Fokus Sustainability

Page 1

Magali Frankl

verbeelding en het vertrouwen in de toekomst moeten altijd groter zijn dan de angst.”
Kenneth Van den Bergh Klimaatbeleid is een millennial Circulair bouwen “Dé manier om de klimaatdoelstellingen te halen” Jaap Korteweg Samenleven met de natuur Oktober ‘23 Dit dossier wordt gepubliceerd door Smart Media Agency en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van Knack. Interview Lees meer op Fokus-online.be
“De
Sustainability

Kenneth Van den Bergh

Klimaatbeleid is een millennial

De levensloop van millennials loopt merkwaardig gelijk met de geschiedenis van internationaal klimaatbeleid. De stereotiepe millennial is idealistisch, handig met technologie en vaak te egoïstisch. Karakteristieken die we ook terugvinden in (inter)nationaal klimaatbeleid.

De millennials, waartoe ook ondergetekende behoort, zijn geboren in de jaren 1980 en 1990. In deze periode zag ook het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) het levenslicht. Dit was het formele begin van internationaal klimaatbeleid. Na een beloftevolle kindertijd, met het Kyotoprotocol in 1992, doorworstelde het klimaatbeleid een lange en donkere puberteit. Die begon rond de jaren 2000, toen de VS zich terugtrokken uit het Kyotoprotocol, en duurde tot het klimaatakkoord van Parijs in 2015. Vandaag de dag is klimaatbeleid eindelijk volwassen, al is chaos nooit ver weg.

Het doel, zoals afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs, is om tegen 2050 wereldwijd klimaatneutraliteit te bereiken en zo de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C. Dit is het moment dat ook de millennials van een welverdiend pensioen mogen genieten. De sceptische lezer zal zich afvragen wat het meest onrealistisch is: klimaatneutraliteit of een pensioen in 2050, maar dat is een andere discussie.

Technologie is de rode draad door het levensverhaal van millennials.

Zij hebben verhalen gehoord van hun ouders over de eerste kleurentelevisie, hebben hun jeugd versleten op de Game Boy en krijgen nu les van hun kinderen over TikTok. Hetzelfde is waar voor klimaatbeleid. Zo is de prijs

van zonnepanelen op 15 jaar met meer dan een factor 10 gedaald en die van batterijen met een factor 8.

Deze snelle technologische evolutie maakt het kristalhelder wat we het komende decennia moeten doen. We moeten ons woningbestand isoleren, PV-panelen plaatsen en warmtepompen installeren. We moeten ons wagenpark elektrificeren, inclusief bussen en lichte vrachtwagens. We moeten ons elektriciteitspark verder en sneller overschakelen op hernieuwbare bronnen. We moeten onze industrie energieefficiënter maken. Dit zijn allemaal no-regret options waarvoor de technologie reeds op grote schaal beschikbaar is.

De grote vraag is dan ook niet wat we moeten doen, maar wel hoe we het moeten financieren. De evolutie naar een klimaatneutrale maatschappij vraagt een massale investering. Het goede nieuws is dat die investering zich over de generaties zal terugbetalen in uitgespaarde materiële en menselijke schade. Het slechte nieuws is dat het geld vandaag geïnvesteerd moet worden. Hierbij is er nood aan een nieuw sociaal contract. Een contract over sociale klassen heen, waarbij de sterkste schouders de grootste lasten dragen. Een contract over generaties heen, waarbij we vandaag investeren in de welvaart van (over)morgen. Een contract over landsgrenzen heen, waarbij rijke industriële landen mee investeren in klimaatadaptatie in armere landen.

4 Blauwgroene netwerken, de rode draad door onze natuur en steden

6 De toekomst van onze landbouw: ‘Er is nog een weg af te leggen’

8 Investeren in een schone toekomst

10 Smartlist • Gisteren nog sciencefiction, vandaag (bijna) realiteit

12 Interview • Magali Frankl

16 ‘Dé manier om de klimaatdoelstellingen te halen’

18 Smartlist • Vier pijlers die onze zorgsector gezond houden

20 Expertpanel • Groene chemie

22 Nawoord • Jaap Korteweg

Country manager

Christian Nikuna Pemba

Creative director

Baïdy Ly

Content director

Annick Joossen

Tekst

Kim Beerts

Victor Peeters

Ellen Van Hoegaerden

Daan Vanslembrouck

Coverbeeld

Nils Van Praet

Drukkerij

Roularta

Smart Media Agency

Leysstraat 27

2000 Antwerpen +32 (0)3 289 19 40 redactie@smartmediaagency.be Fokus-online.be

2 Voorwoord
Veel leesplezier!
LEES MEER COLOFON
De evolutie naar een klimaatneutrale maatschappij vraagt een massale investering.
— KENNETH VAN DEN BERGH CO-FOUNDER VAN CARBON+ALT+DELETE

Help mee schadelijke chemische stoffen uit te bannen

Sinds het losbarsten van het PFAS-schandaal in 2021 is er geen Belg die zich niet bewust is van de potentieel dramatische gevolgen van gevaarlijke chemische stoffen. De Belgische regering wil via het Belgium Builds Back Circular-project dan ook actief initiatieven voor de vervanging van zorgwekkende chemicaliën steunen.

Belgium Builds Back Circular (BBBC) wil via verschillende projectoproepen rond een specifiek thema de transitie naar een circulaire economie in ons land versnellen. De federale regering ondersteunt op die manier Belgische ondernemingen en organisaties die met innovatieve oplossingen komen om zo te anticiperen op toekomstige Europese wetgeving en tegelijk een voorsprong te nemen op opkomende markten. Na twee eerdere projectoproepen – een projectoproep “Ecodesign” door FOD Volksgezondheid in 2022 en een projectoproep “Ecodesign en Substitutie” door FOD Volksgezondheid en FOD Economie in 2023 – richt de derde BBBCprojectoproep ‘Substitutie van gevaarlijke chemische stoffen’ zich op de vervanging van zorgwekkende chemische stoffen, en dat in de breedst mogelijke zin.

Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan over onderzoeks- en innovatieprojecten die zich focussen op de vervanging van deze stoffen an sich, op het zoeken naar duurzamere alternatieven of op het elimineren van zorgwekkende stoffen in een bepaald product. Ook de innovatie of ontwikkeling van producten of diensten die de belangrijkste knelpunten in het systeem aanpakken komen in aanmerking. Het gaat dan bijvoorbeeld om het voorkomen van zogeheten ‘regrettable substitution’, waarbij het ene gevaarlijke chemische product gewoon wordt vervangen door een andere, mogelijk een nog schadelijkere stof. Bovendien vormt het gebruik of de aanwezigheid van dergelijke ‘most harmful substances’ of ‘substances of concern’ een struikelblok voor de circulariteit van een bepaald materiaal of product.

Dankzij de resultaten die uit deze projectoproep naar voor komen, kunnen de nodige strategieën voor de vervanging van deze stoffen worden uitgewerkt, wat de transitie van Belgische bedrijven richting circulaire economie vergemakkelijkt.

Drie prioritaire groepen

Er werden alvast drie groepen zorgwekkende stoffen geïdentificeerd die prioritair aangepakt

moeten worden en waarvan de federale regering de uitfasering waar mogelijk wil versnellen. PFAS en hormoonverstoorders vormen de twee grootste – en bekendste – groepen. PFAS worden veelvuldig toegepast in een groot aantal sectoren, waaronder de auto-industrie, bouw, textiel en in materialen voor de voedingsindustrie. Door projecten te steunen die zich richten op het onderzoeken of ontwikkelen van veilige en duurzame alternatieven hoopt de federale regering vaart te kunnen maken met de uitfasering van PFAS.

De groep hormoonverstoorders (ED’s) vormt de tweede prioriteit. Zij vormen immers een belangrijk probleem voor de volksgezondheid. Deze chemicaliën zijn alomtegenwoordig, niet alleen in water, lucht of grond, maar ook in producten die we dagelijks gebruiken, zoals speelgoed, cosmetica, textiel en elektronische apparaten. Het zal echter nog jaren duren vooraleer er op Europees niveau risicobeheersingsmaatregelen worden ingevoerd, waardoor het invoeren van nationale maatregelen essentieel is. Ook verder onderzoek kan een duwtje in de rug gebruiken.

De derde prioritaire groep bevat specifieke stoffen die met voorrang moeten worden behandeld omdat ze erg belangrijk zijn voor de Belgische industrie en/of het grote publiek.

Evenement

Na de lancering van de projectoproep ‘Substitutie van gevaarlijke chemische stoffen’ organiseert de Federale Overheidsdienst Economie op 13 oktober een evenement waar er verdere toelichting wordt gegeven, en dat in aanwezigheid van minister van Economie Pierre-Yves Dermagne of zijn vertegenwoordiger. Tijdens het event wordt de projectoproep gepresenteerd, is er ruimte voor vragen en is er de mogelijkheid om deel te nemen

aan een netwerklunch.

De oproep zelf staat open voor Belgische organisaties of consortia die actief zijn op Belgisch grondgebied, bedrijven en kmo’s, publieke of private onderzoekscentra, onderzoekscentra verbonden aan universiteiten of hogescholen, maar ook voor starters, ngo’s of adviesbureaus.

Deze derde BBBC-oproep beschikt over een budget van 11,83 miljoen euro. De financiering komt uit een tijdelijk Europees fonds, Next Generation EU, dat kadert binnen het Nationaal Herstel- en Veerkrachtplan waarmee Europa in de nasleep van de coronapandemie de economie nieuw leven wil inblazen, rekening houdend met de doelstellingen van de Green Deal.

Alle praktische informatie en voorwaarden over de projectoproep en over het evenement zijn terug te vinden op de website van de FOD Economie via economie.fgov.be.

Lees meer over de projectoproep en hoe je kan deelnemen

Schrijf

Meer informatie over de projectoproep en over het evenement zijn terug te vinden op de website van de FOD Economie via economie.fgov.be

je nog snel in voor het lanceringsevenement

De rode draad door onze natuur en steden

Het is geen geheim dat er in ons land behoorlijk wat verharding te vinden is. Bomen, struiken, planten, maar ook grachten en waterlopen, zijn voor een groot deel verhard of onder de grond verdwenen. Met blauwgroene netwerken vullen we de leemtes in onze natuurlijke habitat weer op.

Water de kans geven om weg te sijpelen en het groen welig laten tieren waar het kan, dat zijn de beloften van blauwgroene netwerken. Bij Natuurpunt doopten ze deze netwerken ‘groene en blauwe snelwegen voor de natuur’, functionele ecologische verbindingen met een specifiek doel. “Vlaanderen is heel arm aan natuur. Daarbij is die ook nog eens erg versnipperd, met 90 procent van de gebieden kleiner dan 1 hectare”, duidt Frederik Mollen van de dienst Beleid. “Dat zorgt voor concrete problemen, zoals de milieudruk als gevolg van de aanwezigheid van verkeer, transport, industrie…” Ook voor onze dieren heeft die versnippering een negatieve impact. Sommige populaties raken geïsoleerd en kunnen zich moeilijker verplaatsen. Hierdoor belanden dagelijks 14.000 dieren onder de wielen – dat is 1 dier om de 6 seconden. Planten en andere organismen krijgen het ook moeilijk om zich natuurlijk te verspreiden, met kans op uitsterven als gevolg. “Doordacht blauwgroene netwerken aanleggen, in functie van wat een bepaalde soort nodig heeft, kan deze problematiek voor een deel oplossen.”

Hoe meer diversiteit, hoe beter voor de biodiversiteit. De natuur is heel krachtig als je haar de ruimte en tijd geeft.

Sneeuwtesten

Blauw Groen Vlaanderen, een initiatief van Aquafin en Vlario, ziet mooie koppelkansen om water(infrastructuur)oplossingen en groene elementen te verbinden. “Eerst kijken we naar waar er geen verharding nodig is”, zegt Birgit De Bock, onderzoeker bij Aquafin. “De sneeuwtesten zijn een goed hulpmiddel: als het sneeuwt zie je meteen waar er wel of niet gereden wordt. De plekken waar lang een laag blijft liggen zijn overbodige stukken om te verharden. Ook in je tuin kun je zien waar er niet gestapt wordt. Daar blijven de kruiden staan en wordt het groen. In stadscentra zorgt onder andere de modal shift ervoor dat er plaats ontstaat voor ontharding en vergroening, en het openleggen van waterlopen.” In tweede instantie kijkt men naar halfverharding, of eventueel gras, beton of tegels. Maar ook lokale (bovengrondse) infiltratie kan een oplossing bieden. “Bovengronds proberen we dat zoveel mogelijk in te vullen met een groenvak, waardoor je blauwgroene mini-netwerkjes krijgt.”

Volgens Mollen is het bewustzijn binnen een stedelijke context gegroeid door de gevolgen van de klimaatverandering. Overstromingen en hitte-eilanden tonen aan dat er dringend nood is aan blauwgroene snelwegen. Een verschil met de buitengebieden, waar kleine landschapselementen in de open ruimte nog vaak verdwijnen door schaalvergroting binnen de landbouw. “Wij hebben de afgelopen jaren de vraag behandeld hoe Vlaanderen er in 2050 idealiter uitziet. Hiervoor maakten we verschillende straatbeelden voor steden, platteland, kust… Die blauwgroene dooradering bleek doorheen alles de rode draad. Ook binnen landbouwgebieden is er dus zeker ruimte voor.”

Groenborders

Enerzijds is het een kwestie van werken vanuit de nood en behoeften van de natuur, maar ook omgekeerd kunnen we onze kar aan andere maatschappelijke evoluties hangen, meent Mollen. “Nu zetten we in Vlaanderen nog te traag kleine stapjes. Er bestaat een duidelijke taakstelling naar de provincies toe om natuurverbindingen te realiseren. En daar zijn grote

Doordacht blauwgroene netwerken aanleggen, in functie van wat een bepaalde soort nodig heeft, kan de versnippering van onze natuur voor een deel oplossen.

verschillen te vinden. In Limburg hebben ze bijvoorbeeld een concreet programma opgesteld. In andere provincies ligt dat weer minder hoog in de schuif.”

Ook op kleinere schaal, voor gemeenten en particulieren, bestaan er verschillende kansen. Blauw Groen Vlaanderen werkt met enkele groendiensten samen om onder meer groenborders aan te leggen die ook water kunnen opvangen. “Of denk aan wadi’s of andere waterinfiltratiesystemen in eigen tuin”, gaat De Bock verder. “Je moet eigenlijk met de natuur werken, niet ertegen. Heb je bijvoorbeeld een erg natte plek, plant er dan een wilg. Die slorpt veel water op. Uiteindelijk komt het neer op ruimte maken voor water en dat koppelen aan groenkansen. Dat hoeft niet moeilijk te zijn en je moet geen schrik hebben van het onderhoud – vaak is niets doen beter. Denk gewoon na over je ontwerp. En onthoud: hoe meer diversiteit, hoe beter voor de biodiversiteit. De natuur is heel krachtig als je haar de ruimte en tijd geeft.”

Fokus-online.be 4 Blauwgroene netwerken
— BIRGIT DE BOCK BLAUW GROEN VLAANDEREN

De landbouw. We kunnen niet zonder, dat staat vast, toch zitten we met de tegenstelling dat de landbouw voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor een aantal milieuproblemen. Hoe pakken we dit aan?

We kunnen landbouw bekijken als een open systeem. Veel handelingen vinden plaats in de openlucht, er wordt rechtstreeks in de bodem geploeterd en er wordt constant met levende organismen gewerkt. Een noodzakelijke maar daardoor ook erg fragiele sector.

Bron van vervuiling

“De impact van de landbouw op de (grond) waterkwaliteit en de lucht meten we heel duidelijk. We kunnen er niet omheen dat de landbouw heel wat ammoniak uitstoot, voor nitraat- en fosfaatvervuiling zorgt en er door toepassing van bestrijdingsmiddelen ook residu’s in het water terechtkomen.

Vlaanderen is een kleine regio, met een hoge bevolkingsdichtheid, industrie en intensieve landbouw. Al die sectoren zorgen onmiskenbaar voor een grote druk en milieu-impact”, zegt Katrien Smet, woordvoerder van de Vlaamse Milieumaatschappij. Toch is er sinds 1990 heel wat verbeterd. “We hebben nog een weg af te leggen, maar sinds 1990 is bijvoorbeeld de stikstofuitstoot al drastisch gedaald. Dit valt te verklaren door een kleinere veestapel, maar ook emissie-arme mestaanwending en modernere stalsystemen droegen hieraan bij”, vervolgt David De Pue, tot afgelopen zomer researcher bij ILVO en inmiddels leraar wetenschappen aan het Sint-Lievenscollege.

Farm to Fork

De Farm to Fork-strategie is het Europese actieplan dat kadert in de Green Deal.

De strategie heeft de doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. Een doelstelling waarvoor de landbouw overduidelijk niet kan achterblijven. “Een van de doelstellingen van de Farm to Fork-strategie is het halveren van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen tegen 2030”, zegt David De Pue. “Daarvoor kunnen landbouwers onder andere meer inzetten op natuurlijke plaagbestrijding, zoals het aanleggen van bloemrijke akkerranden. De insecten die aangetrokken worden door de bloemen jagen op hun beurt op andere insecten die de gewassen zouden aantasten. Een andere doelstelling gaat over het beperken van kunstmestgebruik. Daarvoor kunnen mengteelten interessant zijn. Zo kun je bonen planten tussen je maïs. Omdat bonen in samenwerking met bodembacteriën stikstof uit de lucht kunnen vastleggen, is er minder bemesting nodig. Ook de verliezen van stikstof en fosfor naar het milieu moeten worden verminderd. Daarvoor zijn onder andere groenbedekkers belangrijk, die ervoor zorgen dat de grond niet bloot komt te liggen na de teelt.”

Rol consument

Niet enkel de landbouwers staan voor een belangrijke taak, ook de consument kan zijn/haar steentje bijdragen. “Lokale producten kopen, eten op het ritme van de seizoenen en minder vlees aankopen zijn kleine aanpassingen die een grote impact kunnen hebben op het klimaat”, verduidelijkt Katrien Smet. “In België gaan we al erg kennisgedreven te werk, wat zorgt voor een hoge efficiëntiegraad in onze productie. Ondanks die efficiëntie kampen we toch met een aantal

problemen die terug te voeren zijn op onze grote veestapel. Toch moeten we niet alleen naar de productie kijken, maar ook naar de consumptiezijde. De vleesconsumptie is in ons land vrij hoog, er is wel wat marge om het gemiddelde dieet van de Belg te diversifiëren. Op zoek gaan naar alternatieve eiwitten is dus de boodschap”, vult David De Pue aan. Om deze verschillende doelstellingen te verwezenlijken is een nauwe samenwerking vereist. Het probleem is dat landbouwers zich nu vaak niet gehoord voelen en de indruk krijgen dat ze er alleen voor staan. We moeten duidelijk maken dat wij allemaal – de landbouwers, de consument en de overheid – afhankelijk zijn van de landbouw.

Gezocht: initiatiefnemers voor bijenprojecten Maar liefst 84 procent van de belangrijkste gewassoorten voor menselijke consumptie zijn afhankelijk van bestuivende insecten. Helaas gaat het niet goed met de bijen. In België stelt men de laatste 100 jaar een vermindering of verdwijning vast van 25 procent van de honingbijen, solitaire bijen en hommels. Om dit een halt toe te roepen lanceren Vlaanderen en Europa een Vlaams Bijenteeltprogramma (VBP). Iedereen met een nuttig projectvoorstel maakt kans op een mooie beurs.

Artificiële intelligentie, ook op het veld IT-reus IBM en de Texaanse A&M-universiteit gingen een samenwerking aan op zoek naar een oplossing voor boeren in het Texaanse heuvelgebied. Samen ontwikkelden ze een mobiele app die volledig in de IBM-cloud functioneert. De app in combinatie met sensoren geeft aan wanneer boeren water moeten geven aan hun gewassen. De app analyseert de weersvoorspellingen, specifieke gewasinformatie en realtime bodemvochtgegevens. Ook in Vlaanderen wordt AI reeds ingezet in de landbouw. Sinds begin 2023 is ILVO (het Instituut voor Landbouw, Visserij en Voedingsonderzoek) verantwoordelijk voor AI in de Vlaamse landbouw.

Fokus-online.be 6 Toekomst van de Vlaamse landbouw
‘Er is nog een weg af te leggen’
Door
Victor Peeters
Vlaanderen is een kleine regio, met een hoge bevolkingsdichtheid, industrie en intensieve landbouw.
Dat zorgt voor een grote druk en milieu-impact.
— KATRIEN SMET
VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

WESTLANDIA SLAAT

HERNIEUWBARE

ENERGIE OP IN BATTERIJEN

Maatwerkbedrijf Westlandia liet enkele jaren geleden zonnepanelen plaatsen op de daken van drie vestigingen. Die opgewekte energie wordt binnenkort opgeslagen in batterijen. Zo kan Westlandia besparen en stroompieken opvangen. Voor de opslag van duurzaam opgewekte energie in batterijen kreeg Westlandia ecologiesteun van VLAIO.

» ENERGIEOVERSCHOTTEN BEWAREN

Westlandia zag het levenslicht in 1968, toen nog als e en beschutte werkplaats. Vandaag biedt het modern maatwerkbedrijf werkgelegenheid aan 900 werknemers met een fysieke of verstandelijke beperking. Op de daken van drie vestigingen liggen zonnepanelen. De energie die opgewekt wordt, zal binnenkort opgeslagen worden in batterijsystemen. Zo kan Westlandia de energieproductie en -consumptie beter afstemmen op elkaar.

Algemeen directeur Ignace De Ro: “Onze werknemers werken van maandag tot vrijdag, telkens van 7.30u tot 16u. Maar ook na die uren en in het weekend produceren onze zonnepanelen energie. Die overschotten worden momenteel nog in het net geïnjecteerd. Met de nieuwe batterijsystemen kunnen we onze energieoverschotten enkele uren of dagen bewaren, om ze dan te gebruiken in onze productieprocessen.”

“Met de nieuwe batterijsystemen kunnen we energieoverschotten enkele uren of dagen bewaren om ze dan zelf te gebruiken.”

– Ignace De Ro, Algemeen directeur Westlandia

» ECOLOGIESTEUN VOOR BATTERIJPROJECT

VLAIO steunde het batterijproject van Westlandia met ecologiesteun. Ignace: “Voor de aanvraag deden we beroep op een bedrijfsadviseur van VLAIO. Hij fungeerde als klankbord voor onze plannen; gidste ons naar de juiste subsidies, en hielp ons kosteloos om de aanvraagformulieren correct in te vullen.” Ondernemingen kunnen voor de opslag van duurzaam opgewekte elektrische energie in batterijsystemen beroep doen op de ecologiepremie+.

» WIL JOUW BEDRIJF OOK ENERGIE BESPAREN?

Check hoe VLAIO je kan helpen via vlaio.be/ecologiesteun

De limitatieve technologieënlijst van deze subsidie specifieert wat wel en niet in aanmerking komt.

» NIEUW DOEL VOOR AUTOBATTERIJ

Westlandia koos ervoor om autobatterijen te hergebruiken. Dit is geen must voor ecologiesteun, maar past binnen het DNA van het bedrijf. “Autobatterijen gaan gemiddeld 5 tot 7 jaar mee. Als hun capaciteit te klein wordt om nog in een elektrische wagen te kunnen functioneren, worden ze vervangen. Maar die batterijen kunnen nog perfect voor andere doelen worden gebruikt”, zegt Ignace. “Afgedankte batterijen die op een normale manier gebruikt zijn, kunnen nadien nog 5 à 10 jaar mee. Onze partner Octave stelde ons voor om een batterij-unit met voormalige autobatterijen aan onze fotovoltaïsche installaties te koppelen. Omdat wij duurzaamheid hoog in het vaandel dragen, besloten we het te proberen. In twee van onze vier sites worden dit najaar batterijsystemen geplaatst. Octave komt de installatie tweemaal per jaar controleren en vervangt batterijen die onvoldoende presteren, als dat nodig zou zijn.”

» MEER CAPACITEIT OP KOMST

Het potentieel van deze technologie zal de komende jaren nog groeien, als er meer afgedankte autobatterijen beschikbaar zijn. Ignace De Ro: “De elektrische auto is nog maar enkele jaren in opmars. We zijn ervan overtuigd dat onze aanpak ook op grotere schaal haar nut kan bewijzen, en dat het opslaan van elektrische energie in batterijen een positieve impact kan hebben op het klimaat en de samenleving.”

230920-VLAIO-Westlandia-255x365.indd 1 20/09/2023 15:51

Investeren in een schone toekomst

Clean technology, of cleantech, omvat alle mogelijke vormen van technologie die (on) rechtstreeks een positieve impact creëren op onze planeet. Hierin investeren blijkt een zinvolle activiteit te zijn, zowel voor bedrijven als voor particulieren, om samen de diverse klimaatuitdagingen het hoofd te bieden.

Windmolens of zonnepanelen zijn vaak de eerste voorbeelden van cleantech die worden aangehaald. Maar de waaier beslaat wel degelijk veel meer dan dat. “Het omvat ook afvalverwerking, voedingstechnieken, waterzuivering, duurzaam bouwen en wonen… Er is in feite geen enkele sector waar cleantech

Cleantech zorgt voor vooruitgang. En dat hoeft niet altijd bijzonder innovatief te zijn, het is de schaal die vandaag belangrijk is.

geen plaats zou kunnen hebben”, zegt Hugo Meus van vzw CleanTechPunt. “Ieder bedrijf doet dat op zijn eigen manier, met de mogelijkheden die er zijn. Je hebt bijvoorbeeld organisaties die plots hun wagenpark veranderen, of die hun afvalwater anders verwerken.” Cleantech kan dan helpen om efficiënt aan de noodzakelijke verplichtingen te voldoen én competitief te blijven op de markt.

Vooruitgang

Europa heeft al jaren zijn zinnen gezet op de cleantechindustrie en lijkt vastbesloten om wereldwijde koploper te blijven. Door de Green Deal is een duurzamer beleid, met een focus op minder uitstoot en een betere recyclage, natuurlijk al langer een voorwaarde voor de bedrijven. Maar vaak hebben deze duurzame technologieën nog geen vaste plek binnen het algemene duurzaamheidsbeleid. “Nochtans creëert het extra mogelijkheden”, zegt Matthieu De Coster, beheerder van beleggingsfondsen bij Argenta.

“Cleantech zorgt voor vooruitgang. En dat hoeft niet altijd bijzonder innovatief te zijn, want uiteindelijk schiet je niet op met enkel een uitvinding in een labo. Het is de schaal die vandaag belangrijk is. We moeten zo snel mogelijk onze planeet te hulp schieten.”

Een boodschap die ondertussen luid en duidelijk weerklinkt. Zelfs tot in de beleggingsportefeuille, met cleantech als een van de meest gekozen langetermijnthema’s.

“Investeren in cleantech is een interessant beleggingsthema dat

Er zijn genoeg bedrijven of particulieren die als mooi voorbeeld kunnen dienen.

je behoorlijk breed kunt invullen”, vervolgt De Coster. Sommige producten gaan zich bijvoorbeeld toespitsen op hernieuwbare energie, andere op isolatie, waterzuivering, biodiversiteit… Alles hangt van de eigen duurzaamheidsvoorkeuren af. “De reden waarom deze beleggingen populairder worden, is omdat er pakweg tien jaar geleden slechts enkele beursgenoteerde bedrijven actief waren binnen dit thema. Nu zijn er veel meer innovatievere producten. Dus het is iets wat opkomt, en men praat er gewoon meer over.”

Olievlek

Mensen informeren over cleantech en de rol ervan binnen onze toekomst is precies wat CleanTechPunt doet. “Er zijn genoeg bedrijven of particulieren die als mooi voorbeeld kunnen dienen. Zij vormen als het ware de olievlek die zich verder moet verspreiden om iedereen met een interesse in cleantechnologie te bereiken”, zegt Meus. “Het is belangrijk dat mensen de juiste informatie krijgen vanuit een onafhankelijke organisatie, zodat ze zelf de keuze kunnen maken over of en wanneer cleantech al dan niet

waardevol kan zijn. Wij bieden daarom opleidingen aan, en laten jongeren hands-on activiteiten doen.”

De energietransitie is hoe dan ook onoverkomelijk. Wil je investeren in cleantechfondsen, dan ondersteun je bedrijven die deze technologieën opnemen in het duurzaamheidsverhaal van hun groei – een groei die goed is voor mens en milieu. “Meteen ook met signaalfunctie naar andere bedrijven toe, wat voor concurrentie zorgt op de markt en de slaagkansen verhoogt voor meer innovatie en een noodzakelijke schaalvergroting”, stelt De Coster.

“Er staat binnen cleantech nog veel te gebeuren. Het gaat alleszins de goede richting op.” Dat zegt ook Meus, al mag er volgens hem nog meer awareness komen. “Mensen hebben nood aan informatie. Gelukkig merken we dat steeds meer organisaties vragen om onze knowhow te delen. Zo kunnen zij op hun beurt weer mensen informeren. Maar ik kijk vooral naar het onderwijs. Er staat heel veel rond duurzaamheid in de leerplannen. Leerkrachten kunnen via de data van organisaties jongeren op een neutrale manier inspireren. Zij zijn tenslotte de toekomst.”

Fokus-online.be 8 Cleantech
— MATTHIEU DE COSTER ARGENTA

Het behoud van de natuur staat centraal in zowat alles wat we ondernemen. Duurzaam wonen is een van de belangrijkste factoren om ons steentje bij te dragen. Bij duurzaam wonen gaan we het gebruik van fossiele brandstoffen verminderen en de CO2-uitstoot reduceren. En dit is niet alleen goed voor het milieu maar ook voor onze portemonnee. Met een hernieuwbaar verwarmingssysteem kunt u tot maar liefst 60% besparen op uw energiekosten. De plaatsing van een autonome warmtepomp vraagt al snel een ingrijpende aanpassing aan uw woning, dus voor renovatieprojecten kiest u best voor een hybride verwarmingssysteem. Dit systeem combineert een warmtepomp met een gas- of stookolieketel. Voor de installatie van deze verwarmingsoplossing zijn minder ingrijpende aanpassingswerken nodig en bovendien geniet u van een enorme besparing op uw energierekening.

Buderus installeerde voor het recente VRT 1-vastgoedprogramma Ons huis/Nieuw huis in twee van de renovatieprojecten een hybride verwarmingssysteem. De Buderus-experten zijn vertrouwd met dit type systeeminstallaties en kunnen bij de installatie rekenen op de ondersteuning van ervaren Buderus-techniekers.

De troeven van hybride verwarmen.

De isolatiewaarden van een renovatiewoning liggen lager dan deze van een nieuwbouwwoning. Daarom is het een

goede keuze om naast uw warmtepomp een verwarmingselement te hebben dat de verwarmings- en warmwaterbehoefte kan opvangen tijdens piekmomenten, bijvoorbeeld bij extreem koude temperaturen of bij een extreem hoge warmwatervraag. Daarbij komt dat een hybride verwarmingssysteem minder ingrijpende aanpassingen aan uw woning vraagt voor de installatie. Het is een intelligent systeem dat weet welke component op welk moment aan zet is om zo de optimaalste energieopwekking te voorzien.

Duurzaam en energiezuinig.

In een hybride verwarmingssysteem zal de warmtepomp het grootste deel van het werk op zich nemen. Daarom is dit systeem mild voor het milieu aangezien er aanzienlijk minder fossiele brandstoffen (gas of stookolie) verbruikt worden, met bijgevolg minder CO2-uitstoot. Daarboven kunt u als huiseigenaar enorm besparen op uw energiefactuur. U kunt zelfs nog meer besparen door te investeren in zonnepanelen. Deze voorzien elektriciteit voor de warmtepomp, wat nog interessanter is voor de reductie van uw energiekosten.

Installatie en bediening.

Bij de installatie van een hybride verwarmingssysteem komt er wel wat extra buizenwerk aan te pas. Dit systeem bestaat uit een binnen- en een buitenunit waardoor er een verbinding gemaakt moet worden

van de stookruimte naar buiten. Een hybride verwarmingssysteem kan uitstekend werken in combinatie met radiatoren. Ondertussen zijn er zelfs laagtemperatuurradiatoren beschikbaar op de markt die ideaal te combineren zijn met een hybride verwarmingssyteem. Zo hoeft u geen extra werken uit te voeren om vloerverwarming te leggen.

Van zodra het systeem geïnstalleerd is, stelt de installateur de gewenste parameters in in het servicemenu. Als eindgebruiker kunt u via het gebruikersmenu zelf nog enkele aanpassingen doen, zoals het klokprogramma instellen.

Systeem van de toekomst.

Voert u nog verdere isolatiewerken uit aan uw woning? Dat komt dit verwarmingssysteem ten goede. Hoe hoger de isolatiewaarde van uw woning, des te meer de warmtepomp de productie van verwarming en warm water op zich zal nemen.

Meer informatie: www.hybrid.buderus.be

Contact: marketing@buderus.be

Hybride verwarmingssystemen, de ideale match voor renovatie.

Gisteren nog sciencefiction, vandaag (bijna) realiteit

Ooit spraken we van het stenen, bronzen en ijzeren tijdperk. Vandaag floreert het innovatieve tijdperk. Maatschappelijke uitdagingen, van klimaatverandering tot grondstoffentekort, stuurden ons naar materialen die niet zo lang geleden nog pure fictie leken maar vandaag realiteit zijn. Ontdek waarmee we straks bouwen, hoe we onszelf zullen verzorgen en wat er in onze kleerkast zal hangen.

Smart materials: maak het uzelf gemakkelijk

Slimme materialen reageren op de veranderingen in hun omgeving, zoals licht, temperatuur, druk of luchtvochtigheid, waardoor hun eigenschappen wijzigen. Toegegeven, ze zijn niet echt nieuw: iedereen kent wel zo’n mok die van kleur verandert als je er een warme drank in schenkt. Maar de laatste tijd gebeurden er met die smart materials nieuwe en, belangrijker, praktischere ontwikkelingen. Zo bestaan er intussen slimme zonnepanelen met een coating uit vloeibare kristallen die door elektriciteit van vorm en functie kunnen veranderen. Daardoor kunnen de laklaagjes op de zonnepanelen trillen als er vuil en zand op ligt, wat de zonnepanelen – erg handig – zelfreinigend maakt. Minstens even praktisch zijn slimme ramen die bestaan uit geleidende glasplaten met metaalionen erop. Als reactie op een elektrische stroom kunnen ze het licht tegenhouden. Zo kan het glas van transparant naar zonwerend gaan. Er wordt vandaag trouwens ook gewerkt aan slimme ramen die warmte kunnen tegenhouden of doorlaten. Hun actieve materiaal is thermochroom, waarvan de optische eigenschappen vanaf een bepaalde temperatuur veranderen. Rond 20 °C schakelt het glas tussen het tegenhouden van zonnewarmte en het doorlaten ervan, zodat je binnen minder moet koelen of verwarmen. Naast duurzaam ook ontzettend handig, niet?

Biomaterialen: bouwen zonder impact

Die befaamde ‘baksteen’ die de Vlaming in de maag heeft zou wel eens van vorm kunnen veranderen nu het steeds duidelijker wordt dat biobased bouwmaterialen een grote rol kunnen spelen in de bouwsector. Een huis gebouwd met restafval, bacteriën en schimmels; dát is de toekomst. Zo toont ook ‘The Exploded View Beyond Building’, een soort van huisvan-de-toekomst dat sinds dit jaar aan het bouwinnovatiecentrum Kamp C in Westerlo staat. Het werd opgetrokken uit meer dan honderd futuristische bouwmaterialen. Sommige zijn nog (verre) toekomstmuziek, maar andere zitten in hun laatste testfase of zijn zelfs al beschikbaar, zoals de betontegels van biocement, gemaakt met behulp van bacteriën en het akoestisch plaatmateriaal uit papierafval en vlas. Momenteel wordt er ook volop geëxperimenteerd met akoestische tegels uit katoenresten en decoratieve binnenwanden uit geperst zeewier. En ook met toiletpapier dat uit het rioolwater wordt gefilterd lopen vandaag tests. De cellulosevezels erin zouden wel eens prima bouwstenen voor isolatie- of plaatmateriaal kunnen zijn. De mogelijkheden lijken dan ook eindeloos, maar voor een snelle doorbraak vormt de wetgeving nog een belemmering. Vandaag worden biobased materialen immers nog als ‘afval’ gedefinieerd. En dat is, zoals je merkt, eigenlijk al lang niet meer het geval.

Next-gen materials: diervriendelijk gekleed

Fashionista’s opgelet, want materialen als wol, leder en polyester zijn out. De stoffen van de volgende generatie – oftewel de next-gen materialen – zijn immers niet langer synthetisch of van dierlijke oorsprong. Om de milieu-impact van onze kleerkast te verminderen, werden er de voorbije jaren alternatieven gezocht én gevonden. Zo kreeg zijde een tegenhanger die géén liters water en tonnen zijderupsen nodig heeft. Die zogenaamde ‘oranjezijde’ wordt immers gemaakt uit de weggegooide schillen en vezels van citrusvruchten. En de nieuwste it-bag is straks misschien wel gemaakt van schimmels zoals de bekende champignon. Dat paddenstoelenleer voelt als en lijkt op écht leder, maar is veel milieuvriendelijker. Bovendien is het, als je de handtas ooit beu raakt, weer volledig biologisch afbreekbaar. Er kunnen trouwens allerlei soorten schimmels gebruikt worden voor de productie van –jawel, draagbare en esthetisch verantwoorde – stoffen. Adidas en Hermès ontwikkelden bijvoorbeeld al prototypen uit mycelium, een netwerk van schimmeldraden. Dat materiaal zou in de toekomst nog een handige extra in petto kunnen hebben, want het organisme is in staat om zichzelf te helen. Onderzoekers proberen momenteel dan ook om die eigenschap te behouden tijdens het productieproces. Zo dragen we binnen enkele jaren misschien wel sokken die zichzelf herstellen als er gaten in zitten.

Lichaamseigen materialen: voor en van uzelf

Het is een intrigerend onderzoeksdomein: tissue engineering, oftewel het kweken, printen en programmeren van menselijk weefsel op basis van stamcellen. Die stamcellen komen uit ons beenmerg of lichaamsvet, maar kunnen uitgroeien tot eender welke andere cel. Vandaag kunnen bio-ingenieurs en chemici bijvoorbeeld al huid, botten en haren uit stamcellen laten groeien, maar het uiteindelijke doel is de creatie van een op maat gemaakt lichaamsdeel of een volledig orgaan. Met 3D-bioprinting gaan we ook steeds meer die kant op. Zo maakt het laatste tissue engineering-nieuws uit de Verenigde Staten melding van een oorschelp die ge-3D-print is, op basis van een gel die kraakbeencellen van de patiënt zelf bevatte. Een Franse universitaire spin-off kon dan weer uitpakken met een huidmodel dat onze epidermale lagen nabootst. Deze bio-geprinte huid is nog niet gevalideerd voor transplantaties bij patiënten, maar wordt vandaag wel al door verschillende cosmeticabedrijven gebruikt om producten op te testen. Intussen is het in Israël al gelukt om een hart te bioprinten, alleen moet dat nog leren kloppen. Toch voorspellen onderzoekers dat er binnen afzienbare tijd 3D-bioprinters in onze ziekenhuizen zullen staan, waaruit dan bijvoorbeeld borsten voor reconstructies of organen voor transplantaties zullen ‘rollen’.

Fokus-online.be 10 Smartlist • Innovatieve materialen

#FokusSustainability

De toekomst van duurzaamheid begint hier

M-tech: van milieuadviesbureau tot partner duurzaam ondernemen

Duurzaam ondernemen als prioriteit Bijna een kwarteeuw geleden (in 1999) begon M-tech zijn reis als een voorloper op het gebied van milieuadvies. Doorheen de jaren heeft het bedrijf een schat aan ervaring en kennis opgebouwd en heeft het zich ontpopt tot een gevestigde waarde in de branche met een ijzersterke reputatie. Maar M-tech heeft ook een opmerkelijke transformatie doorgemaakt. Vandaag focust dit adviesbureau niet alleen op milieuexpertise, maar omarmt het een grotere missie: de transitie naar duurzaam ondernemen.

CEO Michiel Boodts aan het woord: “We willen evolueren van een omgevingsadviesbureau naar een partner die bedrijven begeleidt en ondersteunt om duurzaam te ondernemen.”

Waarom de focus op duurzaamheid?

Michiel: Duurzaam ondernemen wordt steeds belangrijker. Europa legt grote beursgenoteerde bedrijven al vanaf 2024 de verplichting op om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu en deze trend zal ook kleinere bedrijven bereiken.

Bovendien heeft het inzetten op duurzaamheid veel voordelen voor het bedrijf zelf. Het stimuleert innovatie. Daarnaast bespaar je als bedrijf kosten door efficiënt gebruik van energie en biedt het toegang tot goedkopere financiering. Tenslotte vergroot je als bedrijf je aantrekkingskracht op zowel klanten als leveranciers en werknemers.

Hoe helpen jullie andere bedrijven om de stap te zetten naar duurzaam ondernemen?

Michiel: Wij helpen onze klanten bijvoorbeeld bij het implementeren van de CO2-Prestatieladder.

Dit is een duurzaamheidsinstrument dat bedrijven en overheden helpt bij het reduceren van CO2.

Concrete acties die wij aan onze klanten adviseren zijn o.m. het verduurzamen van mobiliteit, overschakelen naar hernieuwbare energie, ontharding …

“We gaan altijd voor een win-win situatie.

Een win voor onze klant én een win voor het milieu.”

Hoe passen jullie zelf duurzaamheid toe binnen de M-tech Group?

Michiel: We nemen deel aan het Voka Charter Duurzaam Ondernemen om duurzaam ondernemen niet alleen te promoten in woorden, maar ook zelf de daad bij het woord te voegen.

Group

Van milieuadvies tot omgevingsconsultancybedrijf

Bij M-tech kan je niet alleen terecht voor milieuadvies, maar ook voor ondersteuning bij omgevingsvergunningsaanvragen, milieueffecten- en veiligheidsrapporten.

Via hun milieucoördinatoren staat M-tech hun klanten bij de uitvoering en de naleving van de milieu- en vergunningsvoorwaarden bij. Bovendien ondersteunen ze andere bedrijven met uitgebreid advies op het gebied van natuur, ruimtelijke ordening, stedenbouw, mobiliteit en dus ook duurzaamheid.

M-tech Group www.mtechgroup.be info@mtechgroup.be

Kantoren in: Brussel, Hasselt, Gent, Deerlijk, Namen en Roermond

Fokus-online.be Ontdek meer op
Fokus-online.be 12 Interview Door Ellen Van Hoegaerden Foto’s • Nils Van Praet
‘We mogen de collectieve verbeelding niet onderschatten’
Magali Frankl

Sinds 2015 werkt vzw The Shift onvermoeid aan een duurzame toekomst. Het multistakeholdernetwerk is een veilige haven voor diverse actoren, en komt tot de fundamenten van verandering door partnerships te stimuleren. Directeur Magali Frankl licht toe.

“Onze missie is om de unusual actors samen te brengen. Wij geloven dat je dankzij collectieve intelligentie een ander perspectief krijgt en zo tot belangrijke inzichten komt. Door bedrijven, maar ook non-profitorganisaties, experten uit de academische wereld en bepaalde publieke spelers te connecteren kunnen we de duurzame transitie versnellen.”

Hoe pak je zoiets impactvol aan?

“Onze leden zijn er om van elkaar te leren. Belangrijk is om een veilige plek te creëren. Men heeft van nature de neiging om oplossingen binnen de eigen sector te zoeken, maar de huidige uitdagingen zijn zo complex dat je voorbij die grenzen moet denken. Dat betekent samenwerken met organisaties die we niet gewend zijn. Dan moet je zoeken naar een raakvlak. Iedereen heeft eigen doelstellingen, maar rond welk luik kun je wél samenwerken?

Binnen The Shift bestaat bijvoorbeeld de Belgian Alliance for Climate Action, of BACA, een platform opgericht met WWF. Meer dan 100 bedrijven hebben zich geëngageerd om op de wetenschap gebaseerde klimaatdoelstellingen te stellen en deze te behalen. De helft van die bedrijven heeft ondertussen gevalideerde science-based targets.”

Hoe vul je die veilige omgeving precies in?

“Neem bijvoorbeeld onze voeding. Bepaalde producten, zoals koffie, hebben een grote negatieve impact in de landen waar ze geproduceerd worden, zoals ontbossing of een gebrek aan een eerlijk loon voor de boeren. Rond dat laatste zijn er bijvoorbeeld veel spelers actief in België. Alle actoren binnen die waardeketen, van de boeren tot de coöperatieven, merken, supermarkten, financierders en ngo’s, hebben we samengebracht. Vervolgens werkten we rond de methodiek van de hackathon. Hier geeft iedereen duidelijk aan: wat is mijn perspectief, waar heb ik invloed op, en waar stopt het? Dat zetten we dan lijnrecht tegenover elkaar. Ik zeg altijd: er is niet één speler die de oplossing heeft, anders zou het al opgelost zijn. We hebben verschillende perspectieven nodig om op een innovatieve manier tot een betere oplossing te komen.”

Wanneer spreek je van een geslaagd partnership?

“Vandaag zijn veel partnerships van het filantropische type: ‘Ik doneer dat bedrag aan die vzw.’ Maar ze zouden eerder transformatief moeten zijn. Hoe komen we tot 1+1=3? Bij een goed partnership is er een voordeel voor alle organisaties, die samen een extra waarde creëren voor de samenleving en het milieu. Wat wij onze leden aanbieden is connectie enerzijds, maar ook hoe stappen te zetten naar commitment. Dat betekent dat je bepaalde doelstellingen stelt. En dan volgt natuurlijk de change: hoe doen we dat concreet?”

Wat zijn de noodzakelijke fundamenten om voor echte verandering te zorgen?

“Begin met de vraag: ‘Waar heb ik de meeste negatieve impact, of waar kan ik een positieve impact zien?’ Het heeft geen nut om een inclusie- en diversiteitsprogramma uit te werken als jouw grootste negatieve impact zich bij ontbossing bevindt. Je moet verantwoordelijkheid nemen ten opzichte van het klimaat en de biodiversiteit, én de mensenrechten. De 17 SDG’s vormen daarbij onze kapstok. Dan volgen de vragen: ‘Hoe kan ik tot een volledige transformatie van mijn organisatie komen? En wat betekent waarde(creatie) nog voor mij?’ Veel vernieuwende modellen kunnen moeilijk opschalen, omdat de financiële waarde niet zo groot is, maar hun impact op de planeet of de samenleving is dat dan weer wel. Ten slotte is ook het bestuur belangrijk: ‘Wat is de missie van mijn organisatie, en hoe is het bestuur errond opgesteld?’”

Hebben bedrijven doorgaans de neiging om verandering te complex te maken, waardoor ze vastlopen?

“Duurzaamheid is vandaag overal. Veel mensen weten inderdaad niet waar te beginnen en dan belanden ze in een ‘freeze-modus’. Er bestaan al veel oplossingen en de technologie is er, we moeten nu gewoon dóén. Kijk naar je impact en weet waar je prioriteiten liggen. Na het opstellen van je doelstellingen en een klimaatactieplan, kun je beginnen met meten en opvolgen. Na een paar jaar, als je aantoont dat je in de goede richting evolueert, treed je ermee naar buiten en word je potentieel een echte frontrunner binnen je sector. Dan ben je jezelf aan het transformeren en zullen er zaken veranderen.”

Jullie geven ook een stem aan de jongere generatie. Vanwaar de vaste rol van deze zogenaamde Young Challengers binnen jullie netwerk?

“De lat ligt simpelweg niet hoog genoeg voor de jongere generatie. Zij blijven ons uitdagen. Bij onze bestuursvergaderingen nodigen we een Young Challenger uit, ook soms bij onze

leden. Iemand extern en jong kijkt naar bestaande ideeën en daagt ze uit. Want, we are not bending the curve. Het gaat nog niet in de goede richting op. We moeten die ambitie blijven verhogen.”

Is het niet moeilijk om steeds positief te blijven, wanneer je denkt aan de vele uitdagingen die er nog zijn?

“Zeker. Ik ervaar dat in mijn team en in het netwerk. Sommige mensen zien het niet meer. Maar uiteindelijk hebben we als mens de keuze om zelf betekenis te geven aan dat toekomstperspectief. Alle emoties die er bestaan rond wat er vandaag gebeurt, mogen er zijn. Het is belangrijk dat we ze een plaats geven. We moeten blijven kijken naar de wetenschap. Ook mogen we de collectieve verbeelding niet onderschatten, want als je het je eenmaal kunt inbeelden, kan het worden gerealiseerd. Dat is toch belangrijk om mee te geven aan die jongere generatie. Mijn hart breekt als ik jongeren hoor zeggen dat ze geen kinderen op de wereld willen zetten. Wij hebben de maatschappelijke verantwoordelijkheid om opnieuw de feiten als basis te leggen en een nieuw toekomstperspectief te bieden. De verbeelding en het vertrouwen in de toekomst moeten altijd groter zijn dan de angst.”

Smart Fact.

Wat doe jij wanneer je geen veilige omgeving creëert voor organisaties binnen The Shift?

“Wel, nagenoeg hetzelfde. Ik doe in mijn privéleven bijna niets anders dan mensen te connecteren die niets met elkaar te maken hebben (lacht). Dat komt als vanzelf. Niets leuker dan mensen ontmoeten met een heel andere kijk op de wereld.”

Een transformatief partnership

“Papillon is een project van BSH Home Appliances en sociale organisatie SAAMO. Zij creëerden een positieve impact op mensen die in energiearmoede leven: Bosch verhuurt verschillende huishoudapparaten tegen een lage prijs, met een langere levensduur en binnen de circulaire economie. Tegelijkertijd dient het een maatschappelijk doel. Een prachtig voorbeeld van hoe een transformatief partnership kan leiden tot nieuwe, inclusieve businessmodellen.”

Samenwerking over de waardeketen heen

“Scope 3 krijgt steeds meer aandacht, dat is de CO2-uitstoot in de hele levenscyclus, ook van reeds verkochte producten. Er is dialoog nodig tussen bedrijven en leveranciers én met de klanten over het gebruik van een product of dienst. Een ander voorbeeld is hoe supermarktketens programma’s uitwerken om te zorgen dat boeren op de milieuvriendelijkste manier en voor een eerlijk loon werken. Beide voorbeelden duiden op de nood aan partnerships.”

13 #FokusSustainability Interview
Het heeft geen nut om een inclusie- en diversiteitsprogramma uit te werken als jouw negatieve impact zich bij ontbossing bevindt.

Naar een toekomst zonder afval

Steeds meer bedrijven kiezen voor duurzaamheid en ondernemen actie om hun ecologische voetafdruk te verkleinen in de strijd tegen de klimaatopwarming. Nestlé is het eerste bedrijf in België dat het ‘Zero Waste’-certificaat kreeg voor zijn hoofdkantoor in Anderlecht, een beloning voor de inspanningen om ten volle in te zetten op een circulaire aanpak.

Dit project past in het algemene initiatief van Nestlé om duurzaamheid op alle niveaus van het bedrijf te integreren, van productie tot infrastructuurbeheer. Elke stap moet worden onderzocht om de hoeveelheid afval en de uitstoot van broeikasgassen te minimaliseren.

“Elk gebaar telt, maar het bedrijf kan dit niet alleen. De betrokkenheid van de werknemers is ook belangrijk”, benadrukt Kristel Peeters, Head of General Services & SHE bij Nestlé Belgilux.

Door eerst zijn werknemers bewust te maken en vervolgens ook zijn consumenten, hoopt Nestlé inspiratie te geven voor een gedragsverandering die ook buiten het bedrijf wordt uitgebreid. Een goede sortering van het afval is bovendien cruciaal: “We hebben bewustmakingsacties georganiseerd om good practices rond afvalsortering bij te brengen. Daarnaast kunnen we rekenen op een voltijdse waste coach die de werknemers begeleidt en helpt na te gaan in welke domeinen nog verbeteringen mogelijk zijn”, gaat Kristel verder.

De oplossing bestaat dus uit een combinatie van interne en externe initiatieven. Permanente communicatie, vruchtbare samenwerkingsverbanden met gespecialiseerde afvalbeheerders én de wil om partnerschappen op te zetten met de leveranciers waar iedereen beter van wordt, staan centraal in deze aanpak. Kristel merkt op: “De leveranciers staan hier eigenlijk echt wel voor open. We gaan samen constructieve discussies aan en komen tot oplossingen. Zo leveren we een gezamenlijke inspanning voor meer duurzaamheid.”

Nu de klimaatcrisis haar toppunt heeft bereikt, zijn initiatieven zoals dat van Nestlé niet alleen welkom maar ook broodnodig. ‘Zero Waste’ is

veel meer dan gewoon een slogan. Het is een concreet voorbeeld. Dankzij dit project werd de hoeveelheid restafval in het hoofdkantoor van Nestlé in Anderlecht verlaagd tot slechts 0,6%. Van 2 kg naar zo’n 25 g restafval per werknemer per maand: een sterke daling vergeleken met 2019, het jaar waarin het project werd opgestart. Door proactieve maatregelen te nemen en nauw samen te werken met verschillende betrokken partijen, toont Nestlé dat het wel degelijk mogelijk is om zakelijke belangen en duurzaamheid met elkaar te verzoenen.

“We kunnen rekenen op een voltijdse waste coach die de werknemers begeleidt en helpt na te gaan in welke domeinen nog verbeteringen mogelijk zijn.”

De tijden van enkele beglazing liggen al lang achter ons. Dubbele en zelfs triple beglazing zijn vandaag de norm. Dikkere beglazing zorgt voor een betere isolatie en dat komt onze energiefactuur ten goede. Gerhard Lugtigheid, eigenaar van Econglas by SolVer BV, legt uit hoe ze bij Econglas telkens opnieuw blijven innoveren.

Econglas is dé specialist wanneer het aankomt op het plaatsen van al het denkbare glaswerk. Dat glaswerk speelt zich niet enkel buiten af. Een resem aan beglazingsmogelijkheden behoren juist tot het interieur. Het gamma strekt zich uit van dubbele beglazing en balustrades tot glazen trappen en douchecabines, en ga zo nog maar even verder.

MINDER VERBRUIKEN

We beginnen bij de bron: dubbele en triple beglazing. Wat zijn hier nu juist de voordelen van? “Dubbele beglazing zorgt ervoor dat je woning nooit naar de extreme temperaturen zal neigen”, zegt Gerhard Lugtigheid. “Je kunt de extra beglazing bekijken als een betere isolatie tegen de buitentemperatuur. Nooit te warm in de zomer, en belangrijker nog, nooit te koud in de winter. Betere beglazing heeft dus een directe impact op je energiefactuur. Niet overbodig stoken of afkoelen. We kunnen zelfs nog verder gaan door triple beglazing te plaatsen. Het extra voordeel hiervan is dat de extra laag zorgt voor een (veel) betere geluiddichtheid. Zo zal het drukke verkeer geen stoorzender meer vormen wanneer je thuis volledig tot rust wilt komen.” Deze dubbele of triple

beglazing kan op haar beurt nog eens voorzien worden van een zonwerende coating. Deze coating zorgt ervoor dat de zon je woning niet onaangenaam opwarmt. “Vroeger hadden zulke coatings de neiging om in het licht een blauw- of bruinachtige kleur te vertonen. Daar hebben wij volledig komaf mee gemaakt. Met of zonder coating, ons glas wordt steeds helderder”, haalt Gerhard Lugtigheid aan.

HUIDIGE TRENDS

Glas is toch maar glas, denken jullie misschien? Toch niet! Ook de glaswereld heeft zijn trends. “De trend van vandaag valt het best te beschrijven als nostalgie. We grijpen steeds vaker terug naar het verleden in het creëren van een warme thuis. De art deco-stijl, gekleurd glas en de marmerlook zijn tegenwoordig erg populair. De mensen halen steeds meer inspiratie uit het verleden om hun toekomst extra sfeer en karakter te geven. Anderzijds brengen we met Econglas het verleden ook naar de toekomst door oude gebouwen door middel van de gepaste glasisolatie een nieuw leven te schenken, zonder hun originele fundamenten weg te halen. Bij Econglas staan het verleden en de toekomst steeds in wisselwerking met elkaar”, zegt Gerhard Lugtigheid. Art deco is natuurlijk erg charmant en karaktervol, maar het nadeel van de originelen is dat de isolatiewaarde hier slecht scoort. Reproducties zoals die van Econglas, combineren die charme met de huidige innovaties. Hierdoor creëer je niet enkel een krachtige look, maar schroef je ook de energiekost terug. Win-win.

RECYCLEREN

De productie van glas is niet het milieuvriendelijkst, maar dat weerhoudt Econglas er niet van om zich extra in te zetten om hun afvalberg te verkleinen. “Bij glasschade kunnen wij de klant uit de nood helpen door opgelopen krasjes weg te werken, maar in veel gevallen is het eigenlijk goedkoper om meteen nieuwe beglazing te installeren. Gebarsten glas belandt daarbij niet in de afvalcontainer. Beschadigd en oud glas wordt ingezameld en door ons opgehaald. Daarna worden de verschillende types glas van elkaar gescheiden en vervolgens opnieuw ingezet als basis voor de productie van kraakhelder nieuw glas. Het recyclageproces houdt op deze manier de afvalberg kleiner”, zegt Gerhard Lugtigheid.

Ben je door dit verhaal getriggerd geraakt en wil je graag meer te weten komen over Econglas? Dan heb je geluk, want op 21 oktober zet de toonzaal van Econglas by SolVer haar deuren wagenwijd open voor het publiek. Van 9-17u kun je de toonzaal, gelegen aan de Ballingsweg 24 te Zottegem, van top tot teen bezoeken.

De trends in de glaswereld: “Het verleden en de toekomst staan steeds in wisselwerking met elkaar”

We willen allemaal een gezellige woning, maar denken we tijdens het bouwen of verbouwen wel toekomstgericht genoeg na?

De bouwsector heeft immers een grote impact op het milieu, en ondoordachte werken doen hier zeker geen goed aan.

Eerst het slechte nieuws: de bouwsector is verantwoordelijk voor bijna 40 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Dit gaat van belastende productieprocessen tot ondoordachte verbouwingen. Nochtans is er heel wat verbetering mogelijk als we nadrukkelijker circulair gaan denken.

Toekomstgericht

In de zoektocht naar de perfecte woning focussen we vaak nog te veel op vandaag en niet op morgen. Eén kind kunnen er twee of drie worden, en als de kinderen het huis uit zijn, ben je weer alleen met je partner. Een gezin evolueert nu eenmaal door de jaren heen en daar zou een

Het is noodzakelijk dat we materialen makkelijk uit elkaar kunnen schroeven en vervangstukken kunnen aanbrengen waar nodig.

woning op voorbereid moeten zijn. “Tijdens het bouwen of verbouwen moet er steeds worden nagedacht over de mogelijke nieuwe functies van de woning. Een voorbeeld hiervan is het toegankelijk maken van leidingschachten zodat er de mogelijkheid is om later zonder breken aanpassingen te doen en een deel van de woning te transformeren”, zegt Veerle Labeeuw, facilitator Circulaire Economie bij Vlaanderen Circulair.

Een volgende belangrijke pijler is het gebruik van materialen die makkelijk te herstellen zijn. “Zoals het Europese wetsvoorstel Right to Repair voorschrijft, is het noodzakelijk dat we materialen makkelijk uit elkaar kunnen schroeven en vervangstukken kunnen aanbrengen waar nodig”, aldus Veerle Labeeuw. “Het doel van circulair bouwen is kijken hoe we zo efficiënt mogelijk kunnen omgaan met onze materialen”, vervolgt Arianne Acke, medewerker Team Bouw bij OVAM. “We hebben het misschien lang niet beseft, maar voor een lange tijd zijn we op een erg luxueuze wijze omgegaan met onze materialen. Onze grondstoffen zijn niet onuitputtelijk. Schaarste is een realiteit waar we slim mee dienen om te gaan.”

Circulair gelijk aan duurder?

Wanneer we over circulariteit nadenken wordt er vaak de link gelegd met initieel grotere investeringen. Is dit wel terecht? “Als je tweedehandsmaterialen gebruikt is er directe winst. Op lange termijn is circulair bouwen zeker niet duurder, integendeel zelfs. Door toekomstgericht na te denken over mogelijke functiewijzigingen bespaar je juist een grote hap op je renovatiebudget”, verduidelijkt Veerle Labeeuw. Circulair staat daarmee niet enkel in het teken van de juiste materialen en de toekomstgerichte visie.

Circulair kan ook betekenen dat je je afvraagt of bepaalde ingrepen wel echt vereist zijn. Moet je oprit wel verhard worden? Is het nodig om het plafond strak af te werken? Circulair denken moet je leren en daarom is het belangrijk om de opgedane kennis door te geven.

Onze grondstoffen zijn niet onuitputtelijk. Schaarste is een realiteit waar we slim mee dienen om te gaan.

De toekomst van circulariteit

Om het verspillen van grondstoffen een halt toe te roepen, zal de circulaire manier van denken een tweede natuur moeten worden. “Het is een samenwerking over heel de bouwsector heen. Van productie tot architecten en van transport tot de werf. De digitalisering van de bouwsector biedt heel wat mogelijkheden waarop het circulair bouwen kan meesurfen. Hoe meer informatie we hebben over de materialen in onze woningen, hoe eenvoudiger hergebruik en circulair bouwen in de toekomst worden. Bij voorkeur vinden we al die info in een toegankelijke database of een bouwwerkpaspoort”, zegt Arianne Acke. Veerle Labeeuw besluit: “We zullen gaan naar een circulair netwerk waarvan we over de verschillende landen heen gebruik kunnen maken zodat we geen kans onbenut laten om telkens de circulaire weg te nemen.” Als we verder willen bouwen aan onze toekomst moeten we van circulair denken onze tweede natuur maken. Het moet zo vervlochten zitten in ons denken dat we in de toekomst circulair bouwen gewoon bouwen zullen gaan noemen.

Fokus-online.be 16 De noodzaak van circulair bouwen
‘Dé manier om de klimaatdoelstellingen te halen’
Door Victor Peeters
— VEERLE LABEEUW VLAANDEREN CIRCULAIR

Bij het uitbouwen van een gezonde overheidsdienst komt heel wat kijken. Het toepassen van een strategisch milieubeleid mag hierbij zeker niet worden vergeten. Daarbovenop komen dan nog eens de Europese energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030-2040. Reden te meer om hier een prioriteit van te maken.

De periode 2030-2040 is nog ver, denkt u misschien. Om een vakantie te boeken wel, om een functioneel milieubeleid uit te bouwen niet. Een milieubeleid wordt niet op een-twee-drie opgesteld en toegepast. Zo kan het zelfs nodig zijn om verschillende ingrepen door te voeren zodat uw overheidsdienst zo min mogelijk energie verspilt. Wat zijn nu juist de Europese energie- en klimaatdoelstellingen? We lijsten ze even op.

Doelstellingen 2030-2040

De klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030-2040 zijn opgenomen in de Raadsconclusies van 23 en 24 oktober 2014. Tijdens de Europese Raad van 10 en 11 december 2020 werden hier nog enkele wijzigingen in aangebracht. Volgende doelstellingen voor 2030 werden door de raad vastgelegd. Om te beginnen een bindende EU-reductiedoelstelling van minstens 55 procent (t.o.v. 1990) voor de uitstoot van broeikasgassen op het EU-grondgebied. Vervolgens een bindende EU-doelstelling van minstens 32 procent hernieuwbare energie in het finale energiegebruik in 2030. Alsook een indicatieve EU-reductiedoelstelling van minstens 32,5 procent voor het energiegebruik in 2030. Tot slot een interconnectiedoelstelling van 15 procent in de elektriciteitssector. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar met de juiste benadering kan elke overheidsdienst een gepast milieubeleid opstellen. Er bestaat geen magische formule die we kunnen toepassen op alle overheidsdiensten. Elke overheidsdienst heeft haar unieke eigenschappen en vereist een unieke aanpak.

Vastgoedoppervlakte

De pandemie introduceerde ons met telewerken. Toen noodgedwongen, vandaag eerder een aangename luxe.

“Het is belangrijk om te analyseren wat de effectieve bezettingsnorm van de overheidsdiensten zijn. We kunnen reeds uitgaan van twee telewerkdagen per week. Een vrijheid die ervoor zorgt dat we kunnen snoeien in het aantal vierkante meters. Een kleinere oppervlakte leidt tot een lager energieverbruik. De

beste energie is de energie die we niet verbruiken”, zegt Laurent Vrijdaghs, administrateur-generaal en voorzitter van het directiecomité van de Regie der Gebouwen. Kantoorruimtes zullen zeker niet verdwijnen, maar de behoefte om het voltallige personeel gelijktijdig te kunnen plaatsen zal afnemen.

Zonnepanelen

In tegenstelling tot de vastgoedoppervlakte zouden we denken dat de hoeveelheid zonnepanelen net wel alsmaar zal toenemen, maar is dit wel terecht? “Zonnepanelen zijn zeker de toekomst, maar gaan steeds gepaard met een grotere investering. Niet enkel de meerkost maar ook de kwaliteit en isolatie van het dak spelen een belangrijke rol. We mogen niet op de zaken vooruit lopen. Zonnepanelen komen pas ter sprake als de basis van het gebouw in orde is. Dan heb ik het bijvoorbeeld over een volwaardige dakisolatie en het plaatsen van dubbele beglazing”, aldus Laurent Vrijdaghs. Dit geeft nog eens aan dat elke overheidsdienst verschilt en daarbij een andere aanpak vereist. Belangrijk hierbij is om initieel het energieverbruik in kaart te brengen. Op basis hiervan kan worden gekeken waar veel verbruikt wordt en welke alternatieven er beschikbaar zijn. Stap voor stap. Laurent Vrijdaghs besluit: “De Europese klimaatdoelstellingen zijn ambitieus en vereisen zeker een grote inspanning, maar ze zijn niet onmogelijk. Om het doel te behalen is samenwerking de boodschap. Die samenwerking mag breed worden geïnterpreteerd. Regionaal, provinciaal, federaal en zelfs internationaal. Geen enkele grens is te breed om de klimaatdoelstellingen te verwezenlijken.”

De Regie der Gebouwen speelt als vastgoedbeheerder van de federale staat een voortrekkersrol op vlak van energie-efficiëntie en duurzame ontwikkeling. In totaal biedt ze kantoorruimte aan voor maar liefst 65.000 ambtenaren. Ze houdt ook het architecturaal erfgoed van de Belgische Staat in stand. Haar vastgoedportefeuille omvat bijna 900 sites (6,8 miljoen m²), zoals kantoor- en gerechtsgebouwen, gevangenissen, sites van de Federale Politie, musea…

LAURENT VRIJDAGHS

ADMINISTRATEURGENERAAL EN VOORZITTER

VAN HET DIRECTIECOMITÉ

17 #FokusSustainability Brand Report • Regie der Gebouwen
Het gepaste milieubeleid op maat van de openbare instelling: “Start met je energieverbruik in kaart te brengen”
Meer over.
We mogen niet op de zaken vooruit lopen.
Zonnepanelen komen pas ter sprake als de basis van het gebouw in orde is.

Vier pijlers die onze zorgsector gezond houden

Sociale duurzaamheid is een breed begrip dat vele invullingen kent. Binnen de gezondheidszorg verbindt het verschillende actoren die er samen voor moeten zorgen dat iedereen op dezelfde manier de beste zorg krijgt. Deze vier pijlers tonen de focuspunten van social sustainability in deze zorgcontext. Alle zijn erop gericht om het algemeen welzijn van ieder individu binnen onze samenleving te verhogen.

Door Ellen Van Hoegaerden

Levenskwaliteit

Sociale duurzaamheid streeft ernaar de levenskwaliteit van mensen zo hoog mogelijk te houden of te verbeteren, voor zowel huidige als toekomstige generaties. Om in het kader van de gezondheidszorg sociaal duurzaam te kunnen handelen, moeten we erkennen dat onze zorgsystemen intrinsiek verbonden zijn met tal van maatschappelijke factoren. Deze mee in acht nemen en aanpassen waar nodig zal uiteindelijk de collectieve gezondheid blijvend bevorderen.

Betaalbare huisvesting, gebalanceerde voeding en voldoende beweging, een gezonde financiële en mentale gezondheid, en sterke sociale netwerken zijn slechts enkele voorbeelden van sociale componenten die de levenskwaliteit kunnen verbeteren of aantasten. Het gaat in deze context dus niet enkel om de afwezigheid van ziekte, maar ook om het verbeteren van deze factoren om tot de best mogelijke zorg te komen. Ook door hier voldoende aandacht aan te schenken kunnen we de algemene druk op onze healthcaresector verminderen.

Naast het in balans brengen of houden van deze sociale componenten, is het belangrijk om een gemakkelijke toegang tot de zorg te garanderen voor iedereen. Het zal leiden tot een hogere levensverwachting, die bovendien kwalitatief zal worden ingevuld. Het individu heeft daarbij recht op voldoende duidelijke informatie om naar eigen vermogen volledig autonome beslissingen te maken over eventuele medische behandelingen. Ten slotte is preventie een niet te vergeten aspect: zo weinig mogelijk stress, (kennis over) gezonde voedingspatronen en preventieve zorg zullen het algemene welzijn bevorderen en zorgen voor een hoge levenskwaliteit.

Sociale cohesie

Het verbeteren van onze gezondheidszorg is niet enkel afhankelijk van de beleidsmakers of professionals die in het werkveld staan. Ook de rol van het individu binnen de maatschappij waarin de zorginstellingen functioneren is erg groot. Sociale cohesie is het kernwoord. Het duidt op de mate waarin mensen en gemeenschappen met elkaar in verbinding staan of op welke manier zij zich verbonden voelen met elkaar (en de zorgsector). Deze groepen en/of individuen moeten het gevoel hebben dat zij iets kunnen betekenen voor de gemeenschap, zodat ze samen aan één gemeenschappelijk doel kunnen werken en zo de globale gezondheid een boost kunnen geven.

Mensen binnen deze sociale netwerken moeten hier voldoende (emotionele) steun, hulp en informatie over hun verschillende gezondheidsnoden en behoeften terugvinden. Dit verhoogt het vertrouwen onderling, maar ook dat in de healthcaresector. Hierdoor zullen patiënten geen weerstand voelen om tijdig medische hulp te zoeken en deze ook te accepteren wanneer die wordt aangeboden. Binnen een sterke sociale groep kan ieder individu ook dienen als goed voorbeeld om zo gezond mogelijk te blijven: het moet bijvoorbeeld (impliciet) aangemoedigd worden om gebalanceerd te eten, regelmatig te sporten en op verschillende manieren voor lichaam en geest te zorgen. Dit werkt ook ziektepreventie in de hand.

Ten slotte weerklinkt de stem van een gemeenschap veel luider dan die van één individu. Sociale cohesie creëert dus meer impact op beleidsvoering binnen de zorgsector. Samen kan men efficiënter de nodige verandering doorduwen en een gevoel van solidariteit versterken om tot een groter algemeen welzijn te komen.

Gelijkheid en diversiteit

Wanneer er ongelijkheid heerst in de maatschappij zal die zich doorgaans doortrekken tot in de gezondheidszorg. Dat wil echter niet zeggen dat deze ongelijke structuren niet weggewerkt kunnen worden binnen de vele zorginstellingen, zodat iedereen toegang krijgt tot de nodige zorg. Ziekenhuizen en andere zorginstellingen moeten daarom alles in het werk stellen om diversiteit en inclusiviteit te omarmen en integraal deel te laten uitmaken van hun zorgbeleid.

Een sociaal duurzaam gezondheidszorgsysteem is toegankelijk voor alle bevolkingsgroepen, los van geslacht, fysieke beperkingen, seksuele geaardheid, inkomen… De taal en de culturele achtergrond van de patiënt zouden bijvoorbeeld geen impact mogen hebben op de kwaliteit van de zorg. Communicatie en een gevarieerde taalkundige aanspreekbaarheid moeten deel uitmaken van de medische zorgverlening. Ook moeten healthcareprofessionals voldoende begrip tonen voor mensen van alle culturele achtergronden, met respect voor verschillende overtuigingen. Aandacht voor een divers team en aangepaste personeelswerving kan zo’n inclusieve zorgomgeving stimuleren, met een positieve impact op zowel de zorginstelling als de patiënt. Het kan ook helpen om minderheidsgroepen te betrekken bij besluitvorming en verder onderzoek binnen de zorg.

Iedere vorm van discriminatie moet worden voorkomen. Sensibiliseriseringscampagnes, opleidingen en gesprekken kunnen het bewustzijn hierover vergroten en alle vormen van discriminatie helpen voorkomen. Onderzoek en monitoring zijn bij dit alles van groot belang: hoe meer inzichten, hoe gemakkelijker men eventuele probleempunten kan aanduiden. Of simpelweg: meten is weten.

Governance en democratie

Om daadwerkelijk inclusief en sociaal duurzaam te kunnen werken binnen de gezondheidszorg, is er nood aan transparantie over onder meer besluitvorming, beleid en financiën. De gemeenschap, bestaande uit diverse groepen mensen, en overheidsinstanties moeten hierbij worden betrokken voor een zo democratisch mogelijke zorgsector.

Te allen tijde moeten de rechten van de patiënt worden beschermd. Die moeten dan ook in een duidelijke regelgeving worden gegoten, die helder is voor alle zorgverleners. Dat zal soms betekenen dat er, al dan niet over de grenzen heen, met andere (private) zorginstellingen moet worden samengewerkt om de allerbeste zorg te kunnen aanbieden. Ook daarvoor moeten structuren worden opgezet om dit zo soepel mogelijk te laten verlopen, met een minimale of geen impact op de kwaliteit van de zorg. Onafhankelijke partijen dienen toezicht te houden op het waarborgen van een op-en-top democratisch beleid. Zij dwingen verantwoording af bij de juiste partij en ondersteunen zo het vertrouwen in onze zorgsector door eerlijkheid en transparantie prioriteit te geven.

Een duurzame en inclusieve financiering maakt ook deel uit van een democratisch beleid en good governance. Personeelstekorten of ontoereikende middelen als gevolg van een te beperkt budget zijn nefast voor een goed zorgbeleid. Er moet voldoende aandacht gaan naar efficiënt budgetbeheer, aangevuld met financieringsstructuren zoals subsidies of aangepaste verzekeringen, die ervoor zorgen dat ook kwetsbare groepen toegang hebben tot zorg. Ten slotte is investeren in R&D en innovatie een van de belangrijkste pijlers om de zorgsector ook in de toekomst gezond te houden.

Fokus-online.be 18
Smartlist • Sociale duurzaamheid

‘Fors investeren in koolstofarmere en circulairdere productieprocessen’

De chemische nijverheid wordt vaak de moeder van de industrie genoemd. En wie aan industrie denkt, denkt snel aan dampende wolken en vervuiling die het klimaat bedreigen. Toch worden groene chemie en duurzame productiepraktijken hét issue voor de komende decennia. We vroegen naar de uitdagingen binnen de sector met enkele toonaangevende spelers.

Hoe kunnen bedrijven de overstap maken naar groene chemie en duurzame praktijken implementeren?

“Groene chemie betekent voor mij de elektrificatie van de chemische processen zodat geen gebruik meer hoeft te worden gemaakt van fossiele brandstoffen. Dit kan via hernieuwbare elektriciteit. Bovendien is het raadzaam zo weinig mogelijk fossiele brandstoffen te gebruiken als grondstoffen, maar bij voorkeur afvalstoffen (zoals CO2) of componenten die alomtegenwoordig zijn (zoals water en lucht). Groene chemie betekent vooral het omzetten van deze componenten naar bouwstenen voor de chemische industrie, met behulp van hernieuwbare elektriciteit. Het is wellicht niet zo evident hoe bedrijven die overstap kunnen maken en dit in de praktijk kunnen implementeren.”

“Chemie ligt aan de basis van zowat alles wat we dagelijks gebruiken én levert de essentiële bouwstenen voor onder andere batterijen, computerchips en zonnepanelen. De sector is dus cruciaal om de ambities van de Green Deal te helpen realiseren. Die transitie is binnen de sector al volop ingezet. Bedrijven investeren fors in koolstofarmere en circulairdere productieprocessen. Tegelijkertijd zetten ze zwaar in op innovatie. Zo werken ze samen met innovatieve start-ups uit BlueChem, de incubator voor duurzame chemie in Antwerpen, om kunststoffen circulairder te maken, CO2 te hergebruiken en waardevolle elementen uit water te recupereren.”

Welke innovatieve technologieën en processen worden gebruikt in de groene chemie?

“Een technologie voor elektrificatie die de laatste jaren sterk in opmars is, is plasmatechnologie. Een plasma is een (partieel) geïoniseerd gas dat opgewekt wordt door het aanleggen van elektriciteit over een gas. Naast neutrale gasmoleculen bestaat het plasma ook uit vele soorten reactieve deeltjes, die een nieuwe soort chemie mogelijk maken. Chemische reacties zijn mogelijk op een energie-efficiënte manier, bij atmosfeerdruk en kamertemperatuur. Plasma kan bovendien zeer snel in- en uitgeschakeld worden, en is daarom heel geschikt in combinatie met fluctuerende hernieuwbare elektriciteit.”

“De weg naar klimaatneutraliteit loopt in de chemiesector via twee grote paden. Aan de ene kant zetten bedrijven in op duurzame koolstofcycli met een optimaal circulair koolstofmanagement. Denk daarbij aan de opvang, opslag en uiteindelijk het hergebruik van CO2, het gebruik van biogebaseerde grondstoffen en chemische recyclage waarbij kunststoffen aan het eind van hun gebruiksfase opnieuw worden omgezet in hoogwaardige grondstoffen voor de chemie-industrie. Aan de andere kant werken chemiebedrijven aan energie-innovaties waarbij productieprocessen worden geëlektrificeerd, waterstof nuttig wordt ingezet en optimaal gebruik wordt gemaakt van restwarmte.”

“Simpelweg door het te doen. Het ontwikkelen of het aantrekken van nieuwe competenties binnen het bedrijf mag hierbij niet vergeten worden. Het gaat ook om ervaring met footprintanalyses – met inzicht in direct maar ook indirect waterverbruik –, met het opstellen van duurzaamheidsrapportages en de impact te meten van duurzaamheidsinitiatieven binnen het bedrijf en de omgeving. Met die expertise kan het bedrijf duurzaamheid en waterbeheer integreren in de bedrijfsstrategie en in operationele processen, zodat meervoudige waarde wordt gecreëerd voor zowel het bedrijf als de samenleving als geheel.”

“Deze kunnen worden ingedeeld onder de noemers narrowing, closing en slowing Narrowing verwijst naar het verbeteren van waterefficiëntie, bijvoorbeeld door het gebruik van warmtepompen om zowel energie- als waterbesparingen te realiseren. Closing richt zich op het sluiten van de waterkringloop met behulp van bekende technologieën zoals omgekeerde osmose, ultrafiltratie en nanofiltratie. Slowing heeft betrekking op het vasthouden van lokaal gevallen water en het aanvullen van de strategische grondwatervoorraad. Het doel is om te voorkomen dat water onnodig naar de zee wordt afgevoerd en in plaats daarvan wordt gebruikt om de grondwatervoorraad aan te vullen.”

Wat zijn de belangrijkste uitdagingen en kansen op het gebied van duurzaamheid en groene chemie?

“Innovatieve technologieën zitten vaak nog in de onderzoeksfase. Ze werken al goed op laboschaal, maar moeten nog opgeschaald worden naar een grotere, industriële schaal. Daarbij is het belangrijk dat hun performantie (conversie-efficiëntie, energie-efficiëntie) behouden blijft. De chemische industrie moet ook worden overtuigd van deze nieuwe technologieën. Bestaande industriële installaties worden voorlopig niet zo snel vervangen door nieuwe technologieën, want er zijn grote investeringen aan voorafgegaan. Dit is duidelijk een proces dat nog vele jaren zal duren. Incentives vanuit het beleid zullen helpen om dit proces te versnellen zodat de overschakeling sneller kan worden gemaakt.”

“Tegen 2050 zal de chemiesector een radicale transformatie doormaken van hoe en wat we produceren. Dit vereist honderden miljarden euro’s aan investeringen. Het zijn de investeringsbeslissingen van vandaag en morgen die onze welvaart van de komende decennia zullen bepalen. Daarvoor is er een sterk industriebeleid nodig dat tegenwicht biedt aan de economische steunprogramma’s in de buurlanden en de VS, zodat bedrijven worden gestimuleerd om hier te blijven investeren en innoveren. De nadruk moet liggen op bevoorradingszekerheid van energie tegen competitieve prijzen en een beleidskader dat focust op wat we willen bereiken in plaats van bedrijven in een strikt keurslijf te dwingen.”

“It’s all about law and money. Het behalen van een zekere return on investment was vaak leidend. Alleen zien we de laatste jaren dat wateruitdagingen zich steeds prominenter manifesteren. Het gaat onder meer om het garanderen van de bevoorradingszekerheid. Die staat nog meer onder druk door de klimaatverandering, maar ook door nieuwe watergebruikers zoals de waterstofeconomie en complexere recyclageprocessen gekoppeld aan een hogere waterkoelingsvraag. Om een license to operate en economische continuïteit te garanderen, bekijken bedrijven hoe ze de impact op de leefomgeving kunnen verminderen en zelfs positief kunnen beïnvloeden door in te zetten op groene chemie en duurzame praktijken.”

Fokus-online.be 20 Expertpanel • Groene chemie

Wij helpen ugraag in de min.

Als het over CO2 uitstoot gaat ben je blij als je in de min gaat. Want hoe lager de negatieve impact die je bedrijf maakt, hoe groter de winst. Niet alleen voor de planeet maar zeker ook voor je bedrijf.

We helpen jouw CO2 boekhouding graag in de min door te meten en rapporteren (CarbonAltDelete), het via slimme investeringen te reduceren (Mantis) en er geloofwaardig over te communiceren (bigtrees). Zodat jij er uiteindelijk van kan profiteren!

Meet - Reduceer - Investeer - Communiceer - Profiteer

Carbon accounting software carbonaltdelete.eu

Duurzame marketing en consultancy bigtrees.be

Duurzaamheid studiebureau mantisconsulting.be

Jaap Korteweg

Samenleven met de natuur

Op dit moment werken we vlak over de grens, in Noord-Brabant, aan de ontwikkeling van Nieuwe Vroenten: een toekomstbestendig, zelfvoorzienend leefgebied van 1000 hectare voor 6000 mensen uit alle lagen van de samenleving. Samen met banken, architecten, gebiedsontwikkelaars en Brabanders zoeken we naar een samenleving die weer in balans is met de natuur.

Het plan voor Nieuwe Vroenten biedt een hoopvol perspectief. We kunnen zelfvoorzienend zijn in voedsel en energie, zonder daarmee de natuur te overbelasten. Maar daar moeten we wel wat voor veranderen. Zo vormt voedsel zonder productiedieren de basis voor Nieuwe Vroenten. Geen enkel gebied op aarde is zo dichtbevolkt met productiedieren als Brabant. Naast de 2,5 miljoen Brabanders leven in mijn provincie ruim 25 miljoen kippen, 5 miljoen varkens en nog een half miljoen koeien en geiten. Om al deze dieren te voeden, gebruiken we ten minste 6 keer meer landbouwgrond dan wij nu in de provincie beschikbaar hebben.

Wanneer boeren zich concentreren op plantaardige productie, draaien we deze grote afhankelijkheid in één keer om. We kunnen dan op slechts 300 van de 1000 hectare voldoende calorieën produceren om alle 6000 monden te voeden. Dit wil niet zeggen dat al het voedsel binnen het gebied blijft of dat er niets van buiten het gebied kan komen. Wel compenseer je vanuit de zelfvoorzienende gedachte zo voor eten dat van buiten Nieuwe Vroenten komt. Dit is mogelijk met plantaardige, regionale en biologische land- en tuinbouw, en nieuwe technieken zoals precisiefermentatie, waarmee je zonder dieren zuivel-

identieke kazen en melk kunt maken. Hier werken we op dit moment aan met mijn bedrijf Those Vegan Cowboys.

Door te besparen op grond voor landbouw realiseren we minimaal 30 procent natuur. Deze natuur kan een dubbele functie hebben, zoals een voedsel- of houtproductiebos. Door geen gebruik meer te maken van productiedieren, betekent wonen op Nieuwe Vroenten niet alleen leven in een prachtig landschap, maar ook in een gezonde omgeving zonder uitstoot van fossiele brandstoffen, ammoniak en fijnstof uit veestallen. Uiteraard is Nieuwe Vroenten een afspiegeling van de samenleving. Er is plaats voor iedereen. Daarom is 30 procent van de woningen bestemd voor sociale huur.

Voor een volledig circulaire woon- en productieomgeving heeft Nieuwe Vroenten een gescheiden rioleringssysteem nodig. Het grijswatersysteem vangt hemelwater op voor de woningen en voedselproductie. Menselijke mest wordt apart opgevangen en verwerkt, zodat deze met de waardevolle mineralen terug het land op kan. Zo sluiten we de kringloop.

Te mooi om waar te zijn? Nee, het kan gewoon, nu al. Met een slimme combinatie van nieuwe techniek en de natuur, die het prima voor zichzelf regelt wanneer ze de kans krijgt, komen we een heel eind.

Fokus-online.be 22 Nawoord
— JAAP KORTEWEG CEO THOSE VEGAN COWBOYS EN INITIATIEFNEMER WWW.NIEUWEVROENTEN.NL
We kunnen zelfvoorzienend zijn in voedsel en energie, zonder daarmee de natuur te overbelasten. Maar daar moeten we wel wat voor veranderen.

Het duurzaamheidsverhaal schrijf je niet alleen

Richting duurzame toekomst stippelen bedrijven volledig hun eigen weg uit. Het einddoel is echter hetzelfde: volledig net zero zijn tegen 2050. Dat vraagt om heuse soul searching binnen de limieten van de eigen organisatie. En als dat niet voldoet, dan doe je het samen.

Het ene bedrijf is natuurlijk het andere niet. Hoewel iedereen een milieu-impact heeft, zijn het vooral de grote spelers die het gewicht ervan het hardst voelen. Daar is onder meer PepsiCo, het op een na grootste voedingsmiddelenbedrijf ter wereld, zich zeker van bewust. “We hebben de verantwoordelijkheid om een voortrekkersrol te nemen. Dat is gewoon cruciaal voor een duurzame toekomst”, zegt Japo Ouwerkerk, Corporate Affairs Director. “De verduurzaming moeten we nu echt helemaal laten doordringen tot in de vezels van het bedrijf, best een zware opgave.”

Daar zijn ze dan ook mee aan de slag gegaan. PepsiCo Positive is hun roadmap om binnen de planetaire grenzen te opereren en een positieve verandering voor mens en milieu te bevorderen. “Deze end-to-end-strategie heeft alles in versnelling gezet, waardoor duurzaamheid tot in het hart van de organisatie is terechtgekomen”, vertelt

Rozanne Drost, Sustainability Sr. Manager. “We hebben drie positieve pijlers: positieve landbouw, positieve waardenketen en positieve keuzes. We hebben een aantal belangrijke ingrediënten in ons portfolio, zoals aardappelen, granen, maar ook maïs en olie, waarmee we vele producten bakken. Dat maakt ons eigenlijk een groot landbouwbedrijf. Hierbinnen zijn we bezig met regeneratieve landbouw: samen met de telers en boeren de ommekeer maken en de aarde gezonder te maken, zodat die aan ons kan teruggeven.”

De positieve waardenketen omhelst de ambitieuze doelstelling van PepsiCo om tegen 2040 net zero te zijn. Onder meer een efficiënt en duurzaam energie- en watergebruik valt hieronder, en ook het recycleren van hun plastic verpakkingen. Positieve keuzes slaan dan weer rechtstreeks op de producten die ze maken. “Dat gaat over de nutritionele waarde van ons productenportfolio, dat grotendeels bestaat uit frisdranken en snacks. We willen consumenten gezondere keuzes bieden en bestaande producten aanpassen, zonder te raken aan de smaakbeleving.”

Maar het positieve duurzaamheidsverhaal reikt natuurlijk veel verder dan de eigen fabrieken of zelfs de sector waarin er geopereerd wordt. De weg naar net zero is een wereldwijde gedeelde verantwoordelijkheid. Bedrijven moeten commitments maken en daarin investeren. “Om die doelstellingen effectief te kunnen naleven, hebben we elkaar nodig. Er moet een infrastructuur ontstaan waardoor dit mogelijk wordt”, aldus Rozanne. “Dat is samenwerken met de retailers, de boeren, de consument... Zo hebben we bijvoorbeeld vorig jaar een nieuw logo op onze verpakkingen gezet om aan te geven hoe de consument het best onze lege verpakkingen weggooit.”

Om tot een constructieve samenwerking te komen heb je verschillende partners nodig. Dat zijn lokale en regionale overheden, en ook grote bedrijven, kmo’s en start-ups, meent Japo. “Soms moet je ook gewoon durf en moed tonen. Dat doe je door bij jezelf te beginnen en vervolgens extern te inspireren en samen te werken. Zo kun je anderen aanmoedigen om hetzelfde te doen, je houdt elkaar scherp. Als die ene fabriek plots helemaal op duurzame energie loopt, dan zullen andere snel volgen en kun je samen het verschil maken.”

Meer over.

PepsiCo geeft alvast het goede voorbeeld. Voor hun watergebruik werken ze in West-Vlaanderen onder meer samen met Natuurpunt om regenwater via een soort van aangebouwde wetlands vast te houden om zo het natuurlijke zoetwatergrondpeil te herstellen. In hun fabriek in Veurne monitort een geavanceerd AI-systeem nauwkeurig hoeveel water er precies waar op de lijn wordt gebruikt. En voor hun restwarmte werkt PepsiCo met verschillende lokale partners samen om er een hele woonwijk in Suikerpark mee te gaan verwarmen. Een project van lange adem dat bijna van start kan gaan, aldus Japo. “De urgentie is er overal wel. Men wil alles wel in een stroomversnelling brengen, maar soms merk je dat je tegen barrières aanloopt, zoals regelgeving en processen, of de verschillende overheidslagen… We moeten daarom samen kijken naar wat wel kan, en waar nodig processen of zelfs regelgeving aanpassen. Want het grote gemeenschappelijke doel is het reduceren van watergebruik en CO2. Dat moet bij iedereen echt bovenaan de agenda staan. Tijd dus om er met z’n allen de schouders onder te zetten en dezelfde kant op te kijken.”

Dagelijks nuttigen consumenten overal ter wereld, in ruim 200 landen en gebieden, meer dan een miljard keer PepsiCo-producten. PepsiCo realiseerde in 2022 een netto-omzet van 86 miljard dollar dankzij een complementair voedsel- en drankenportfolio met bekende merken als Lay’s, Doritos, Cheetos, Pepsi MAX, Quaker en SodaStream. PepsiCo wordt gedreven door zijn visie om de wereldleider te zijn in ‘convenience’ dranken en voedingsmiddelen door te winnen met PepsiCo Positive (pep+).

23 #FokusSustainability Brand Report • PepsiCo
JAPO OUWERKERK CORPORATE AFFAIRS DIRECTOR ROZANNE DROST SUSTAINABILITY SR. MANAGER
De urgentie is er wel, maar je loopt nog vaak tegen barrières aan, zoals langzame processen en regelgeving.

Een transformatie die tot duurzaamheid leidt (en omgekeerd)

Bij zowat alle grote multinationals staat duurzaamheid tegenwoordig hoog op de agenda. Maar wat drijft die initiatieven? Het hoofdkwartier of de lokale Belgische afdelingen? En hoe wordt een keuze gemaakt tussen de verschillende componenten waaruit duurzaamheid bestaat?

Ook bij een tabaksgigant als Philip Morris (PMI) wordt over dat soort kwesties nagedacht. Meer zelfs, de enorme transformatie waar het bedrijf momenteel doorgaat (waarbij het zo snel mogelijk wil stoppen met het commercialiseren van klassieke sigaretten), is onlosmakelijk verbonden met duurzaamheid, zegt Sustainability Manager Aurora Marin. “Het zijn twee kanten van dezelfde munt. Ons bedrijf kan niet transformeren zonder te verduurzamen, en het kan niet verduurzamen zonder te transformeren.”

PMI wou focussen op gebieden met de meeste impact en startte daarom een open dialoog met alle stakeholders, waaronder werknemers, investeerders en consumenten. “Hieruit, en ook uit onze eigen interne beoordelingen, werd duidelijk dat we onze duurzaamheidsstrategie moesten concentreren op producten en operationele activiteiten. Het gedeelte ‘producten’ is waarin we ons onderscheiden van andere bedrijven. We zijn er rotsvast van overtuigd dat we, om een duurzaam bedrijf te worden, doelbewust ons businessmodel moeten omgooien en van sigaretten een ‘ding uit het verleden’ maken.”

In ‘producten’ gaat het bijvoorbeeld om het introduceren van rookvrije alternatieven voor sigaretten en - op termijn - het verleggen van de focus op wellness- en gezondheidsproducten. Dat is een specifieke omschakeling die uniek is voor PMI en volledig aan die bedrijfstransformatie gelinkt is, zegt Marin. “In ‘operationele activiteiten’ gaat het dan weer meer over de inspanningen die ook andere bedrijven doen, zoals rond klimaat, energie, diversiteit en inclusie.”

Mentaliteit aanpakken

De richtlijnen vanuit het hoofdkwartier worden door de lokale afdelingen omgezet in

actieplannen, naargelang wat voor hen relevant is. “In Nederland zijn we bijvoorbeeld gestart met een recyclageprogramma rond elektronische apparaten om tabak te verwarmen”, zegt Marin.

“Al het plastic, de batterij en het aluminium in zo’n apparaat kunnen we recycleren en voor elk apparaat dat wordt binnengebracht, planten we daarbovenop een boom. We doen dat ook in combinatie met een publiekscampagne zodat het bewustzijn bij consumenten hierover aangescherpt wordt.”

Zo’n flankerende campagne blijft ook noodzakelijk om het probleem van de rondslingerende sigarettenpeuken aan te pakken, onderstreept Marin. Zeker in België, waar PMI zijn rookvrije alternatieven nog niet heeft gelanceerd omdat de wetgeving het niet toelaat om volwassen rokers hierover correct te informeren.

“We werken momenteel ook hard aan een bioafbreekbare filter. Maar het is niet genoeg dat je de filter afbreekbaar maakt, want dan gaan mensen misschien nog meer geneigd zijn om hem gewoon op straat te gooien. We geloven sterk in awareness creëren, de mentaliteit aanpakken en mensen motiveren om peuken in de asbak of vuilbak te blijven deponeren.”

Bij de wortel

Een andere hefboom van PMI’s duurzaamheidsbeleid, is de Single Use Plastics-directieve die de EU in 2019 opstelde. “Die wetgeving wil de hoeveelheid zwerfafval op straat en in de oceanen sterk inperken”, zegt External Affairs Manager Andrea Grebori. “Dat gaat onder meer over sigarettenpeuken, maar ook over plastic zakjes, drank- en voedselverpakkingen en natte doekjes. Wat voor ons heel belangrijk is voor de omzetting naar Belgische wetgeving, is dat er een geïntegreerd plan komt dat eerst en vooral maatregelen omvat om een gedragsverandering door te voeren.”

PMI zelf neemt, samen met de rest van sector, al jaren zijn verantwoordelijkheid op bij het bestrijden van zwerfvuil, zegt Grebori, onder andere in samenwerking met OVAM, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij.

“Het meest recente project is rokers kleine ‘zakasbakjes’ aan te bieden, in samenwerking

met retailers, waarin ze hun sigarettenpeuken kunnen deponeren. Maar de nieuwe wetgeving moet veel verder gaan dan alleen de symptomen aanpakken. Door alleen te focussen op het opruimen van afval pakken we de wortels van het probleem niet aan.”

Kiezen voor impact

Nu beslaat duurzaamheid tegenwoordig heel wat terreinen. PMI is op verschillende daarvan actief. Zo lopen er programma’s om het energieverbruik in de fabrieken te verminderen, over te schakelen op groene stroom en om het wagenpark te vergroenen. “Maar je moet aanvaarden dat je niet in alles de eerste viool kunt spelen. Alles goed willen doen, maskeert een gebrek aan focus. Je moet keuzes maken en voor de aspecten gaan waar je de meeste impact kunt maken. We beseffen ook dat we niet alles alleen kunnen. Onder meer daarom hebben we ons geëngageerd om in 2023 het Duurzaam Ondernemen-traject van VOKA te doorlopen, zodat we onze interne strategie verder kunnen versterken met inzichten over de externe en lokale verwachtingen.”

De roots van Philip Morris International (PMI) gaan terug tot 1847, toen de gelijknamige Britse tabakshandelaar zijn eerste winkel opende in Londen. Ondertussen is het bedrijf een multinational die haar producten in 180 landen wereldwijd verkoopt, zowat 71.000 mensen tewerkstelt en meer dan 76 miljard dollar omzet draait. In 2016 kondigde PMI aan dat het met zijn rookvrije alternatieven zo snel mogelijk sigaretten wil vervangen en volledig rookvrij wil gaan.

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.