onze activiteiten in respectievelijk Centraal-Europa en Midden-Amerika.” Tot slot: jullie zouden binnenkort van naam veranderen… “Dat klopt. Fytolab (vrij vertaald: ‘plantenlaboratorium’, red.) blijkt als bedrijfsnaam niet registreerbaar in Europa, omdat er in Duitsland al een firma bestaat met een gelijkaardige naam. We hebben daarom gekozen voor Primoris, dat ‘de beste zijn’ wil zeggen in het Latijn. Die naam geeft ook mooi onze ambities weer.”


6 Profielinterview Nathalie Hellinckx

‘Bij ons kopen ze groenten die recht van het veld komen’ Ja, er zijn nog jongeren die met volle goesting in de boerenstiel stappen. Nathalie Hellinckx draait al jaren mee in de groenteboerderij van haar ouders. En ze heeft haar eigen ideeën voor de toekomst. “Ik geloof sterk in de directe band tussen boer en consument, zonder tussenpersonen.” TEKST SENNE STARCKX

BEELD © VTM

V

laanderen leerde Nathalie Hellinckx (23) uit Merchem eind vorig jaar kennen via het VTM-programma Boer zkt Vrouw. Maar dat zij als boerin zou schitteren in het programma, was niet altijd evident. Op haar zestiende begon Hellinckx te twijfelen of ze, net zoals haar oudere zus, wel aan de slag wilde gaan in de groenteboerderij van haar ouders. Hoe dan ook wilde ze eerst de andere kant gezien hebben. En dus begon ze aan een opleiding tot schoonheidspecialiste, deed ze verschillende vakantiejobs waarbij ze voor een baas moest werken en stond ze zelfs nog een jaartje voor de klas. Na een tijdje voelde Hellinckx echter dat de band met haar ouders en haar zus stilaan begon te verwateren, omdat zij de enige was die buitenshuis ging werken. Ze kreeg al snel door dat haar plaats thuis was. Op de boerderij. En ik die dacht dat boeren in Vlaanderen met uitsterven bedreigd waren. “Ik denk dat boeren die van helemaal niets willen beginnen, inderdaad niet meer bestaan. Want er komt heel wat bij kijken. Je moet genoeg akkergrond bezitten (minstens 10 hectare), je hebt een grote opslagplaats nodig, een werkruimte, machines en tractoren. Voor mij lag het voor de hand dat ik in het bedrijf van m’n ouders kon stappen. Dit bedrijf hebben mijn ouders opgebouwd. Het zou toch jammer zijn, mocht dit verdwijnen. Alles is ook

aanwezig om het met succes verder te zetten. Ok, de prijzen kunnen weleens tegenvallen, maar als groentetelers mogen wij niet klagen.” Vind je genoeg afwisseling in je werk? “Ja, en dat is grotendeels dankzij onze boerderijwinkel. Die wordt momenteel gerund door m’n zus, maar het is de bedoeling is dat ik haar op termijn vaker ga helpen. Daarnaast werk ik nog twee dagen in de week als schoonheidsspecialiste. Ik heb een eigen salon

Als groentetelers mogen wij niet klagen hier in Merchtem. Die combinatie van verschillende werktaken is plezant. Maar als ik ooit moet kiezen, wordt het toch de boerenstiel.” Welke groenten hebben jullie zoal? “Momenteel zitten we volop in de winterteelt. Dat zijn dan vooral keukenrapen. In de zomer telen we lente-ui, witte selder, graan, aardappelen en een beetje peterselie en wortels. Mijn vader wisselt geregeld van teelt op de verschillende percelen die we bewerken. Zo houden we de grond vruchtbaar, waardoor we minder kunstmest moeten gebruiken. We wisselen zelfs

percelen met andere boeren uit zodat zij iets op onze grond planten en wij iets op hun grond.” Hoe ziet een doordeweekse dag eruit? “Normaal gezien beginnen we hier ’s morgens rond 8 uur te werken. In de zomer kan het al eens gebeuren dat we zeer vroeg beginnen, zodat we niet in de hete middagtemperaturen moeten werken. En in de winter kan het zijn dat je heel vroeg moet opstaan om de groenten buiten af te dekken, bijvoorbeeld als er een sneeuwbui nadert. Eigenlijk maken we ons tijdens de voormiddag klaar voor wat de namiddag allemaal brengt. Om twee uur belt de groenteveiling in Mechelen om ons te vertellen wat ze die dag van ons wilt afnemen. Daarna komt het erop aan alles van het veld te halen en op te binden in botjes en bussels. We laden alles op paletten en die brengen we ’s avonds om tien uur naar de veiling, waar alles wordt gekeurd. Dan duurt het nog 2 à 3 dagen vooraleer alles in de supermarkt ligt.” Dus voor dagverse groenten moeten de mensen naar jullie boerderij komen? “Ik geloof sterk in de toekomst van de boerderijwinkel. Op termijn willen we hem dan ook uitbreiden en de tuinbouw een beetje afbouwen. Ik denk dat mensen terug meer bij de boer willen gaan kopen, want dan zijn ze er zeker van dat ze verse

BEEUWSAERT-CONSTRUCT.BE

‘Alles moet in een groot logboek worden bijgehouden: mijn vad


7 3 vragen aan

Ik denk dat boeren die van helemaal niets willen beginnen, inderdaad niet meer bestaan producten hebben. Bij ons kopen ze groenten die dezelfde dag nog van het veld zijn gehaald.” Is jullie aanbod groot genoeg? “Bij bevriende boeren uit de streek kopen we prei, wortelen, andijvie, groene selder en veldsla om ons assortiment aan te vullen. We kopen zelfs fruit in bij de groothandel. Sedert kort stelt mijn zus ook wekelijks pakketten met groenten en fruit samen. Zo’n pakket kun je een week in de koelkast bewaren en zo heb je genoeg groeten en fruit voor een week. Eigenlijk nemen wij zo een beetje keuzestress weg, want we bepalen wat er bij onze klanten op tafel komt die week.”

der wordt er stilaan gek van’

Hoe zit het met het papierwerk? Ik vermoed dat je als boer met een berg regelgeving te maken krijgt. “Er komt ontzettend veel papierwerk bij kijken, ja. Telkens wanneer je een stukje akker beplant, moet je dit aangeven. Je moet vermelden van welke kweker de plantjes komen, wanneer je ze hebt geplant, met welke chemicaliën je ze hebt besproeid, hoe groot die concentratie was,… Alles moet in een groot logboek worden bijgehouden. Mijn vader wordt er stilaan gek van. En je ontsnapt er niet aan, want alles wordt ook nog eens extreem gecontroleerd. Ik begrijp wel dat oudere boeren, die minder goed met de computer overweg kunnen, afhaken als ze zien hoeveel papierwerk er tegenwoordig bij komt kijken.”

In Boer zkt Vrouw vond je de liefde bij de 19-jarige Geoffrey De Raedt, met wie je deze zomer in het huwelijksbootje zal stappen. Weet hij inmiddels wat hij kan verwachten? “Geoffrey begrijpt heel goed dat ik niet elke dag om zes uur gedaan heb met werken. Maar ik vind het vooral leuk dat ook hij de microbe heeft te pakken. Hij werkt zelf bij een tuinbedrijf, maar wil op een braakliggend perceel hier in de buurt ook groenten gaan telen.” Hebben jullie wel tijd voor een huwelijksreis? “Als we getrouwd zijn, gaan we er een weekje tussenuit. Je moet weten dat ik achttien was toen ik voor het eerst op reis ging. Als boer zit dat er gewoon niet in, want er is altijd wel werk te doen. Maar ik hoef ook niet per se op citytrip te gaan of een weekendje naar de Ardennen. Ik kan enorm genieten van gewoon eens op restaurant te gaan, of samen met mijn zus naar de kapper.”

Smart Facts Als Nathalie Hellinckx geen boerin was geworden, dan was zij? “Schoonheidsspecialiste. Het nadeel van het boerenleven is dat je er iedere dag, in weer en wind, moet staan. Soms doet het wel eens deugd als ik lekker warm in mijn schoonheidssalon kan werken.”

Marijke Jordens, voorzitter van de Groene Kring, een vereniging van jonge landen tuinbouwers ■ Hoe ondersteunen jullie jonge boeren in Vlaanderen? “Zowel toekomstige bedrijfsleiders als jongeren die pas een land- of tuinbouwbedrijf overnamen, kunnen bij ons terecht voor opleiding en belangenverdediging.” ■ Welke maatregelen zijn er om jonge boeren te stimuleren? “Vanuit Vlaanderen en Europa worden er maatregelen genomen om de generatiewissel te stimuleren. De vergrijzing slaat immers keihard toe en de instroom is zeer laag. De meeste maatregelen zijn gericht op financiële ondersteuning tijdens de eerste jaren na de start. Dit zijn immers de meest kwetsbare jaren omwille van de zware financiële lasten en de beperkte buffer.” ■ Zijn er sectoren waar jonge boeren het extra moeilijk hebben? “Uit cijfers blijkt dat vooral boeren uit de akkerbouw- en de vleesveesector hun activiteiten na hun pensioen voortzetten. Het bestaan van ‘pensioenboeren’ belemmert de instroom in de sector en vertraagt de generatiewissel. Dit leidt indirect tot verhoogde kosten voor jonge boeren, aangezien de noodzakelijke productiefactoren vaak niet vrijgegeven worden, tenzij tegen een hoge kostprijs.”

ADVERTORIAL

Congodorpen: tussenschakel in een economische win-winsituatie Het landbouwverhaal van Congodorpen is een verhaal dat lokaal begint en internationaal uitwaaiert. Met zelfredzaamheid en ontwikkeling als drijfveer, en integrale streekontwikkeling als ultieme doel. Werk, gezondheid en onderwijs: ziedaar de bouwstenen van Congodorpen, een ontwikkelingsorganisatie die actief is in – de naam verraadt het al – Congo, meer bepaald de Evenaarsprovincie en de provincie Bandundu. Het uiteindelijke doel van de vzw wordt kernachtig beschreven op de website: Congodorpen droomt van een platteland in Congo waar de bevolking toegang heeft tot kwalitatieve basisvoorzieningen (werk – school – zorg) en waar de sociaaleconomische dynamiek bijdraagt aan de duurzaamheid van deze voorzieningen. “Met zorg bedoelen we vooral de oprichting van gezondheidscentra, die in onze doelregio’s van wezenlijk belang zijn”, vertelt Rik Raeymaekers, algemeen coördinator van Congodorpen. “School is dan weer gericht op het verspreiden van agrarische en technische knowhow. En met werk focussen we op dé activiteit in de regio: landbouw.” Wat dat laatste betreft, wil Congodorpen twee doelen bereiken: ten eerste verrijking van het voedsel. Aan hoeveelheden ontbreekt het de lokale bevolking immers niet, wel aan variatie. Daarom probeert men het lokale menu te verrijken met bijvoorbeeld sojabonen (voor de eiwitten). “Ten tweede willen we een duurzame landbouweconomie creëren”, gaat Raeymaekers verder, “gebaseerd op de plantageteelt van cacao, koffie en palmolie. Daarbij wil Congodorpen een tussenschakel zijn, tussen enerzijds lokale boeren die de afzet verzekeren, en anderzijds privélandbouwbedrijven die bereid zijn te investeren in Congo en het commerciële luik op zich willen nemen.” De coöperatieven die zo ontstaan houden zoveel mogelijk rekening met het bedreigde regenwoud, onder meer door de gebruikelijke maar voor het milieu zo nefaste en contraproductieve brandcultuur niet toe te passen. ©Jasmine Debels

Congodorpen profileert zich dus als ondersteunende, vormende en begeleidende partner – een schakel die op basis van lokale aanwezigheid samenwerking op grotere schaal genereert. “Wij schrikken er niet voor terug om ons als economische speler te profileren”, besluit Raeymaekers. “Wel integendeel: zonder dat landbouweconomische verhaal geen welzijn in de regio, laat staan welvaart.”

Congodorpen vzw Geldenaaksebaan 322 bus 2 3001 Heverlee

Tel.: +32 16 20 07 13 Fax: +32 16 20 62 50 IBAN: BE27 7855 4290 6173 www.congodorpen.org


8 Expertpanel Duurzaamheid

Boeren van eeuwigheid tot amen Duurzaamheid wordt overal belangrijker. Maar zijn ecologie, economie en het sociale aspect met elkaar verenigbaar? Visbestanden blijven op peil, dus men kan blijven vissen. Fruittelers worden gemakkelijker in hun dorp aanvaard. Melkboeren krijgen aandacht voor mooiere dingen des levens. “Maar duurzaamheid levert op de korte termijn niets op.” TEKST RAFAEL PORTO CARRERO

FRANCK HOLLANDER

DIANE SCHOONHOVEN

DANY BYLEMANS

Expert visserij WWF

Melkveeconsulent Boerenbond

Algemeen directeur pcfruit en docent KU Leuven

Wat betekent duurzaam ondernemen in uw sector?

“Ecologische duurzaamheid is uiterst belangrijk omdat je daarmee je levensbron beschermt, namelijk vis. En zonder een gezond ecosysteem is het moeilijk om jezelf in te beelden dat je socio-economisch duurzaam onderneemt. De vissers moeten daarom de visstocks op peil houden en visquota respecteren. Vervolgens moeten er selectieve vistechnieken worden gebruikt. We willen onnodige bijvangst vermijden en het milieu zo weinig mogelijk beschadigen. Tenslotte moeten er beheersplannen zijn zodat de visserij op korte- en lange termijn duurzaam kan blijven bestaan.”

“Economisch vertaald heet dit: zonder inkomen blijft de sector niet duren. In ecologische zin gaat het over een efficiënte benutting van hulpbronnen zoals voedingsstoffen en energie. En tenslotte is er nog het sociale aspect. Enerzijds willen we plezier in het werk. We willen dus dat de melkveehouder voldoende tijd heeft om naast zijn bedrijf ook andere activiteiten te doen. Anderzijds speelt ook het imago van de sector een belangrijke rol. Alleen met een goed imago kan een bedrijf de nodige vergunningen krijgen.”

“We hadden al een revolutie van chemische gewasbescherming naar veilige middelen en natuurlijke vijanden. Ook feromoonverwarring draagt haar steentje bij: op basis van signaalstoffen vinden mannelijke motten hun wijfjes. Nu letten we ook meer op de bodem, omdat we het organische stofgehalte willen behouden en onnodig watergebruik willen vermijden. Verder letten we beter op het hergebruik van onze verpakkingen. We hechten ook veel belang aan een zuinig energieverbruik. Voor de sociale aspecten zijn er initiatieven rond opleiding en veiligheid van medewerkers, goed nabuurschap en maatschappelijke engagementen.”

Wat levert het op?

“Het zal de vissers helpen om te blijven vissen en hun brood te verdienen. Het vraagt inspanningen en investeringen, maar er zijn steeds meer voorbeelden van hoe gunstig het is om duurzaam te vissen. En dit zowel voor het ecosysteem als voor de inkomsten en het imago van de vissers zelf. Die kunnen zelfs een stapje verder gaan: het ecolabel Marine Stewardship Council (MSC) is de hoogste standaard voor (ecologisch) duurzaam vissen en neemt criteria als visstocks, vistechniek en beheersplannen in aanmerking. De consument hecht hier meer gewicht aan.”

“Soms levert een duurzame bedrijfsvoering ook financieel voordeel op. Efficiënt gebruik van hulpbronnen betekent dat minder voedingsstoffen moeten worden aangekocht. In veel gevallen levert duurzaamheid voor een melkveehouder echter niet direct iets concreets op, maar is een duurzame bedrijfsvoering een voorwaarde voor de afzet van melk. Daarnaast gaan we ervan uit dat een duurzame sector continuïteit van de sector betekent. Er wordt namelijk geboerd met oog voor de volgende generatie.”

“Financieel levert het op de korte termijn niets op. Integendeel, er zijn vaak bijkomende kosten die niet in het eindproduct kunnen worden doorgerekend. Op langere termijn zijn er zeker wel positieve elementen. Het dorp gaat het fruitteeltbedrijf beter aanvaarden. En plagen breken minder vaak uit door de aanwezigheid van natuurlijke vijanden. En tenslotte zijn er kansen om te leveren aan supermarkten die inzetten op duurzaam geproduceerde producten. De rendabiliteit van het fruitbedrijf staat echter onder druk, zeker bij de huidige Ruslandcrisis. Daarom stoppen bedrijven. Of vindt men niet de nodige opvolgers.

Hoe belangrijk is de ecologische voetafdruk in dit verhaal?

“De ecologische voetafdruk zal dalen. Dit is omdat ze efficiënter te werk gaan. Ze zullen met weinig bijvangst vissen. Dit heeft een lage impact van de vistuigen op het ecosysteem tot gevolg. Maar vooral ook omdat de vangstquota afgetoetst wordt op wetenschappelijk advies. Geen overbevissing betekent een lage voetafdruk. Een bijkomend voordeel is een verminderd brandstofverbruik, omdat de vissers minder ‘zware’ vistechnieken en zuinigere motoren gebruiken. Dat zorgt opnieuw voor een lagere voetafdruk. Nou moeten ze wel niet meer gaan vissen eens ze minder brandstofkosten hebben.”

“De ecologische voetafdruk helpt om producten, landen of bedrijven in hun duurzaamheid te vergelijken. Die verschilt namelijk van bedrijf tot bedrijf. Zo wordt zichtbaar wie of wat duurzamer is. Daar kunnen we de nodige lessen uit trekken. Maar de ecologische voetafdruk vertelt niet hoe men zich kan verbeteren. Vandaar dat dit slechts een hulpmiddel is en kijken we best altijd naar de achterliggende cijfers om iets met het resultaat te doen.“

“De ecologische footprint is de basis van onze duurzaamheidsbenadering. Al van in de jaren ’80 is men met geïntegreerde gewasbescherming bezig. Europa heeft dit van 2014 verplicht gemaakt, maar onze fruitteelt loopt hier al vele jaren op vooruit en lag zelfs mee aan de basis. Het verminderen van het energieverbruik is vooral van belang bij de koeling. Dit is een recenter fenomeen. We gaan meer energie via zonnepanelen op de loodsen opwekken of warmte recupereren bij de koelcellen. Zo verwarmen we dan andere bedrijfsgebouwen of de privéwoning.”


Logistiek Actueel 9 3 vragen aan

Van de grond tot op het bord Van een mooi bord kan je niet eten. Maar van een vers bord kan je wel genieten. Tenminste, als de logistiek haar werk doet. TEKST RAFAEL PORTO CARRERO

Een ongure winternamiddag net voor kerstavond. De werkdag is voorbij, maar je moet nog de nodige waren voor dé familieavond van het jaar aanschaffen. Ga je voor verse vis, of neem je jonge duif als delicatesse? Doen we er bloemkolen of broccoli bij? Je dilemma is de keuze, maar niet de vraag of de voeding vers is. Daar ga je automatisch van uit. Toch is dat niet zo een-twee-drie automatisch. De weg die verschillende middelen afleggen vooraleer ze op je bord landen is lang en gecompliceerd. Maar om te kijken naar de weg die vers voedsel aflegt, moeten we eerst weten wat vers voedsel eigenlijk is. Wat verstaan we daaronder? “Verse voeding betekent voor mij een product in de meest eerlijke zin van het woord”, verduidelijkt groothandelaar Guy Claessens. “Dit betekent dat er geen bewerkingen, geen toegevoegde zaken of manipulaties hebben plaatsgevonden. Versheid zie je, proef je, ruik je.” Voor vers voedsel geldt dus grofweg vandaag geproduceerd, morgen bij de restaurateur of in de winkel. Hoe dat gaat? We onderscheiden in het algemeen vier partijen: producent, distributeur, veiling en (eind)afnemer. Na de productie wordt voeding gesorteerd, gecontroleerd, verpakt en getransporteerd. Gespecialiseerde bedrijven nemen dit werk voor hun rekening. Tal van logistieke dienstverleners bieden ook ompakken, wegen en etiketteren aan. Welkom in de wereld van de Value Added Logistics.

Logistieke spelers die meer diensten aanbieden, werken ook een kortere productieketen in de hand. “De belangrijkste voordelen hiervan zijn versheid en eerlijkheid van een product”, verduidelijkt Claessens. “Het voornaamste gevolg is dikwijls kwaliteit en smaak van het hoogste niveau dat het product kan garanderen. Je merkt het sterk bij vers geplukt fruit

Versheid zie je, proef je, ruik je Guy Claessens

en vers gesneden kropsla.” Maar toch is het niet altijd zo eenvoudig. Volgens de expert concentreren we ons vaak op het verkeerde aspect. “Korte ketens realiseren klinkt zeer leuk, maar is helaas in realiteit niet even evident. Wij zijn verwend. Verpakking, koeling en presentatie is zeer sterk in onze cultuur ingebakken en er wordt teveel naar het uiterlijk gekeken in plaats van naar de oorsprong en smaak.”

Maar gezien het feit dat supermarkten versheid als troef, uithangbord en concurrentiemiddel gebruiken, moeten de distributeurs de ketens wel zo kort mogelijk houden. Want immers: hoe verser het materiaal, hoe hoger de frequentie van aanlevering. “Onze aanvoer is dagvers en we leveren bijna 24 op 24. Daarom streven we maximaal naar twee dagen stock in onze koelingen”, vertelt Claessens uit eigen ervaring. “Dit betekent dat ons bedrijf op 48 uur leeg is als de keten vastloopt.” Om dit alles te begeleiden werd het duurzaamheidskeurmerk Responsibly Fresh door het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT) in het leven geroepen. ‘Alleen producenten en coöperaties die aantoonbaar inspanningen leveren op diverse duurzaamheidsaspecten en –criteria mogen het keurmerk voeren’, verraadt de bijhorende website. De leden moeten aantonen dat ze in hun dagelijkse praktijk aan vier thema’s de nodige aandacht besteden: lage impact, biodiversiteit, nabijheid en voedingsspaarzaamheid. Dit laatste houdt in dat er steeds meer aandacht gaat naar het tegengaan van

verspilling. En lelijke verhalen over EHEC-bacteriën en verwisselingen van rund- en paardenvlees hebben de aandacht voor de traceerbaarheid van voedsel gevoelig verhoogd. Traceerbaarheid is de mogelijkheid om een product in alle stadia van de productie, verwerking en distributie te traceren en te volgen. Dit is een wettelijke verplichting sinds 2004, gebaseerd op een Europese richtlijn, omdat het natuurlijk zinloos is strikt nationaal te denken. Ook de Belgische groente- en fruitveilingen willen hun graantje meepikken en hebben daarom in de optimale inrichting van opslag- en laadruimtes geïnvesteerd. Daarnaast hebben ze hun prijszettingsmechanisme voor dagverse groenten aan de moderne tijden aangepast. Het kloksysteem domineert echter nog altijd. Dat is het verkoopsysteem waarbij alle veilingen op een simultane manier met elkaar zijn verbonden. “Voor 70 procent van onze verkoop houden we hieraan vast”, verduidelijkt Maarten De Moor van LAVA, de overkoepelende organisatie van Belgische veilingen. “Je kan dat best met een beurs vergelijken. Daar is er ook een dag- en termijnhandel.” Maar naast de dagdagelijkse klokverkoop, zijn er nog voorverkoop en bemiddeling. Bij voorverkoop bieden de veilingen producten (online) aan vooraleer ze geoogst worden. De klant kent de prijs vooraf, kiest zelf de verpakking en laadt het product de dag erna zelf in. Ten tweede is er nog de bemiddeling, wat ongeveer hetzelfde is. Enkel levert men een week na bestelling. “We wilden vooral de retail tegemoet komen in hun vraag naar vaste prijzen. Maar we beperken dit tot 30 procent van ons aanbod, want dagvers betekent dagvers. Daar hechten we veel gewicht aan.”

Veerle Dewicke, manager service delivery Acerta Waarom doen land- en tuinbouwbedrijven een beroep op een extern adviesbureau? “Land- en tuinbouwers worden dagdagelijks geconfronteerd met tal van administratieve verplichtingen en formaliteiten die dermate complex zijn geworden dat een ondernemer nood heeft aan een partner die hem hierbij kan helpen.” Op welke vlakken helpt u hen? “Een HR dienstverlener staat land- en tuinbouwers bij vanaf de start van hun zelfstandige activiteit. Men informeert en regelt voor de land- en tuinbouwer de volgende formaliteiten: inschrijving in de KBO, vestigingswetgeving, aanvraag vergunningen, sociaal statuut, vennootschapsbijdrage, vrij aanvullend pensioen, aangifte bedrijfsvoorheffing, personeels- en loonadministratie, rekrutering, werving en selectie, loopbaanbegeleiding, outplacement en noem maar op.” Waar ligt de meerwaarde? “Nauw overleg en samenwerking met beroepsorganisaties, overlegplatformen, commissies uit landen tuinbouwsector zorgen voor informatie uit eerste hand. Voor een land- of tuinbouwer is een affiniteit met zijn sector een meerwaarde. De ondernemer vindt graag de nodige bijstand onder één dak, wat voor hem een groot pluspunt is.”

ADVERTORIAL

Pack4Food: een brug tussen sectoren Pack4Food is in 2005 ontstaan als een initiatief van het labo voor Levensmiddelenmicrobiologie en -Conservering en het labo voor Levensmiddelenchemie en Humane Voeding van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, UGent, met steun van het IWT. Ondertussen als VZW, blijft de hoofdtaak van Pack4Food 10 jaar later nog steeds dezelfde: innovatie in Vlaanderen stimuleren op het gebied van voedselverpakking. Bij het verpakken van voedsel is er een unieke interactie tussen het levensmiddel, het gebruikte verpakkingsmateriaal, en de manier van afvullen. Verse groenten ademen bijvoorbeeld nog een tijd nadat ze geoogst zijn. Deze producten hebben dus nood aan een doorlaatbaar verpakkingsmateriaal om de gewenste uitwisseling van gassen mogelijk te maken. Bij het verpakken van vers vlees daarentegen wordt een speciaal gasmengsel toegevoegd om de houdbaarheid te garanderen. In dit geval is er daarom net nood aan een

verpakkingsmateriaal dat niet doorlaatbaar is, om het geschikte gasmengsel te kunnen behouden. De jarenlange ervaring van Pack4Food toont telkens weer aan dat de houdbaarheid van een verpakt product afhangt van de interacties tussen deze drie: het levensmiddel, het verpakkingsmateriaal en het vulsysteem. De belangrijkste uitdaging vandaag ligt in het bijbrengen van inzicht en kennis bij de diverse betrokken van de invloed van de verschillende aspecten van het verpakkingsverhaal. Zo staan voedingsproducenten te weinig stil bij het effect van het afvulproces en het gebruikte verpakkingsmateriaal op de kwaliteit en de houdbaarheid van het uiteindelijke product. Verpakking wordt dikwijls gezien als een communicatiemiddel, terwijl er zeker ook voldoende aandacht moet zijn voor andere factoren zoals bescherming, gebruiksgemak en duurzaamheid.

Pack4Food wil deze uitdaging aangaan door spelers uit de drie sectoren samen te brengen o.a. via het verzorgen van opleidingen die een beter inzicht geven in hoe de verpakking en verpakkingstechnieken de kwaliteit van

verpakking en vulsysteem, gewenste producten met de gewenste houdbaarheid op de markt te brengen. Ook worden (dag)opleidingen rond een bepaald thema georganiseerd, zoals op 18 juni rond migratie en op 3 september rond het verpakken van versneden groenten en fruit.

www.pack4food.be/opleidingen http://www.ivpv.ugent.be/opleidingen/ aanbod/verpakking2015/

levensmiddelen beïnvloeden. Zo loopt van april tot november een uitgebreide, postacademische opleiding i.s.m. IVPV-UGent. Deze opleiding moet de deelnemer in staat stellen om door het combineren van levensmiddel,


10 Chronicle Willy Borsus

Aandacht nodig voor jonge landbouwer Onze voeding komt niet vanzelf in de supermarkt terecht, het heeft een lange productieweg afgelegd. Maar blijven we in tijden van continue bevolkingsgroei wel zeker van ons dagelijks brood? TEKST WILLY BORSUS, FEDERAAL MINISTER VAN LANDBOUW

L

andbouw is een levensbron. In onze moderne samenleving zorgt de landbouw immers voor het voedsel dat we nodig hebben om te leven. De landbouw van vandaag moet bijdragen tot het voeden van de meer dan 9 miljard mensen die in 2050 op aarde zullen leven. We zijn zo gewend aan overvloed, dat we soms vergeten dat we gelukkig moeten zijn met het feit dat we kwaliteitsvol voedsel hebben in toereikende hoeveelheden. Want niet te vergeten: achter elke maaltijd schuilt het werk van een landbouwer. En dit werk is door de jaren heen ingrijpend veranderd. De tijden zijn veranderd, de boerderij van vandaag lijkt helemaal niet meer op die van vroeger. In de huidige context moet de landbouw nieuwe uitdagingen aangaan. En in de toekomst zullen er alleen maar bijkomen. De technieken, de structuur en

We moeten misschien nieuwe pistes bewandelen dan eigendom om onze jonge boeren in staat te stellen ons een kwaliteitsvolle landbouw te blijven aanbieden

de omvang van de bedrijven zijn enorm geëvolueerd. De productie dient te worden ontwikkeld met aandacht voor een duurzaam beheer van de fundamentele hulpbronnen. En het beleid moet alle types van landbouwers en alle productiewijzen verdedigen. Alle landbouwers moeten in staat kunnen zijn op een fatsoenlijke manier te leven en vrij te blijven in hun keuze van productie, investering, verkoop... Bovendien moet bijzondere aandacht worden besteed aan de vestiging van jonge landbouwers. 61,7 procent van de Belgische landbouwers is namelijk ouder dan 50 jaar. En het zijn juist de jongeren die de antwoorden zullen moeten geven. Hen onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit aanbieden, aangepast aan de moderne ontwikkelingen, en de toegang tot productieinstrumenten te vereenvoudigen, helpt daarbij. De toegang tot grond is echter dé uitdaging voor onze jonge landbouwers. We moeten misschien nieuwe pistes bewandelen dan eigendom om onze jonge boeren in staat te stellen ons een kwaliteitsvolle landbouw te blijven aanbieden. Want de landbouw geeft niet enkel vorm aan ons landschap, maar ook aan onze toekomst. ■

Volys Star kweekt, slacht en verwerkt als enig bedrijf in de Benelux kalkoenen op een duurzame manier, vol toewijding en zorg. Goede zorg is niet alleen een basisrecht voor dieren, het levert ook gewoon betere producten op. En daar profiteert de consument optimaal van ! RASKEUZE Alleen de allerbeste, eigen medium-size kalkoenrassen komen in aanmerking voor kweek. LAGERE STALBEZETTING Beter stalmanagement betekent ‘vogelvrije’ en dus ook gezondere dieren. GECONTROLEERDE VOEDING ‘Weet wat je eet’ gaat ook op voor kalkoenen: gecontroleerde, uitsluitend plantaardige voeding levert smakelijk en gezond vlees op. LOKALE KALKOENHOUDERS ‘Kalkoen van bij ons’ is geen holle uitspraak, aangezien wij hoofdzakelijk met lokale kalkoenhouders werken. ZORG VOOR DE DIEREN Al onze kalkoenen worden met de grootste zorg en meeste liefde behandeld. En we garanderen dat u dat zult smaken.

SURF NAAR ONZE WEBSITE VOOR MEER INFORMATIE : WWW.KALKOENVANBIJONS.BE

KALKOEN, WELLICHT HET GEZONDSTE WITTE VLEES Kalkoenvlees staat op top qua proteïnebom, en dus rijk aan alles maar vooral mager, evenwichtig en verrassend veelzijdig in de keuken. VEELZIJDIG, PROTEÏNEBOM, CALORIEARM, CHOLESTEROLCONTROL, VITAMINEBOOST EN EEN BRON VAN MINERALEN Als enige bedrijf in de Benelux dat de kweek en verwerking van eigen kalkoenvlees garandeert, op degelijke en duurzame wijze, zijn we als geen ander in staat om fijne kalkoenproducten te ontwikkelen.


Lach! Morgen ben jij onze nieuwe collega Vacature: Junior Project Manager Smart Media Publishing België BVBA is een jong en snelgroeiend

Gezocht profiel:

mediabedrijf die specifieke krantenbijlagen ontwikkelt, produceert en publiceert. Die worden verspreid via toonaangevende magazines

Je bent gedreven, betrokken en je hebt een groot verantwoordelijkheidsgevoel.

en dagbladen als Knack en Het Nieuwsblad.

Je haalt doelen en deadlines.

Smart Media wordt gekenmerkt door een prestatiegerichte

• •

Je wilt resultaten van topklasse leveren. Je hebt een academische graad.

Je wilt de beste in sales worden. Of je het eerder hebt gedaan, is geen probleem. Als er maar een

bedrijfscultuur, waarbij wij ons uiterste best doen invloedrijk te zijn op de door ons geselecteerde markten. Smart Media heeft als doelstelling in korte tijd één van de leidende

onbegrensde wil is om sales te leren. Vooraleer je

spelers in deze snelgroeiende branche te worden. Wij zijn op dit moment vertegenwoordigd in Zweden, Noorwegen,

in de sales duikt, volgt er eerst een korte, intensieve interne opleiding door onze salesmanagers.

Nederland, Zwitserland en België

• •

Je bent een winnaar Je bent vrolijk en innemend en ziet elke

Wie?

dag als een kans om het allerbeste uit

Er staat geen maat op jou. Als je met vrienden gaat fietsen,

het leven te halen.

sprint je bij elke heuvel omhoog om als eerste boven te zijn. Een spelletje is pas leuk als jij wint. En als je met vrienden gaat stappen, is het jouw zin of geen zin. Maar niemand die zich hier aan ergert, want jouw fantastische persoonlijkheid zorgt

Aanbod Wij bieden een fantastisch kantoor, met nog leukere

ervoor dat iedereen jou leuk vindt. Daarnaast denk je sneller en

collega’s en onbegrensde mogelijkheden om de

strategischer dan een schaakcomputer. Voor elke uitdaging, heb jij binnen een split second een oplossing.

leukste baan te hebben die je je kan voorstellen. Grenzen stel je bij ons zelf en als je de kansen pakt die

Wat?

wij je bieden, kun je in korte tijd doorgroeien naar een leidinggevende rol. Jij bent je eigen limiet.

Je maakt je eigen bijlage, van begin tot eind. Daarbij ligt de hoofdfocus voor 90% op korte termijnsales waarbij je topadvertenties boekt. Jij werkt heel nauw samen met twee journalisten die voor jou de artikelen schrijven. Jij keurt goed en zorgt ook voor een geweldig interview met een BV, dat

Plaats tewerkstelling SMART MEDIA PUBLISHING LEYSSTRAAT 27

opnieuw geschreven wordt door één van onze journalisten.

2000 ANTWERPEN

Jij bent verantwoordelijk voor onderzoek naar potentiële klanten, inhoud, productie, deadlines en budget. Kortom, een duizendpoot, een manager. Om succes te behalen zul je

Geïnteresseerd ? E-mail met CV t.a.v Mevr. Ellen D’hondt

gestructureerd, strategisch en doelgericht moeten werken. Kortom, jij bent verantwoordelijk voor de sales, je schrijft zelf niet, dat laat je over aan de journalisten.

e-mail: vacature.be@smartmediapublishing.com Telefonisch contact opnemen met Mevr. Ellen D’hondt op het nummer 03 289 19 40


ADVERTORIAL

GROEP AVEVE

UW STERKSTE PARTNER IN AGRARISCHE DESKUNDIGHEID Groep AVEVE is marktleider in de toelevering aan de land- en tuinbouw in België en heeft de grootste winkelketen voor tuin, dier en bakplezier van het land. Meerwaarde voor onze klanten In onze meer dan 50 bedrijven staan meer dan 1.800 enthousiaste medewerkers ieder dag klaar voor u als klant. Ongeacht of u actief bent in de professionele land- en tuinbouw of u een liefhebber bent van tuin, dier en thuisbakken. We leven ons in de activiteiten van onze klant in, we anticiperen op zijn noden en bieden op maat gemaakte, kwaliteitsvolle producten en diensten aan. Grootste toeleverancier in landen tuinbouw Land- en tuinbouwers hebben meer dan ooit nood aan een betrouwbare partner. Die partner vinden ze bij Groep AVEVE met: • een uitgebreid assortiment voeders voor de professionele veehouderij en voor hobbydieren • zaaigranen, maïszaad en zaden van andere gewassen • milieuvriendelijke behandeling van teelten, zoals plantenvoeding en plantenbescherming • benodigdheden voor de groenteen fruitteelt, sierteelt en boomkwekerijen • technische installaties voor het moderne tuinbouwbedrijf • John Deere land- en tuinbouwmachines en onderhoudsmachines voor parken, tuinen en golfterreinen

Agrarische deskundigheid Onze jarenlange agrarische deskundigheid zetten we in voor het ontwikkelen, produceren en verkopen van een breed assortiment kwalitatief hoogstaande producten en oplossingen ten behoeve van een duurzame land- en tuinbouw. Daarmee zijn wij toonaangevend in de agrarische sector. Ook in de consumentenmarkt Als particulier hebt u evenzeer baat bij onze agrarische deskundigheid. Klanten met een passie voor tuin en dier en voor thuisbakken kunnen terecht in een van de 250 AVEVEwinkels. AVEVE streeft naar de hoogste kwaliteit met betrouwbare producten en geeft deskundig advies. Internationale dimensie Groep AVEVE levert in België, maar ook in de aangrenzende regio’s, zoals het zuiden van Nederland, het noorden van Frankrijk en het zuidwesten van Duitsland. In bepaalde nichemarkten, zoals enzymes voor de veevoederindustrie en tuinbouwautomatisering, is de Groep AVEVE ook internationaal actief. Medewerkers met werkplezier Onze werknemers stoppen veel van

hun energie in hun werk. Dat vinden ze pas de moeite waard als het bedrijf een waardevolle plek is. Essentieel is dat onze medewerkers zich goed in hun vel voelen in hun job bij AVEVE. We geven hen opleidingskansen, zorgen voor vlotte werkmethodes, stimuleren goed leiderschap en respect voor elkaar. Zo wordt ‘werken een plezier’. Overtuig jezelf op www. werkplezier.be en solliciteer meteen! AVEVE NV

Tiensevest 132 3000 LEUVEN T: 016 24 26 26 www.aveve.be www.avevewinkels.be www.aveveagrarisch.be Omzet: 1,4 miljard euro Activiteit: toeleverancier aan land- en tuinbouw, winkelketen tuin, dier en bakplezier Aantal werknemers: 1.800

Agri&Food.indd 1

11/02/15 18:19


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.