Fokus Moderne Stad

Page 1

Frank Beliën

“Duurzaamheid is een niet-onderhandelbare voorwaarde
toekomst.” Interview Moderne Stad Januari ‘23 Dit dossier wordt gepubliceerd door Smart Media Agency en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie van Knack. Bart Tommelein A l’Ostendaise Mobility as a Service Eén app voor alle mobiliteit Marianne Lefever Pleidooi voor de publieke ruimte Lees meer op Fokus-online.be
voor de stad van de

Bart Tommelein

Al’Ostendaise

The city that never sleeps is al lang niet meer enkel New York. Veel steden komen voor gelijkaardige grootstedelijke uitdagingen te staan. We gaan op zoek naar duurzame oplossingen die passen binnen de langetermijnvisie van een globaal en integraal stedenbeleid.

Oostende is een groeiende en bloeiende stad. We zijn een toeristische centrumstad aan zee met een grote dynamiek. We worden begrensd door de zee, de haven, de luchthaven en natuurgebieden in de Polders. Onze kleine oppervlakte wordt grotendeels ingenomen door logistieke functies. Slechts 15 procent van de oppervlakte kent een woonfunctie.

Dat laatste is een van de grote uitdagingen voor veel steden. Ik ben een voorstander van hoogbouw, op voorwaarde dat het architecturale plaatje klopt. Zo kunnen we mensen kwaliteitsvol laten samenleven op een kleine oppervlakte. Op die manier creëren we bovendien meer plaats voor open ruimte, groen en minder verharding.

De indeling van deze open ruimte moet bedachtzaam gebeuren. We kiezen voor duurzame en klimaatrobuuste maatregelen. Een voorbeeld hiervan is de aanleg van een ‘City River’. Deze stadsrivier vangt regenwater op en biedt een alternatief voor een klassiek rioolstelsel.

Een leefbare stad vraagt ook een doordacht mobiliteitsplan. Veel steden maken de binnenstad autoluw of zelfs autovrij.

Dergelijke maatregelen zijn niet bij iedereen even populair. Ze brengen ons echter wel een stap dichter bij de beoogde doelstellingen op vlak van veiligheid, maar ook wat het klimaat betreft.

Je leest het overal: de stad is de motor van de samenleving. Maar het zijn wel de inwoners die de motor laten draaien. Bij een positief en transparant stedenbeleid is de inspraak van de burgers zeer belangrijk. De sleutelwoorden zijn hier communicatie en participatie.

In Oostende bouwen we aan een stad waar elke inwoner maximale kansen krijgt om deel te nemen aaan de samenleving. Er is een participatieambtenaar aangesteld die verschillende participatietrajecten coördineert en opvolgt. Het O-punt werd opgericht, via dit meldpunt kan iedereen iets melden, vragen of delen. Zo optimaliseren we de dienstverlening van de stad.

Bij het voeren van ons beleid hechten we veel belang aan een langetermijnvisie, enkel politiek voeren tot aan de volgende verkiezingen brengt een stad niet naar een hoger niveau. En laat dat nu net zijn waar we elke dag aan werken.

Wie na een dag in het binnenland Oostende binnenkomt kent de waarde van frisse lucht en de magie van het Ensorlicht. Als trotse burgemeester van mijn geboortestad ben ik ervan overtuigd dat de gezonde zeelucht ons zuurstof blijft geven om baanbrekende ideeën uit te werken en er elke dag voor te gaan! 

4 Hoe burgerbegrotingen participatie verhogen

6 Weg met de sloophamer?

8 Eén app voor alle mobiliteit

12 Interview: Frank Beliën

14 Een slimme stad op mensenmaat

18 Welke smart cities zitten in een leiderspositie?

20 Expertpanel: Leefbare stad

22 ‘Cultuur is niet enkel de kers, maar de hele taart’

23 Nawoord: Marianne Lefever

Country manager

Christian Nikuna Pemba

Creative director

Baïdy Ly

Content director

Annick Joossen

Tekst

Tom Cassauwers

Benjamin Van Synghel

Sophie Pycke

Victor Peeters

Coverbeeld

Eva Beeusaert

Drukkerij

Roularta

Smart Media Agency

Leysstraat 27

2000 Antwerpen +32 (0)3 289 19 40 redactie@smartmediaagency.be Fokus-online.be

Fokus-online.be 2 Voorwoord
Bij het voeren van ons beleid hechten we veel belang aan een langetermijnvisie, enkel politiek voeren tot aan de volgende verkiezingen brengt een stad niet naar een hoger niveau.
— BART TOMMELEIN
BURGEMEESTER STAD OOSTENDE (OPEN VLD)
Veel leesplezier! TARA TROCH PROJECT MANAGER
 LEES MEER
COLOFON

Pure Cities

Een project voor het meten en verbeteren van de luchtkwaliteit in uw stad, volledig gratis.

Luchtvervuiling heeft gevolgen voor zowel milieu als mens: van longen tot lever, van biodiversiteit tot klimaat. De gevolgen zijn verreikend: luchtkwaliteit beïnvloedt niet alleen onze productiviteit, vitaliteit en welzijn maar ook het aantal ziektedagen.

90% van de wereldbevolking wordt elke dag blootgesteld aan verontreinigde lucht., wat jaarlijks resulteert in 7 miljoen sterftegevallen wereldwijd (Bron EEA). Daarnaast zorgt luchtvervuiling voor het verlies van 1.8 miljard werkdagen per jaar, 4 miljoen nieuwe gevallen van Astma bij kinderen en 2 miljoen vroeggeboortes. De maatschappelijke kost van luchtvervuiling wordt geschat tussen de 330 en 940 miljard euro elk jaar in de EU alleen.

De nood aan schone lucht is groot en neemt almaar toe maar Belgische steden missen vandaag vaak betrouwbare lokale luchtskwaliteitsdata en de vereiste kennis en technologie om deze te bekomen.

Daarom heeft Airscan het project “Pure Cities” uitgewerkt om de luchtkwaliteit in Belgische steden en gemeenten in kaart te brengen en te helpen verbeteren. Het project wordt mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van Belfius en wordt volledig gedekt voor deelnemende steden.

“Door aan steden technologische, menselijke en financiële middelen ter beschikking te stellen wil het project Pure Cities, steden gezonder, duurzamer en slimmer maken.”

Deze doelstellingen worden bereikt door relevante input te leveren aan de milieu- en mobiliteitsdiensten van steden en, in nauwe samenwerking, specifieke actieplannen te ontwikkelen.

Door middel van communicatie op publieke schermen, websites van steden en een mobiele app zal het project ook het publiek informeren en bewust maken van het belang van een goede luchtkwaliteit. Hiermee worden burgers gestimuleerd om gewoonten te veranderen en zo de overgang naar een gezondere en duurzamere stad te maken.

Wilt u schone lucht terug in uw stad brengen? Scan de QR-code of contacteer ons via purecities@airscan.org

Hoe burgerbegrotingen participatie verhogen

Voor heel wat burgers betekent democratie om de paar jaar gaan stemmen. Maar wat als het meer dan dat wordt? Zo geven steeds meer lokale besturen via burgerbegrotingen hun inwoners controle over een deel van hun budget. Een veelbelovend concept met een onzekere toekomst.

Burgerbegrotingen kennen alvast een lange geschiedenis. “Geen enkele burgerbegroting is dezelfde”, stelt Lisa van Dijk, die als doctoraatsonderzoeker aan de KU Leuven rond burgerbegrotingen werkt. “Het concept begon in 1989 in Porto Alegre, Brazilië, en sindsdien waaide het over naar de rest van de wereld. In België en Nederland zien we dat burgerbegrotingen de laatste jaren erg populair werden, waarbij de burgerbegroting in Antwerpen een vaak aangehaald voorbeeld is.”

Het district Antwerpen laat burgers toe om maar liefst 10 procent van het budget te besteden. Een project dat al enkele

jaren loopt en voor veel lokale besturen in België en Nederland als een voorbeeld dient. “Vaak gaat het over het versterken van de band tussen burger en lokaal bestuur”, stelt van Dijk. “Burgers waarderen het als hun stem weerklinkt. Ook krijgen deelnemende burgers soms meer begrip voor de complexiteit van besluitvorming. Lokale besturen proberen zo meer vertrouwen te kweken. Ook hoopt men dat het de sociale cohesie vergroot, zeker op plekken waar er heel wat diversiteit onder de burgers bestaat. Het zorgt zo voor meer ontmoetingen tussen burgers onderling.”

Democratisch proces

In België experimenteren steeds meer lokale besturen met burgerbegrotingen, zo ook de stad Roeselare. Zij deden al een eerste experiment en in de stad loopt er nu een tweede generatie van hun burgerbegroting. “Er is een trend naar overheidsparticipatie”, stelt Thomas Berghman van Stad

Roeselare. “De relatie tussen burger en overheid is de laatste decennia erg veranderd. Dertig jaar geleden was de burger een onderdaan. Tien jaar geleden was de burger dan weer een klant van de overheid. En nu evolueert de burger steeds meer naar een partner van de stad.”

In Roeselare werken de burgerbegrotingen op wijkniveau. Een eerste experiment werd zo op gang getrokken in de wijk Groenpark-Meiboom, waar de inwoners 100.000 euro mochten besteden. Nu gebeurt er een tweede begroting in de wijk Krottegem, waar 200.000 euro uitgegeven mag worden. Burgers gaan daarbij in gesprek met elkaar om tot enkele projecten te komen die met dat geld uitgevoerd worden. Tijdens de eerste burgerbegroting werden er zaken gefinancierd zoals een verkeersonderzoek in de wijk, om bijvoorbeeld sluipverkeer tegen te gaan, maar het project ondersteunde evengoed een groenrenovatie.

“Het eindresultaat is natuurlijk belangrijk”, stelt Juline Deseyne, die de tweede burgerbegroting coördineert. “Maar ook het proces geeft erg veel inzichten. Je gaat met de hele buurt op zoek naar de uitdagingen die er zijn en welke oplossingen er daarvoor bestaan. Dat proces is bijna even belangrijk als het eindresultaat.”

Schijnparticipatie

Burgerbegrotingen kennen natuurlijk niet alleen voordelen. Als ze slecht georganiseerd worden, kunnen ze makkelijk het vertrouwen in de overheid en tussen burgers onderling ondermijnen. “Er is het risico van een soort schijnparticipatie”, stelt van Dijk. “Hier geeft het bestuur enkel de illusie dat het naar de burgers luistert, zonder de intentie te hebben om echt suggesties uit te voeren. Dat leidt mogelijk tot meer ontevredenheid dan voordien. Ook is er het risico dat slechts een kleine, specifieke groep burgers daadwerkelijk komt opdagen. Dat brengt de inclusiviteit in gevaar.” Dat proberen ze in Roeselare alvast tegen te gaan. Zo zetten ze een apart traject op om kwetsbare groepen, die vaak niet deelnemen aan dit soort projecten, toch te betrekken.

Voorlopig blijft het afwachten of burgerbegrotingen echt een structureel onderdeel zullen uitmaken van lokale bestuursvorming. “We zien een toename in interesse in het concept”, stelt van Dijk. “Maar het moet nog blijken of het een verankerd onderdeel van besluitvorming wordt. Het is nog niet duidelijk of burgerbegrotingen verschillende legislaturen en coalities zullen overleven.” 

Fokus-online.be 4 Van onderdaan naar partner
Door Tom Cassauwers
Je gaat met de hele buurt op zoek naar de uitdagingen die er zijn en welke oplossingen er daarvoor bestaan. Dat proces is bijna even belangrijk als het eindresultaat.
— JULINE DESEYNE STAD ROESELARE

Geëngageerde burgers verdienen een beloning

Lokale winkels verdwijnen, het sociaal weefsel rafelt uit. Om het tij te keren, moeten burgers opnieuw meer investeren in hun eigen buurt. Voor die inspanning willen gemeenten en private partners hen nu belonen via een nieuw digitaal incentiveringsplatform.

Een dorp waar de inwoners kilometers moeten rijden tot de dichtstbijzijnde bakker, zit met een probleem. CEO Tom Van Hecke van Fairville is laconiek in zijn bewoording. Maar de boodschap is ernstig: de leegloop van onze lokale economie holt ook onze samenleving uit. “Ons sociaal vangnet wordt in hoge mate gevormd op plekken waar we elkaar toevallig ontmoeten: bij de slager, op café, op restaurant, in de sportclub of bij de jeugdvereniging. Zonder lokale economie en verenigingsleven verschralen onze netwerken en buurten. Zoiets is dodelijk voor een dorp of stad, want geëngageerde inwoners zijn er nog moeilijk te vinden.”

Burgerwelzijn is tegenwoordig niet alleen een bezorgdheid van publieke besturen maar ook van de private sector, weet Tom Van Hecke. Nabijheid en loyaliteit zijn voor beide vitale waarden. “Gelukkige burgers en werknemers zijn meer bereid om hun steentje bij te dragen aan het grotere geheel. Tegelijk zijn mensen

Geef

pas gelukkig bij het gevoel dat ze ook écht deel uitmaken van dat geheel. Vandaag moeten beleidsmakers tegen burgers durven zeggen: ‘We hebben jullie nodig om onze doelen te realiseren. Meer nog, we gaan dit samen doen.’”

Traditionele participatieprojecten bereiken vaak dezelfde geëngageerde burgers. De grote uitdaging van hedendaagse inspraakinitiatieven is om die geëngageerde doelgroep te vergroten, stelt Van Hecke. “Bij Fairville zijn we ervan overtuigd dat een beleid moet ingrijpen in het dagdagelijkse leven van mensen om effectief impact te maken. Bovendien geloven we dat je burgers moet waarderen voor hun inspanningen. Daarom beloont ons platform inwoners die zich inzetten voor de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s).”

Het vertrekpunt is steeds hetzelfde, legt de Fairville-CEO uit. Als dank voor hun engagement ontvangen burgers digitale stadsmunten, die ze uiteindelijk in echte euro’s kunnen investeren in de lokale economie of in concrete projecten. “Inwoners die zwerfvuil ophalen, krijgen daarvoor digitale munten in ruil waarmee ze ook echt iets kunnen kopen bij de lokale handel. Kinderen die met de fiets naar school komen, worden op dezelfde manier beloond en ruilen hun muntjes in bij de bib of in

het zwembad. Als inwoners hun inkopen doen bij de plaatselijke bakker of kruidenier kunnen ze mee investeren in een speeltuintje voor de wijkschool of nieuwe tenten voor de scouts.”

Bestaande projecten worden aangevuld met eigen initiatieven van lokale besturen en partners. Alles wordt geconsolideerd in één geïntegreerd platform, aldus Tom Van Hecke. “Burgers hunkeren vandaag naar een sterk bestuur met een duidelijke visie. In die visie kan iedere inwoner zijn deel bijdragen aan een betere leefomgeving. Fairville wil mensen slim incentiveren in hun engagement, weg van het individueel gewin en met het vizier op het hogere doel. Zo kunnen we ervoor zorgen dat alle mooie intenties en beloften ook zichtbaar verandering en impact genereren.” 

Meer

Fairville brengt in één online incentiveringsplatform verschillende digitale oplossingen bijeen met focus op burgerwelzijn, lokale economie, duurzaamheid en mobiliteit (bijvoorbeeld Cirklo, MyWaste en Buck-e). Alle initiatieven en lokale munten consolideren in één platform, dat is wat Fairville biedt. Samenwerken is de oplossing om het hogere doel te bereiken, namelijk steden en gemeenten het digitale duwtje in de rug geven bij het revitaliseren van het gemeenschapsgevoel en de lokale economie.

We kunnen er niet langer omheen: burgers in staat stellen om deel te nemen aan het beleid is vandaag de dag onmisbaar geworden. Sterker nog, burgerparticipatie is een hot topic. Vooral op het gebied van mobiliteitsplanning, waar een co-creatieve aanpak zijn waarde de laatste jaren overduidelijk bewezen heeft.

Richting een data-gedreven beleidsmodel

De manier waarop beleidsmakers, ruimtelijke planners en verkeerskundigen het concept van mobiliteitsplanning benaderen en invullen is de laatste jaren aanzienlijk veranderd. We zien een duidelijke verschuiving naar een meer vraaggericht model dat met méér rekening houdt dan de klassieke objectieve verkeerstellingen of mobiliteitsstatistieken.

Door burgers een stem te geven in het mobiliteitsbeleid, ontstaat er een belangrijke subjectieve dimensie Mobiliteit gaat over veel meer dan een verplaatsing van A naar B. Hoe ervaart iemand de publieke ruimte? Waar loopt het spaak, en waar gaat het net goed? Het koppelen van objectieve data aan inzichten in subjectieve percepties heeft niet alleen een belangrijke meerwaarde voor het ontwerpen van een gedragen en efficiënt mobiliteitsbeleid, maar stelt beleidsmakers ook in staat om burgers bij te sturen richting meer duurzame manieren om zich te verplaatsen.

Ruimtelijke co-creatie met Maplix

Deze transitie gaat hand in hand met de opkomst van nieuwe methoden en technologieën van gegevensverzameling en burgerparticipatie. En laat de kracht van geografische data in dit verhaal nu net de sleutel tot succes zijn. Hoe kunnen uitdagingen in de publieke

ruimte beter worden aangepakt dan met behulp van een kaart? Kaarten stellen mensen in staat complexe situaties op een eenvoudige en duidelijke manier te begrijpen en beheersen.

Maplix biedt verschillende digitale kaarttools aan om burgers en beleidsmakers met elkaar te verbinden, en zo een bottom-up benadering op vlak van mobiliteit en ruimtelijk ontwerp te faciliteren. Van het bestuderen van verplaatsingsgedrag van burgers tot het identificeren van knelpunten, het aanreiken van ideeën en het beoordelen van de kwaliteit van de publieke ruimte: het gebruik van digitale en interactieve kaarttools leidt tot een rijke dataset die de behoeften van verschillende doelgroepen op een efficiënte manier capteert. Het verzamelen, analyseren en visualiseren van ruimtelijke data was nog nooit zo eenvoudig.

Op die manier stemmen beleidsmakers de mobiliteit van morgen af op kennis van de lokale experten: burgers die de publieke ruimte écht beleven. Betere data, betere inzichten, betere beslissingen. Een win voor elke partij!

Vraag je demo aan via www.maplix.com

5 #fokusmodernestad
Brand Report Fairville
burgers een stem in de mobiliteit van morgen met Maplix.
Ons sociaal vangnet wordt in hoge mate gevormd op plekken waar we elkaar toevallig ontmoeten.
TOM VAN HECKE CEO
over.

Make-over voor ’s lands grootste markt Niet enkel gebouwen definiëren het uitzicht van een stad. Ook straten, markten en pleinen doen hun duit in het zakje. Niet in het minst in Sint-Niklaas, thuishaven van het grootste marktplein van België. Die Grote Markt wordt binnenkort volledig vernieuwd en heringericht. Tegen 2024 wordt dat één groot plein, zonder drempels of hindernissen. Wel voorzien: een brede groene rand, met grote terrassen en verschillende waterpartijen.

Weg met de sloophamer?

Onze steden worden steeds moderner. Helaas moeten oude gebouwen al te vaak plaats maken voor nieuwe projecten. Tonen we genoeg liefde voor ons stedelijk patrimonium? ‘Afbreken om te vervangen is enkel op korte termijn het goedkoopst’, zegt Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs.

Stilstand is achteruitgang. Een zegswijze die zich ook toont in onze steden. Die veranderen aan een rotvaart. Met de regelmaat van de klok duiken er nieuwe, moderne bouwwerken op. Soms mastodonten, vaak uit de koker van een projectontwikkelaar, niet zelden nieuwer dan nieuw. Maar waar er winnaars zijn, zijn er ook verliezers. In dit geval: onze oude gebouwen. Al te vaak moeten die plaats maken voor een totaal nieuwbouwproject. Maar is dat wel nodig en willen we dat wel? Hebben we wel genoeg aandacht voor ons bestaande patrimonium?

“Er wordt te weinig rekening gehouden met wat er al is, wat hoe dan ook de verstandigste keuze is”, zegt Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs. Hij staat niet alleen met die mening.

te zien in de architectuur. Bijzonder jammer”, zegt De Caigny.

Money makes the world go round

Door oude gebouwen in te ruilen voor nieuwbouw dreigen we dus architecturaal-historische waarde op te geven. Een gewaarwording die minstens wrang aanvoelt. Maar waarom gebeurt het dan?

Het antwoord ligt voor de hand: geld. “Men redeneert vaak dat afbreken om te vervangen de goedkoopste optie is, maar dat geldt enkel voor de korte termijn. Op lange termijn is het altijd verstandiger te behouden wat er is”, zegt bouwmeester Erik Wieërs.

Er is een snelle evolutie gaande. Er komt meer aandacht voor het bestaande.

Kerkenbeleidsplan voor elke gemeente Vlaanderen telt bijna 1800 rooms-katholieke parochiekerken. Door de toenemende ontkerkelijking worden die steeds minder gebruikt voor een godsdienstige functie. De Vlaamse regering wil dat de gemeenten grondig nadenken over de toekomst en mogelijke invulling van de kerken op hun grondgebied.

Bij de volgende gemeentelijke meerjarenplannen, die ingaan in 2026, zijn ze verplicht om een kerkenbeleidsplan op te stellen.

“De nieuwbouwprojecten verschijnen met een ongelofelijke snelheid en impact. Zowel in de steden als in onze dorpskernen. Helaas gebeurt dat vaak zonder te denken aan het bestaande patrimonium”, zegt Sofie De Caigny, directeur van het Vlaams Architectuurinstituut (VAi).

Ze illustreert dit met een bekend voorbeeld: het Eilandje in Antwerpen. Die plek waar stad en haven in elkaar overlopen was ooit bezaaid met pakhuizen, als een stille getuige van het verleden.

Vandaag zie je dat enkel nog rond de oudste dokken, dicht bij het centrum. Verder weg naar het noorden is de historiek van een levendige havenwijk vervangen door woonblokken.

Enkel het water, enkele havenrelicten en het stratenpatroon doen er nog denken aan de haven.

“Het historische karakter van die wijk is niet meer

Money makes the world go round, zeker in de vastgoedwereld een waarheid als een koe. Toch mogen we de voltallige sector niet over één kam scheren. “Er zijn ook heel vooruitstrevende projectontwikkelaars, die wel inzetten op hergebruik, die wat bestaat in ere willen laten”, zegt Wieërs. En dat zien we zelfs steeds vaker. “Er is een snelle evolutie gaande. Er komt meer aandacht voor het bestaande”, knikt Sofie De Caigny (VAi). “Ontwikkelaars beginnen ook wel in te zien dat de Vlaming houdt van diversiteit en identiteit in zijn of haar woning. ’t Groen Kwartier, de voormalige site van het Militair Hospitaal in Antwerpen, is een mooi voorbeeld. Een groot deel van het bestaande patrimonium is daar herbestemd voor verschillende types woningen: loften, eengezinswoningen, nieuwbouwappartementen… Die diversiteit ligt goed in de markt en heeft ook een economische waarde.”

De kentering lijkt ingezet, al is er nog een lange weg te gaan. Overheden kunnen daar hun rol in spelen. Zij kunnen bijvoorbeeld strengere eisen in het leven roepen of kwaliteitscontrole uitvoeren via (stads) bouwmeesters, zoals dat nu ook al vaak gebeurt. Wie weet kan zelfs de heikele economische situatie voor een ommekeer zorgen? Wie thuis zelf verbouwt, weet het goed genoeg: de prijzen van bouwmaterialen stijgen aan een enorm tempo. Misschien heeft dat nadeel ook wel een voordeel? “Nieuwbouw is nu vaak goedkoper dan het bestaande hergebruiken, maar blijft dat zo?”, vraagt De Caigny zich af. “Wie weet bereiken we een punt waarop hergebruik van materialen en gebouwen goedkoper wordt dan nieuwbouw. Dat zou alles flink door elkaar schudden.” 

Fokus-online.be 6 Moderne stad, oude gebouwen
Door Benjamin Van Synghel — SOFIE DE CAIGNY VAI

Plannen voor een nieuwe woonstad

Vlaanderen verkeert in een wooncrisis. De prijzen swingen de pan uit, niet alle panden voldoen aan de kwaliteitsnormen en er is een (groot) tekort aan sociale woningen. Onze centrumsteden staan voor een serieuze uitdaging. Kortrijk formuleert daarop een antwoord met een woonplan voor 2040.

“Niet in de afzondering zullen we onszelf ontdekken, maar onderweg, in de stad, in de menigte, als ding onder de dingen, als mens onder de mensen.” De Franse filosoof en schrijver Jean-Paul Sartre wist het bruisende stadsleven naar waarde te schatten. En velen met hem. De Vlaamse centrumsteden – exclusief Brussel – tellen samen ruim anderhalf miljoen inwoners. Onze steden trekken duidelijk aan, maar staan tegelijk onder druk. De wooncrisis slaat ongenadig toe in de steden. De prijzen blijven maar stijgen en de kwaliteit van het bestaande patrimonium laat soms te wensen over, zeker nu de kwaliteitseisen en normen qua duurzaamheid groter worden. Bovendien zijn op de socialewoonmarkt – bij wijze van spreken – meer problemen dan beschikbare woningen.

Er is dus werk aan de woonwinkel. In eerste instantie heeft de Vlaamse regering zich daarover te buigen, maar ook de steden moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Ze moeten een eigen beleid uitstippelen, op maat van hun noden en wensen. De stad Kortrijk maakt er alvast werk van. Met een nieuw woonplan gaat de stad actief op zoek naar méér Kortrijkzanen. Vandaag telt de stad een kleine 79.000 inwoners. Tegen 2040 moeten dat er (minstens) 85.000 zijn. “We willen niet groeien om te groeien, maar wel door onszelf te zijn en onze troeven uit te spelen. Er is meer dan genoeg ruimte om groter te worden”, zegt Wout Maddens, schepen van Wonen. “We zijn klein genoeg om gezellig te zijn, maar ook voldoende groot om ambitie te tonen.”

Dat lukt vandaag al aardig. De bevolking groeit jaar na jaar, ook bij mensen tussen de 25 en 35 jaar, de groep die net wegtrekt uit de meeste andere centrumsteden. De jonge stedeling heeft Kortrijk herontdekt. Op dat vlak zit Kortrijk op het goede spoor. De stad wil die lijn graag doortrekken. Daarom is groei een van de vijf pijlers waarop het nieuwe woonplan rust. De vier andere zijn kwaliteit, betaalbaarheid, intergenerationeel wonen en verbonden wijken.

minimale woonkwaliteit wordt verhoogd.

“We gaan pro-actiever werken, meer controles uitvoeren”, schetst schepen Maddens. “Bijvoorbeeld bij huurders die een sociale woning krijgen toegewezen. Dan kunnen we hun huidige woning controleren op kwaliteit. Als die niet volstaat, kunnen we ingrijpen zonder dat hij of zij op straat staat, want die huurder kan dan terecht in een sociale woning.”

Naast groei, betaalbaarheid en kwaliteit is ook het zogenaamd intergenerationeel wonen een speerpunt. Dat slaat op de waaier van leeftijdscategorieën en profielen in de stad. Die hebben elk hun noden en wensen op de woonmarkt. Er is dus nood aan verschillende types woningen. Kortrijk wil dat die in de toekomst ook futureproof zijn.

“Niet alle woningen zijn geschikt om zelfstandig oud in te worden”, zegt Brecht Vandekerckhove van Atelier Romain, het bureau voor ruimtelijk onderzoek en beleidsplanning dat samen met de stad Kortrijk dit plan uittekende. “Ingrijpen in de huidige woningen is niet altijd evident, voor nieuwbouw kun je wel bepaalde eisen stellen. Het gaat dan niet enkel over vergrijzing of levensloopbestendig wonen, maar ook over gezinsvriendelijk wonen in de stad én in de landelijke kernen. Dat is een quick win voor de toekomst.”

Meer over.

Kortrijk is een van de dertien Vlaamse centrumsteden.

Het is na Brugge de grootste stad van West-Vlaanderen. De stad werkt met een nieuw woonplan aan de toekomst.

Dat is gebouwd rond vijf pijlers: groei, kwaliteit, betaalbaarheid, intergenerationeel wonen en verbonden wijken. De stad gaat nu in dialoog met alle Kortrijkzanen en mogelijke partners. Het woonplan wordt dit najaar gefinaliseerd.

Dat betaalbaarheid een steunpilaar is, is geen verrassing. Het is een essentieel onderdeel van wonen, zeker in crisistijden. Het Kortrijkse woonplan wil ook daar aandacht aan besteden. Het mikt daarin vooral op de lage inkomens. Het betaalbaar woonaanbod wordt flink uitgebreid en tegen 2040 wil de stad over 1.000 extra sociale woningen beschikken. Ook wil Kortrijk via haar marktverhuurkantoor kansen bieden aan mensen die net buiten de criteria voor sociale huisvesting vallen.

Over naar het hoofdstuk kwaliteit. De vereisten voor bestaande woningen én nieuwbouw worden verstrengd. Ook de

Al de thema’s in het woonplan zijn naadloos met elkaar verbonden, zoals de wijken van de stad dat ook moeten zijn. Verbonden wijken vormen daarom de laatste pijler van dit woonplan. “Kortrijk heeft verschillende gezichten: het stadscentrum, de verstedelijkte centra, maar er zijn ook landelijke gebieden”, verduidelijkt Wout Maddens. “Die moeten allemaal in verbinding staan met elkaar, maar ze moeten niet allemaal groeien. We doen dat enkel waar het kan, waar het goed zou zijn. En altijd met respect voor de eigenheid van die wijk. Zo blijven we voor iedereen een aantrekkelijke stad.”

7 #fokusmodernestad Stad Kortrijk Brand Report
BRECHT VANDEKERCKHOVE ATELIER ROMAIN WOUT MADDENS SCHEPEN VAN WONEN & STADSVERNIEUWING
Kortrijk omarmt de groei. De stad telt vandaag een kleine 79.000 inwoners. Tegen 2040 moeten dat er (minstens) 85.000 zijn.

Eén app voor alle mobiliteit

Alle mogelijke vormen van mobiliteit hapklaar samengebracht in één app of op één platform. Dat is MaaS, oftewel Mobility as a Service. Volgens experts een logische volgende stap in hoe we omgaan met mobiliteit. Hoe werkt het, waar staan we en wat brengt de toekomst?

Mobiliteit beroert immer en altijd de gemoederen. Zeker in ons land, met filerijden als nationale sport. Diep vanbinnen beseft iedereen dat we daarmee in de knoop liggen. Al lijkt een feitelijke ommeslag minder evident. Nog steeds grijpen bijna zeven op de tien Vlamingen naar de auto als belangrijkste vervoersmiddel voor het woon-werkverkeer, blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen. Dat de auto ons lief is, zien we ook wanneer lokale overheden proberen in te grijpen. De invoer van het Gentse circulatieplan in 2017 ging gepaard met maandenlang gebakkelei. Toen Brussel eind 2022 zijn mobiliteitsplan uitbreidde, ontaardde het protest zelfs in vandalisme en geweld.

Zulke taferelen zijn niet bepaald bemoedigend voor een politiek ingrijpen in hoe we ons door de stad en het land bewegen. Maar misschien

helpt het als we de dingen wat anders gaan bekijken. In ons huidige tijdsgewricht kom je dan al snel uit bij technologische hulpmiddelen. En dus verschijnt MaaS aan de horizon, een concept dat steeds vaker wordt gezien als een onmisbare bouwsteen voor duurzame mobiliteit. Maar wat is dat dan precies?

“MaaS is het gebundeld aanbieden van verschillende soorten mobiliteit: trein, tram, bus, deelauto’s en -fietsen, Uber, taxi’s…”, zegt Geert Te Boveldt, mobiliteitsonderzoeker aan de VUB.

“Dat wordt dan digitaal als één packagedeal aangeboden, in een app of op een platform.”

Het idee valt dus samen te vatten als een Google Maps voor gevorderden. Daar bereken je nu al je reis van A naar B, met een combinatie van verschillende vervoersmiddelen. Het volbloed MaaS-denken gaat nog een stap verder. Dan gaat het niet enkel over een routeplanner, maar worden verschillende diensten gebundeld: advies, informatie, ticketing en betaling.

Dat idee is in mobiliteitsmiddens de voorbije jaren sterk gegroeid, met het toekomstdenken over de komst van de zelfrijdende auto als voedingsbodem. “Men gaat ervan uit dat die automatische auto’s geen eigendom zullen zijn van één gebruiker, maar dat ze gedeeld zullen worden”, legt Te Boveldt uit. “Dat is een

Bikeboost helpt fietsers met pech onderweg

“Steeds meer mensen nemen voor dagdagelijkse verplaatsingen de fiets. Velen staan er nog niet genoeg bij stil dat je ook op de fiets pech onderweg kan hebben. Bikeboost installeert bij bedrijven en in steden of gemeenten ‘repair stations’. Hierin vinden fietsers alle materiaal om hun tweewieler te herstellen”, vertelt Dirk Wuyts van Bikeboost.

van de belangrijkste drijfveren waarom heel wat privébedrijven en overheden hier erg mee bezig zijn. Het wordt gezien als een logische volgende ontwikkeling.”

Wordt MaaS dan dé mobiliteitsoplossing? Dat is koffiedik kijken, om er even een cliché tegenaan te gooien. Al lijkt de privésector alleszins overtuigd van het potentieel. Verschillende apps en platformen bieden al een MaaS-variant aan. Die zijn vandaag voornamelijk gericht op bedrijven die hun werknemers opties willen geven voor woon-werkverkeer.

Zo ook Arval. Die dochteronderneming van BNP Paribas ontwikkelde een app en platform die alle mogelijke transportmodi combineren en in één ruk doorlinken aan ieders persoonlijke mobiliteitsbudget. Die service kunnen bedrijven dus aanbieden aan hun werknemers. “We zien daar dat steeds meer mensen kiezen voor een mobiliteitsmix. Ze opteren bijvoorbeeld voor een kleinere wagen, waardoor ze het overige budget kunnen spenderen aan openbaar vervoer, deelfietsen of -steps…”, duidt Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert bij Arval. Al dient daarbij gezegd dat dé groene omslag nog lang niet is gemaakt. “Het aantal mensen dat géén bedrijfswagen neemt is dan wel

Belgisch familiebedrijf

“Tijdens een fietstocht in Duitsland pompten we aan een repair station een band op. Het verbaasde ons dat je dat in ons fietsgek land nog niet veel zag. Met ons familiebedrijf Bikeboost verdelen we nu herstelstations in België. Er staan er al een twintigtal in Vlaanderen, maar er

verviervoudigd, maar zit nog altijd onder 1 procent van alle gebruikers.”

Er is dus nog werk aan de winkel. Bij de bedrijven is MaaS stilaan ingeburgerd, voor de m/v/x in de straat ligt dat moeilijker. Rendabiliteit speelt daarin een grote rol. Ontwikkelaars zoeken nog naar het juiste verdienmodel voor particulieren. Een betalende app? Reclame? Een toeslag per aangekocht ticket? Een abonnementsformule? Ook daarvoor dien je te onderhandelen met een brede waaier aan mobiliteitsaanbieders. Geen evidente opdracht. Het lijkt er dus sterk op dat MaaS nog een tijdje zal moeten groeien in de schoot van de bedrijven. 

Zorgeloos fietsen

“Met een repair station van Bikeboost in de buurt stap je zonder zorgen op de fiets. Onderweg vind je alle standaard reparatiemateriaal. Bikeboost laat uw werknemers, studenten, inwoners of toeristen veilig en zorgeloos fietsen.”

Vakbeurs openbare ruimte 16/02 in Brussels Expo

zullen er op korte termijn heel wat bijkomen. Meerdere steden en gemeenten tonen net als bedrijven en scholen interesse in ons concept. De assemblage van de repair stations gebeurt door een Belgisch maatwerkbedrijf.”

Fokus-online.be 8 Mobility as a Service
Door Benjamin Van Synghel
Men gaat ervan uit dat zelfrijdende auto’s geen eigendom zullen zijn van één gebruiker, maar gedeeld zullen worden.
— GEERT TE BOVELDT MOBILITEITSONDERZOEKER AAN DE VUB

Geoptimaliseerde laadoplossingen voor uw parkeerterrein

e-RS is gespecialiseerd in geoptimaliseerde laadoplossingen voor grote parkeerterreinen zoals van bedrijven, winkelcentra, vakantieparken en appartementsgebouwen.

Reliable and Smart charging

Totaaloplossing

e-RS biedt een unieke totaaloplossing, waarbij we samen met de klant een compleet laadparksysteembeheer ontwikkelen en implementeren. Hiervoor combineert e-RS de expertise van haar partners Raepsaet Product Design en Sagro. e-RS is actief in België en Nederland.

Futureproof

Voor de grote projecten werken we met een gecentraliseerde en modulaire technologie waarbij de laadcomponenten worden gecentraliseerd in een voetpad- of wandkast en de laadpunten of laadpalen enkel nog een socket of laadkabel bevatten, eventueel met een RFID-lezer voor authenticatie.

Onze missie is elektrische mobiliteit voor iedereen toegankelijk te maken!

Kwaliteit

Refurbished door experts, zo goed als nieuw, met 1 jaar garantie

Aanbod

Een groot aanbod van honderden merken. Stadsfietsen, mountainbikes, bakfietsen en veel meer.

Kortingen

Kortingen die oplopen tot wel 60%. Goed voor uw portemonnee en de planeet!

Snelle levering

De e-bike wordt binnen 3 tot 5 werkdagen geleverd.

Bekijk snel het aanbod op Upway.be

EV-laders

Wij bieden zowel AC- als DC laders met enkele of dubbele socket en optioneel RFID lezer. Onze laadpalen kunnen zelfs volledig klant specifiek worden uitgevoerd in een RAL-kleur naar keuze en/of met bestickering (b.v. logo van uw bedrijf of andere informatie).

Load balancing

Het Charge & Energy Management System optimaliseert het energieverbruik en maximaliseert het gebruik van de bestaande of geplande elektrische infrastructuur. Dit platform ondersteunt slimme load balancing voor de complete configuratie met alle aangesloten laadpunten.

Charging points Infrastructure Installation Charge & Energy Management System Charging as a Service Charging Point Operator 1 3 4 6 5 2
Voor meer info kunt u onze website bezoeken: www.e-rs.be of contact opnemen via info@e-rs.be

‘Op elk vlak streven naar duurzame e-mobility’

De toekomst van onze mobiliteit oogt duurzaam, groen en vooral elektrisch. De transformatie naar een geëlektrificeerd wagenpark is al een tijdje ingezet, maar eens de implementatie en de techniek verder verfijnd worden, staat ons pas echt een (r)evolutie binnen e-mobility te wachten.

“Er zijn enkele pijlers die dagelijks aan belang winnen om die overstap goed, gestructureerd en vooral slim te doen”, vertelt Bart van der Pluym, CEO van 50five Belux, een dochteronderneming van ENGIE Group die bedrijven en consumenten duurzamer wil laten omgaan met energie en inzet op een combinatie van laadstations met intelligente oplossingen van ENGIE om het laden optimaal te laten verlopen.

“Belangrijk is de rol van advies”, vertelt Bart van der Pluym. “Advies aan de bedrijven, maar ook aan consumenten. Als je weet dat we volgend jaar evolueren naar een percentage van 70 procent van de nieuwe bestellingen van geëlektrificeerde bedrijfswagens, dan weet je dat er ook heel wat vragen komen. Die vraagstukken van bedrijven en consumenten proberen wij in kaart te brengen. We onderzoeken of er een mogelijkheid is om op te laden op kantoor, maar ook thuis.” “Op kantoor laden is vaak een goedkopere oplossing”, vertelt Piet Cortier, COO van 50five Belux. “De auto staat er uren voor de deur en bedrijven hebben vaak een voordeliger nettarief.”

Duidelijkheid biedt zekerheid

Een overstap naar elektrisch rijden wekt veel vragen op. “Terecht”, bevestigt Bart van der Pluym. “Klanten hebben het moeilijk om alle ins & outs te kennen wat betreft zonnepanelen, thuisbatterijen, verhoogde energiekosten en het capaciteitstarief dat er sinds 1 januari van dit jaar is. Er komen vragen over hoe en waar er geladen moet worden, maar er heerst ook een bezorgdheid over technische problemen en

optimalisatie van slim energiegebruik. Alles in kaart brengen en duidelijk communiceren naar de klant, bedrijf of particulier is essentieel want duidelijkheid biedt zekerheid.”

“Je moet e-mobility door een intelligente bril bekijken”, vult Piet Cortier aan. “Zo kun je als bedrijf met de nodige software meer punten beschikbaar stellen dan wat het beschikbare vermogen op het eerste zicht toelaat. Niet iedereen zal op hetzelfde tijdstip opladen en laden kan gespreid worden in de tijd.”

Pluym. “Je hebt een intelligent laadtoestel nodig, maar je moet bijkomende intelligentie toevoegen om ervoor te zorgen dat je in huis zo efficiënt en optimaal mogelijk met energie omgaat. Wie zonnepanelen heeft, gebruikt vandaag misschien 20 tot 30 procent van de zelf opgewekte energie, de rest wordt terug op het net gezet. Via het ENGIE Home Energy Management System (eHEMS) gebruik je meer van je eigen geproduceerde zonneenergie, laad je automatisch wanneer het

Meer over.

50five Belux is in 2019 gestart als een dochteronderneming van de ENGIE GROUP. De missie is het volledig toegankelijk maken van elektrische mobiliteit en ENGIE oplossingen te integreren voor energiemanagement. Voor mensen thuis en bedrijveniedereen in de hoogste versnelling naar elektrisch. 50five is uniek in de markt omdat wij de gehele klantreis managen. Dit betekent dat we alles in huis hebben van engineering, offerteproces tot installatie en laadbeheer.

Ook bij particulieren is advies heel belangrijk. “Mensen hebben in het begin misschien een beetje schrik”, legt Bart van der Pluym uit. “Je moet complexe zaken installeren en klanten weten ook dat elektriciteit duurder is, dus zijn ze kritischer.” Nu komt daar in Vlaanderen het ‘fameuze’ capaciteitstarief bij. “Als je thuiskomt, al je huishoudtoestellen aanzet en dan je auto oplaadt, zul je een vermogenspiek veroorzaken waardoor je energiefactuur duurder zal worden of je zelfs je elektrische installatie overbelast”, waarschuwt Piet Cortier. “Intelligentie toevoegen biedt hier echter een oplossing. Met een elektrische wagen voeg je immers de grootste afnemer toe aan je bestaande infrastructuur.”

Gebruik de zon

Je leest in heel wat kranten dat een intelligent laadtoestel de problemen met een capaciteitstarief kan oplossen. “Maar dat is enkel een vertrekpunt”, stelt Bart van der

volgens jouw tarief het voordeligst is en beperk je zo de kosten van het laden. Het systeem biedt ook bescherming tegen overbelasting van je elektrische installatie en helpt je het piekvermogen, en dus de impact van het capaciteitstarief, te beperken. Via een app kun je de productie van je zonnepanelen, het verbruik in huis en het laden van je wagen opvolgen en sturen.”

Een laatste luik binnen e-mobility is de verdere implementatie van snelladers. “We geloven ook in de strategie daarachter”, besluit Bart van der Pluym. “België is ook een land van ‘stop and go’ en we zien dat benzinestations steeds vaker omgebouwd worden naar snelle laadpunten. Met moderne wagens kun je in twintig minuten volledig opladen. Hier kunnen tankstations echt een vervangende rol spelen, want geef toe: twintig minuten is net genoeg voor een kopje koffie of een broodje en je kunt weer verder.” 

Fokus-online.be 10 Brand Report • 50five Belux
BART VAN DER PLUYM CEO PIET CORTIER COO
Wie zonnepanelen heeft gebruikt misschien 20 tot 30 procent van de opgewekte energie.
— BART VAN DER PLUYM CEO VAN 50FIVE BELUX

Mobiliteitsspecialist Astara wil met Silence de Belgische steden veroveren. De elektrische scooters en nanocar van het Spaanse merk maken verplaatsingen in de stad en daarbuiten duurzaam, gemakkelijk en flexibel en dragen zo bij tot een verbetering van het stedelijk leefklimaat en mobiliteit. Uniek is de multifunctionele, uitwisselbare batterij die op termijn ook ‘batterijdelen’ mogelijk maakt.

Multinational Astara, importeur van o.a. Hyundai, Suzuki, MG ... is een partnerschap aangegaan met het Spaanse Silence Urban Ecomobility voor de verdeling van hun elektrische scooters en micromobiliteitsvoertuigen in België en Luxemburg. Vanaf januari zullen de scooters te koop worden aangeboden. De compacte, elektrische microcars volgen later in het voorjaar.

De hippe Spaanse ecovoertuigen sluiten naadloos aan op Astara’s visie op toekomstige stedelijke mobiliteit. “Wij willen de mobiliteit voor een zo breed mogelijke doelgroep verbeteren en daarbij ook de leefbaarheid van de stad verbeteren. Dat is precies wat deze voertuigen doen”, vertelt Maaike Van den Bergh, brand manager Silence –Astara Western Europe.

Innovatief batterijsysteem

Het aanbod van Silence bestaat uit twee elektrische scooters, de S01 en S02, telkens beschikbaar in een L1e- (45 km/u) en L3e-uitvoering (+45 km/u) en de S04, een elektrische ‘nanocar’ met vier wielen. De nanocar wordt geleverd in twee uitvoeringen: de L6e met een topsnelheid van 45 km/u en de L7e die tot 85 km/u haalt.

Beide voertuigen delen hetzelfde verwijderbare en unieke batterijsysteem, een trolleyachtig batterijpakket met wielen en een handvat zodat het gemakkelijk en veilig kan worden vervoerd. Bij zowel de scooter als de S04 hoef je de batterijen trouwens niet te verwijderen om het voertuig te laden, dat kan ook onmiddellijk via een rechtstreekse kabel naar een normaal stopcontact. “Met deze batterij zijn mensen niet langer gebonden aan laadpalen en neemt de flexibiliteit enorm toe”, zegt Van den Bergh. Bovendien kan de batterij worden gebruikt als energiebron voor bijvoorbeeld een mobiele telefoon of computer.

Door de elektrische transmissie is er geen uitstoot en zijn de voertuigen ook nog eens zeer stil, wat de leefbaarheid van de steden verbetert. Daarnaast is ook de tweezitsnanocar zo compact dat deze weinig parkeerkeerruimte in beslag neemt. Ook hiermee speelt de Spaans-Belgische tandem in op de groeiende behoefte naar meer groen in steden. Groen voor parkeerplaatsen.

Battery as a Service

Op termijn ziet Astara ook potentieel in BaaS, battery as a service. Deze dienst, waarbij de batterijen worden gehuurd in plaats van aangekocht, is een systeem met wisselstations waar gebruikers hun batterij kunnen inwisselen voor een opgeladen exemplaar om meteen hun verplaatsing verder te zetten. “Testcases in Spanje hebben uitgewezen dat de interesse en verkoop hierdoor aanzienlijk toeneemt”, vertelt Van den Bergh. Het maakt elektrische mobiliteit haalbaar voor een grotere doelgroep. Door de battery als een service aan te bieden, daalt de aankoopprijs van een microcar of scooter namelijk met zo’n 30 procent.

Daarnaast neemt Astara hiermee de zorgen van consumenten weg. “De levensduur van de batterij en ook de beperkte aanwezigheid van laadpalen zorgen soms nog voor onzekerheid bij consumenten. Met ons concept nemen we deze zorgen weg en bieden wij peace of mind”, vervolgt de brand manager, die aangeeft dat er plannen op de tekentafel liggen voor de uitrol van wisselstations voor batterijen.

Verkooppunten en testcentrum

De introductie van het BaaS-systeem volgt na de uitrol van het verkoopsysteem dat momenteel gaande is. Daarvoor voert het in Kontich gevestigde Astara onder andere gesprekken met gemeenten. Nog voor de zomer opent een urban store in Brussel en in Antwerpen en Luxemburg. Voor de levering en naverkoop zal er worden gewerkt met servicepunten en een homeservice als betalende dienst. Later dit jaar wil het bedrijf een netwerk van acht servicepunten opzetten over heel België waar de voertuigen geleverd en geserviced worden.

Behalve op stadsbewoners of op bewoners in de rand die dagelijks naar hun werk pendelen, mikt de mobiliteitsspecialist ook op bedrijven zoals pizzakoeriers, postbedrijven en andere bezorgers in de stad. “Ook zijn onze voertuigen interessant voor bijvoorbeeld een hotelier of een verhuurder van shared offices. Zij kunnen mobiliteit als een service aanbieden bij hun andere diensten”, zegt Van den Bergh. De Silence-scooters of nanocars komen met een fleetmanagementapp die eenvoudig te individualiseren is voor persoonlijk gebruik.

Astara brengt met Silence uniek mobiliteitsconcept naar de stad
Fokus-online.be 12 Interview Door Tom Cassauwers • Foto’s Eva Beeusaert
‘We hebben smart cities nodig om steden leefbaar te houden’
Frank Beliën

Aan de rand van Brussel verrijst een 50 meter hoge toren. Dit is de nieuwe campus van Living Tomorrow, waar je vanaf de zomer van 2023 de nieuwste technologieën en trends kunt komen spotten. Maar wat heeft de toekomst voor steden in petto? We spraken erover met Frank Beliën, oprichter van Living Tomorrow.

Waarom maakt Living Tomorrow innovaties tastbaar?

“Als je innovaties niet tastbaar maakt, dan begrijpen mensen ze maar moeilijk. Een innovatie betekent verandering in hoe we leven of werken. Veel mensen hebben daarom van nature een weerstand tegen innovatie. Toen in 1995 ons eerste huis van de toekomst openging zei 99 procent van de bezoekers dat ze nooit een mobiele telefoon in hun broekzak zouden steken. Ze associeerden mobiele telefoons toen met werken. We moesten duidelijk maken dat mobiele telefoons in de toekomst heel wat meer zouden betekenen dan enkel werk. Daarom is het tonen van innovaties, en laten zien waar ze naartoe kunnen gaan, zo belangrijk.”

Waarom moeten steden innovatie en technologie in het oog houden?

“Omdat het moet! 4,4 miljard personen wonen vandaag in steden, dat is meer dan 50 procent van de wereldbevolking, een percentage dat enkel maar toeneemt. Steden groeien steeds meer. Een metropool zoals Guangzhou in China telt meer dan 35 miljoen inwoners, de Randstad in Nederland telt er meer dan 8 miljoen en zelfs in België, waar we vooral kleine steden hebben, telt Brussel 1,2 miljoen inwoners. Dat is niet niks. We hebben smart cities nodig om steden leefbaar te houden. De kost om er te wonen stijgt namelijk, er ontstaan verkeersproblemen en luchtvervuiling bereikt in grootsteden extreme pieken. Daarom hebben we innovatie nodig.”

Op welke innovaties moet een stad inzetten?

“Er komen enorm veel trends op steden af, te veel om op te noemen. Maar als ik één ding zou kunnen zeggen aan een burgemeester, dan is het: verminder je CO2-uitstoot. Duurzaamheid is een niet-onderhandelbare voorwaarde voor de stad van de toekomst. Dat betekent enerzijds verkeer aanpakken en vergroenen. Maar ook woningen, wijken en steden bouwen waar geen CO2 meer wordt uitgestoten. Met technologieën zoals windkracht, waterkracht, zonneenergie en bodemgeothermie moeten we ervoor zorgen dat woningen geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. In België zien we nu de eerste woonwijken ontstaan die puur op zonne-energie werken, met warmtepompen en batterijen die verbonden zijn op een smart grid. Dat laatste betekent dat je energie kunt uitwisselen met je buren wanneer er lokale overschotten of tekorten zijn. Ook materialen zullen veranderen. We gaan naar een ‘madaster’, een kadaster dat alle materialen van een gebouw in kaart brengt en aangeeft welke daarvan hergebruikt kunnen worden. Ik denk dat je in de toekomst geen nieuwbouw meer mag neerzetten zonder materialen te recycleren.

Een van onze partners, Vandersanden, ontwikkelt nu zelfs een steen waarin CO2 wordt opgeslagen. Het is dus een CO2-negatief bouwmateriaal. In plaats van cement wordt CO2 als bindmiddel gebruikt. Door te bouwen krijg je dus een CO2-reductie, vergelijkbaar met het planten van bomen.”

Wat met de impact van digitale technologie?

“Opnieuw zijn er hier enorm veel zaken aan het gebeuren. In 2030 zal bijvoorbeeld 6G iets zijn waar steden over moeten nadenken. Elke tien jaar krijgen we een nieuwe generatie van mobiel internet, en gezien 5G rond 2020 arriveerde komt 6G er rond 2030 aan. Die snellere verbindingen zullen zaken zoals zelfrijdende wagens en slimme lenzen ondersteunen.

Een andere interessante trend is die van de digital twins. We maken een soort digitale kopieën van de echte wereld voor heel wat toepassingen. Zo zouden we bijvoorbeeld via sensoren de verkeersstromen in een stad in beeld kunnen brengen om op basis daarvan een digitale tweeling te maken. Voordat steden aanpassingen maken aan een circulatieplan zullen ze in de toekomst eerst digitale simulaties kunnen doen op die kopie om te kijken wat het effect ervan kan zijn.

Maar ook qua dienstverlening moeten steden digitaliseren. Zo ontstaat het concept van de 15-secondestad, een variant op de 15-minutenstad. In plaats van naar het stadhuis te gaan voor elk document, zou in de toekomst alles digitaal moeten werken. Elke administratieve actie moet zo binnen de 15 seconden afgehandeld kunnen worden.”

Zijn Belgische steden volgens u futureproof?

“Ik denk dat de Belgische steden het zeer goed doen, en ze staan open voor de toekomst. Maar er moet meer samenwerking komen op Europees vlak. We hebben de afgelopen jaren enorm veel crisissen gekend, van de bankencrisis en de pandemie tot de oorlog in Oekraïne. Daarom moeten we naar Europa kijken. Als stad kun je niet alleen werken.

Qua innovatie doen we het eveneens niet slecht. Als je globaal naar sterke innovatiegebieden kijkt zoals Silicon Valley, Tel Aviv en Shenzhen, dan vind je ook in België regio’s die hun mannetje staan. Neem Leuven met imec. Een van de grote problemen in België is echter dat talent wegtrekt. Als je rondloopt in Silicon Valley, dan tref je constant Belgen aan bij spelers zoals Google, Microsoft en Apple. Zij trekken naar daar omdat ze interesse hebben in innovatie. Dat is zonde. Onze overheden moeten er beter in slagen om deze mensen hier te houden.”

De toekomst is natuurlijk onzeker, hoe bereid je jezelf daarop voor?

“Uit een onderzoek van Harvard bleek dat de meeste aandacht binnen een organisatie gaat naar zaken zoals financiële rapportering, legal & compliance en de dagdagelijkse operaties. Slechts een heel klein stukje gaat naar strategie en de toekomst. Maar wanneer het misgaat, dan is het doordat organisaties niet goed de toekomst inschatten. De manier waarop je dat doet is door scenario’s te schetsen.

Je kijkt welke elementen de toekomst van jouw organisatie beïnvloeden en hoe die mogelijk veranderen in de toekomst. Op basis daarvan maak je enkele scenario’s. Dat is natuurlijk geen exacte wetenschap. Maar door die oefening te doen, en te kijken wat de belangrijke drivers zijn van jouw organisatie en hoe ze kunnen evolueren, ben je beter bestand tegen een onzekere toekomst. Niemand kan de toekomst voorspellen, maar dat betekent niet dat je jezelf er niet op kunt voorbereiden.”

Smart Fact.

Naar wie kijkt u op?

“Eén persoon die ik nooit zal vergeten is Bill Gates. Hij was hier bij de opening van het eerste huis van de toekomst in 1995. Als ondernemer, softwareontwikkelaar, filantroop en auteur heeft hij enorm inspirerende zaken gedaan. Hij richtte natuurlijk Microsoft mee op, maar ook zijn Bill & Melinda Gates Foundation deed enorm veel goed in de wereld rond gezondheid, klimaatverandering en hygiëne. In 1995 kende echter niemand in België hem, hij was hier enkele maanden voor de release van Windows 95. Er waren toen 100 journalisten aanwezig bij de opening, en slechts een van hen wilde een interview (lacht).”

Filedruk terug op pre-corona niveau Een historische meting: oktober 2022 was een van de zwaarste filemaanden voor Vlaanderen sinds het begin van de metingen in 2011. Waar corona een tijdlang voor een vermindering van de drukte zorgde, zijn files nu helemaal terug. Thuiswerk vermindert natuurlijk het aantal pendelaars, maar toenemend vrijetijdsverkeer in combinatie met een verhoogd vrachtverkeer absorbeerde die daling.

Vliegende taxi’s Vliegende taxi’s, het klinkt als sciencefiction maar komt steeds dichter bij de realiteit. Zo werken heel wat Amerikaanse bedrijven aan kleine, elektrisch aangedreven helikopters die stedelijke inwoners over kortere afstanden kunnen verplaatsen. Zo verkocht Archer Aviation al 100 luchttaxi’s aan United Airlines, die in de periode 2024-2025 geleverd zouden worden.

13 #fokusmodernestad Interview
Niemand kan de toekomst voorspellen, maar dat betekent niet dat je jezelf er niet op kunt voorbereiden.
De maquette van de gloednieuwe innovatiecampus van Living Tomorrow, die later dit jaar de deuren opent in Vilvoorde.

Een slimme stad op mensenmaat

W ie smart city zegt, denkt onmiddellijk aan hightechapplicaties zoals zelfrijdende wagens, sensoren of slimme camera’s. Steden leggen echter steeds minder de nadruk op technologie en steeds meer op wat die technologie kan betekenen voor hun inwoners.

Slimme regio’s

Het zijn niet enkel steden die ‘smart’ worden, ook kleinere gemeenten en regio’s vinden hun weg naar slimme technologie. Zo ook in Vlaanderen. Op 1 juli 2022 richtte de Vlaamse Overheid een Smart Region Office op. Die nieuwe afdeling moet samenwerken met de Vlaamse instellingen, maar ook met lokale besturen, kennisinstellingen en bedrijven, om onze regio slimmer te maken. Zo probeert Vlaanderen om smart cityprincipes te laten doordringen in kleinere gemeenten en landelijke gebieden.

Het concept smart city verandert. Waar in het verleden de focus vooral lag op het digitaliseren van steden en het introduceren van nieuwe technologieën, komt er nu een grotere nadruk op het menselijke. “Ik word het begrip smart cities ondertussen al lichtjes beu”, lacht Karl-Filip Coenegrachts van SMITVUB. “Het werd zowat een containerbegrip. Vandaag zijn er twee bewegingen. Ten eerste is er een technologiepush. Zo gebeuren er veel technologische ontwikkelingen die steden zo snel mogelijk proberen te implementeren. Maar daarnaast is er ook een menselijke component. Die is voor mij belangrijker. We moeten kijken naar welke noden mensen hebben, hoe ze met technologie omgaan en wat de ethische vraagstukken zijn van specifieke technologieën. Hoe zorgen we dat technologie op een goede manier door stedelijke actoren wordt gebruikt?”

100 slimme en klimaatneutrale steden Tegen 2030 moeten 100 steden in de Europese Unie zowel slim als klimaatneutraal zijn. Dat is een van de missies die de EU in 2022 aankondigde. Daarvoor trekt de EU alvast 360 miljoen euro uit voor de periode 2022-2023. Het toont hoe het concept smart city steeds meer verschuift, van enkel technologie naar een mix van technologische en duurzaamheidsdoelen. In België nemen Antwerpen, Brussel, La Louvière en Leuven deel aan de missie.

Op het niveau van de Europese Unie spreekt men zelfs niet meer over smart cities, het sleutelbegrip is daar nu ‘smart and sustainable communities’. Martine Delannoy, Sustainable Urban Environment Innovator bij imec, is het eens dat er een andere invalshoek moet komen. “Technologie is een driver van verandering”, stelt ze. “Het kan het halen van resultaten versnellen en makkelijker maken. Maar tegelijk moet technologie ondergeschikt zijn aan het oplossen van problemen. Je moet vertrekken van een nood die gevoeld wordt bij de burgers. Daarna onderzoek je hoe je deze kunt oplossen en kijk je welke rol technologie daarin kan spelen. Heel wat steden vertrekken echter van de technologie. Ze denken: ‘Ik heb een app nodig’, en zoeken dan naar een manier om dat goed te praten.”

Barcelona

Toch zijn er heel wat steden die op een intelligente manier met het concept smart city omgaan. “Barcelona ging bijvoorbeeld de activistische toer op”, stelt Coenegrachts.

“Zij verkennen zeer goed de ethische kant van smart cities. Ze betrekken ook op vrij grote schaal hun bevolking in dat proces. Ze hebben living labs en organiseren participatie die erg sterk wijkgericht is. Finse steden doen het ook goed, alhoewel met een andere invalshoek. Zij vertrekken vanuit een triple helix: een

samenwerking tussen overheid, industrie en de academische wereld. Zo ontwikkelen ze nieuwe innovaties, die ze samen met de bevolking implementeren.”

Ook in Vlaanderen vind je vandaag interessante smart city-experimenten. Waar in het verleden vooral de grotere steden zoals Antwerpen en Gent de leiding namen, beginnen nu ook de kleinere spelers initiatief te nemen. “In Leuven is er een mooie dynamiek”, stelt Delannoy. “De regio’s laten ook steeds meer van zich horen, denk maar aan Limburg. Vlaanderen werkt trouwens samen met de regio’s en de kleinere steden en gemeenten, die lagere budgetten hebben, om slimme technologie te introduceren.”

Om van smart city-programma’s een succes te maken moeten ze steunen op een goede

Smart cities werd een containerbegrip.

basis. “Alles moet vertrekken van een langetermijnvisie”, stelt Coenegrachts. “Die visie moet gedeeld zijn. Ze mag niet enkel van de overheid komen, ook de industrie, academici en bevolking moeten worden betrokken. Je moet een agenda maken gebaseerd op wat je stad en de inwoners verwachten. Dat kan alles zijn van klimaatadaptatie tot de strijd tegen armoede. Eens die visie er is, kijk je hoe je die kunt realiseren. Pas dan onderzoek je of technologie daarbij kan helpen. Technologie is niet altijd de oplossing.” 

Fokus-online.be 14 Technologie
Door Tom Cassauwers — KARL-FILIP COENEGRACHTS SMIT-VUB

Mobiliteitsanalyse als hoeksteen voor smart city-beleid

Onze steden staan voor enorme uitdagingen, denk maar aan stijgende inwonersaantallen of de klimaatopwarming.

Een goede mobiliteit kan een belangrijk onderdeel zijn om deze uitdagingen aan te gaan. De inzet van mobiliteitsgegevens in het beleid is voor veel steden daarom een logische stap.

Een belangrijke uitdaging is daarbij om over gegevens te beschikken over de tijd heen. Traditionele mobiliteitsstudies zijn vaak een eenmalige meting, maar voor beleid heb je gebiedsdekkend en over een langere periode gegevens nodig. Hiervoor zijn nieuwe oplossingen noodzakelijk.

Dat de mobiliteitsproblematiek vandaag acuut is, behoeft nauwelijks een betoog. Mobiliteit is de hoeksteen voor heel wat cruciale vraagstukken waar de hedendaagse, stedelijke contexten mee kampen. Denk aan het dichtslibben van belangrijke verkeersassen, de bezorgdheid rond luchtkwaliteit in stedelijke kernen, de discussies rond verkeersveiligheid en de uitbreiding of inplanting van winkelcentra of bedrijfsterreinen. Kortom, de mobiliteit, die voor een groot stuk bepalend is voor de leefbaarheid in een stad of regio, is een uitdaging voor veel overheden.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat lokale overheden en besturen massaal op zoek gaan naar manieren om hier inzichten in te verwerven. Onder het gezegde ‘meten is weten’ worden daardoor heel wat mobiliteitsdata ingezet. Denk maar aan informatie over behaalde snelheden, knelpunten in doorstroming, ongevallen of parkeergebruik. Tegelijkertijd blijkt in de praktijk dat traditionele oplossingen niet altijd de nodige inzichten brengen.

De saga rond het veelbesproken ‘Good Move’mobiliteitsplan in Brussel, dat op heel wat protest van de buurtbewoners stootte en daarom voor grotendeels werd teruggedraaid nog voor de testfase volledig was afgerond,

illustreert dit als geen ander. “Eigenlijk kun je stellen dat burgers vandaag een steeds hoger verwachtingspatroon hebben rond mobiliteit. Het beleid kan hier niet altijd een antwoord op bieden. Nieuwe databronnen bieden hier het antwoord, zoals waarom auto’s door een bepaalde straat rijden en voor overlast zorgen, of op welke plekken automobilisten bruusk remmen”, duidt Pierre Maere, CTO van Geo Mobility, een objectieve dataleverancier die mobiliteitsgegevens en -inzichten levert aan steden, studiebureaus en retailers.

Lokale overheden en besturen zijn op zoek naar oplossingen om de mobiliteitsproblematiek op een andere manier te analyseren. De inzet van technologie en data zal hiervoor een nieuwe mindset vergen van bedrijven. Zij moeten vandaag niet louter focussen op hun oplossingen of de dataverzameling, maar ook durven inzetten op het visueel en inzichtelijk voorstellen van hun data en inzichten. Precies met dit doel voor ogen gingen Geo Mobility en Geo Solutions een intensieve samenwerking aan. Concreet moet dit leiden tot een platform waarin de mobiliteitsdata inzichtelijk worden voorgesteld en direct inzetbaar zijn in het beleid. Dit gebiedsdekkend en over een langere periode.

Het platform, dat nog in volle ontwikkeling is, moet dus een nieuwe manier van omgaan met mobiliteitsdata inluiden. “Enerzijds zetten we heel duidelijk in op de visualisatie van de data, zodat beleidsmakers een echt inzicht krijgen in de reële situatie”, aldus Rombout Verwimp, CEO van Geo Solutions. “Anderzijds streven we ook naar een structurele, en geen projectmatige, samenwerking met het beleid. Ons platform bevat mobiliteitsinfo over een langere periode. Hierdoor is dit geen momentopname, zoals vandaag vaak nog het geval is in beleidsplannen. Daarnaast combineert het andere relevante info en POI zoals schoolomgevingen, ziekenhuizen, etc… Ook predicties over hoe de mobiliteit zal veranderen zullen op termijn beschikbaar zijn.”

Meer over.

Geo Mobility is een objectieve dataleverancier inzake mobiliteit die met onder andere ‘floating car’data, telecomdata en tellingen op straat inzichten biedt aan steden, studiebureaus en retail over heel Europa.

Geo Solutions is een serviceorganisatie die klanten helpt bij de implementatie van locatie-inzichten en zorgt voor oplossingen om locatiedata te beheren en analyseren. Hun kracht is om locatie en andere data te verbinden en zo hun klanten nieuwe inzichten te bieden.

Vanuit dit steeds acutere spanningsveld groeide de jongste jaren een nieuwe houding ten opzichte van de ontwikkelaars en aanbieders van datagedreven technologieën.

“Het volstaat eigenlijk niet langer om enkel de data te voorzien. Als bedrijf moet je de vraag goed begrijpen en met de correcte databron of combinatie van bronnen bijdragen aan de oplossing. Enkel zo maak je het verschil. Dat is iets wat terugkomt bij zowat alle lokale overheden die zich tot ons richten, gaande van pakweg Gent of Brugge tot Helsinki of Dublin”, aldus Maere.

Via deze aanpak hopen beide bedrijven ervoor te zorgen dat de door hen aangeleverde en voorgestelde data een concrete meerwaarde bieden bij de uitwerking van nieuwe circulatieen mobiliteitsplannen. “Deze wisselwerking moet ons in staat stellen om echt aan de slag te gaan met de bestaande problematiek en location intelligence op een geloofwaardige manier in te zetten voor de betere wereld van morgen. Wij streven in de eerste plaats naar het verschaffen van inzicht”, besluit een ambitieuze Verwimp.  

15 #fokusmodernestad Geo Mobility • Geo Solutions Brand Report
MAERE CTO • GEO MOBILITY
CEO • GEO SOLUTIONS
PIERRE
ROMBOUT VERWIMP
Het volstaat eigenlijk niet langer om enkel de data te voorzien.
— PIERRE MAERE CTO VAN GEO MOBILITY

De syndicus en rentmeester van morgen heet Gerantis

De wereld van professioneel vastgoedbeheer verandert snel en op verschillende domeinen tegelijk. Gerantis neemt daarin het voortouw en hertekent het landschap. Met gedreven teams, vooruitstrevende technologie en gedegen ervaring geeft Gerantis gestalte aan de toekomst van vastgoedbeheer.

Pas opgericht in 2019, door het ondernemersduo Jelle Geerits en Tim Nagels, is de gebouwenbeheerder Gerantis bezig aan een opmerkelijke en steile groei. Het kantorennetwerk is verspreid over heel België. “De consolidatiegolf in de sector is volop aan de gang”, getuigt Jelle Geerits. “Met Gerantis willen we daarin een leidende rol spelen. Onze visie is het verder professionaliseren van deze sector. Samen vormen we een groep professionals met jarenlange ervaring in de sector van vastgoedbeheer. In elk kantoor combineren we menselijke kennis en expertise met de meest performante beheersoftware en back office-ondersteuning. Zo zijn we lokaal sterk, op grote schaal.”

Gerantis zorgt voor de nodige dynamiek in een sector die een wat ingeslapen karakter heeft. Jelle Geerits wil het beroep van syndicus en rentmeester een rendabele en duurzame toekomst geven. “Onze ambitie is om de meest professionele, competente en proactieve partner te zijn voor elke eigenaar, bouwpromotor of vereniging van mede-eigenaars.”

De voorbije jaren groeide Gerantis zowel organisch als via overnames. De omzet bedraagt 15 miljoen euro, de ambitie reikt naar een veelvoud daarvan.

Gerantis treedt ook op als rentmeester. Daarbij ontzorgen ze eigenaars van privaat vastgoed met een volledige service. “Van administratief, financieel, juridisch tot technisch beheer, in samenspraak met de eigenaar stellen we een optimaal takenpakket op”, aldus Jelle Geerits. “Door al deze taken op ons te nemen, hoeft een eigenaar zich geen zorgen meer te maken of tijd te spenderen aan alles wat bij de verhuur van vastgoed komt kijken. Wij hebben de ervaring, expertise en ook de technologie in huis om dit efficiënt te doen.”

Gerantis heeft tevens de juridische experten in huis die beheerders en eigenaars begeleiden in de steeds complexer wordende procedures

rond vastgoedbeheer. “De complexiteit is enkel toegenomen, zowel inzake wetgeving als in deelaspecten zoals bijvoorbeeld het energetisch karakter van gebouwen”, zegt Jelle Geerits. Met hun gespecialiseerde kennis staan de experten ook vastgoedontwikkelaars en notarissen bij. Dat gaat van het opmaken van statuten rond mede-eigendom, het beschrijven van de gemeenschappelijke en privatieve delen en de gemeenschappelijke lasten, tot zelfs de praktische huisregels van een gebouw. “Wij zijn een partner in vastgoedbeheer voor alle stakeholders”, beklemtoont Jelle Geerits.

Vandaag heeft Gerantis ruim 2.500 gebouwen in beheer. De actieradius loopt van het hoofdkantoor in Antwerpen zowel in westelijke als oostelijke richting. Van de Kust tot de provincie Limburg. “In al onze activiteiten combineren we de jarenlange ervaring van onze medewerkers met de meest performante beheersoftware en technologische applicaties. Zo brengen we expertise en innovatie in elk facet van hedendaags vastgoedbeheer”, aldus Jelle Geerits.

Technologisch vooruitstrevend

Die innovatie mag u letterlijk nemen. Met het softwarebedrijf Zeron in portfolio is de groep eigenaar van de softwarepakketten Syndixis en Rentalis, die door syndici en rentmeesters gebruikt worden. Ook de beheersplatformen Syndesk en Rentdesk voor syndici en vastgoedverhuurders behoren tot de groep. Gerantis brengt al die ontwikkelingsactiviteiten samen onder de koepel van Zeron. Die digitale speler opereert als aparte entiteit, onafhankelijk van de syndicustak van de groep. “Die digitalisering is de sleutel tot een werkbaar systeem om het beheersbaar te houden.”

Met Dobby beschikt Zeron dan weer over een app voor het beheer van mede-eigendommen voor eindgebruikers. Syndici en mede-eigenaars van een gebouw kunnen langs die digitale weg vlot met elkaar communiceren en afspraken maken.

“Met de Dobby-app heeft elke mede-eigenaar zijn syndicus altijd en overal op zak”, legt Jelle Geerits uit. “Via de smartphone of laptop raadplegen mede-eigenaars op elk moment het dossier van hun mede-eigendom, geven ze meldingen door aan de gebouwbeheerder en volgen ze de verdere acties op. Ook het overleg tussen mede-eigenaars onderling verliep nog nooit zo vlot. Een agendapunt bij elkaar aftoetsen via een online enquête, digitaal vergaderen en rechtsgeldig stemmen via de app, het kan allemaal. Op een beveiligde manier en met het grootste respect voor de bescherming van de private data van elke vereniging van mede-eigenaars. Dat spreekt voor zich.” Die syndicus van de toekomst krijgt via technologie van vandaag gestalte.

Een onmisbaar aspect van vastgoedbeheer zijn alle soorten verplichte en bijkomende verzekeringen. “Onze eigen verzekeringstak specialiseert zich in dit onderwerp en adviseert proactief voor een optimale verzekeringsportefeuille op maat van elk gebouw. Zo staan we zowel de vereniging van mede-eigenaars bij als individuele eigenaars en huurders bij het afsluiten van de juiste polis voor elk risico”, luidt het.

‘Wij zijn een partner in vastgoedbeheer voor alle stakeholders’

‘OOSTENDE: HOOFDSTAD VAN DE NOORDZEE’

Oostende. De grootste stad aan onze kust voert een innovatief beleid waarin kennis, expertise en co-creatie drijfveren zijn voor een moderne stad. Op die manier wil Stad Oostende de ambitie van ‘hoofdstad van de Noordzee’ waarmaken.

Mathijs Dewaele is Smart City-coördinator bij Stad Oostende en ziet een belangrijke rol weggelegd voor de overheidsinstellingen om een moderne stad vorm te geven. “Stadsinstellingen zijn niet meer zoals vroeger, toen een ideeënbusje als vernieuwend moest doorgaan. Stad Oostende evolueert naar een innovatieve organisatie waarbij we als facilitator burgers, organisaties en bedrijven samenbrengen. We stimuleren stadsactoren om zelf aan de slag te gaan met innovatieve ideeën. Dat wil zeggen dat we hen begeleiden in het onderzoeken en definiëren van bepaalde noden, brainstormen over mogelijke oplossingen en laten experimenteren. Een goed voorbeeld daarvan is een project rond het circulaire en datagedreven hergebruik van bouwmaterialen. Op dat vlak pionieren we als stad in Vlaanderen.”

WELVAART BEWAKEN

Dewaele onderstreept dat het belangrijk is om via innovatie de welvaart van een stad te beschermen. “Waakzaam en alert zijn, is prioriteit. De welvaart van een stad is heel kwetsbaar. Wat vandaag is, kan binnen een paar decennia niet meer zo zijn. Kijk bijvoorbeeld naar de Amerikaanse stad Detroit. In de jaren vijftig was dat een bloeiende stad met een gigantische autoindustrie. Vandaag is het inwonersaantal meer dan gehalveerd en deden armoede en andere problemen de stad economisch wegzinken. De welvaart van een stad in het heden geeft geen garantie op de toekomst. We houden alle dagen de vinger aan de pols en anticiperen waar nodig. We moeten ons ervan bewust zijn dat er grote maatschappelijke veranderingen op ons afkomen die de welvaart in gevaar kunnen brengen. De klimaatuitdaging is daar een

belangrijk voorbeeld van. Ook de dubbele vergrijzing is een topic. Heel wat mensen komen naar Oostende op het moment dat ze met pensioen zijn, waardoor je zowel je eigen bevolking hebt die ouder wordt als de nieuwe Oostendenaars. Als Smart Citycoördinator daag ik de stadsinstellingen vandaag uit om na te denken over én te handelen naar die uitdagingen van morgen. Nieuwe technologieën en datagedreven werken komen daarbij aan bod maar zijn niet het doel op zich. Economische welvaart en welzijn primeren, dat moeten we onderhouden en beschermen.”

BLAUWE ECONOMIE

Om die economie goed draaiend te houden, heeft Oostende een troef die andere steden niet hebben. Met de Noordzee in haar achtertuin, is ze de thuishaven van heel wat verschillende spelers die actief zijn in de blauwe economie. Daarmee is ze de hoofdstad van de Noordzee. Die speelt een belangrijke economische rol, of beter: een belangrijke ‘blauwe’ economische rol. Veerle Willaert is beleidscoördinator Blauwe Economie en stelt dat veel van morgen afhangt van onze Noordzee. “We gebruiken de term blauwe economie als verzamelnaam voor alle economische activiteiten die gelinkt zijn aan de zee, de kust of zelfs de oceanen. Dit gaat heel erg breed: van traditionele activiteiten gelinkt aan de haven en de visserij tot de meer recente activiteiten zoals energiewinning uit wind, golven en getijden. Maar het gaat ook om aquacultuur en biotechnologie. Ook kustbescherming en blauw toerisme vallen onder deze noemer. Meer en meer worden er ook moderne technieken zoals drones ingezet om inspecties te doen op zee of in windmolenparken. Innovatie, kennis en expertise moeten ervoor zorgen dat we vooruit kunnen denken en een stad zich kan ontwikkelen zoals het hoort. Door de aanwezigheid en expertise van onder meer Haven Oostende, het Ostend Science Park, de Blauwe Cluster, maar ook het VLIZ en andere lokaal en internationaal befaamde

kennisinstellingen en bedrijven, wordt een stad ook aantrekkelijker voor nieuwe ‘blauwe spelers’, investeerders en ondernemingen.” Willaert duidt op het belang dat zowel politiek als burger betrokken partij is bij het maken van een moderne stad. “Blue Balance is een voorbeeld van zo’n project dat burger en bestuurder op dezelfde lijn moet krijgen rond veranderingen aan onze Belgische kustlijn. Projectmatig wordt dan bekeken hoe de pro’s en contra’s zich afwegen. Denk maar aan de windmolenparken. Die kregen ook tegenkantingen van bepaalde groeperingen. Daarom is het in moderne steden meer dan ooit belangrijk om helder, correct en snel te informeren. Iets wat we als stad dan ook willen faciliteren, zowel tussen de blauwe spelers, onze interne diensten als naar de burgers toe.”

Oostende is de grootste centrumstad aan de Belgische kust en telt ruim 70.000 inwoners. De stad is belangrijk op economisch, strategisch, cultureel en toeristisch vlak. Economisch kan Oostende rekenen op de derde grootste haven van het land en vanuit Oostende Airport wordt het luchtruim actief betrokken. Toerisme is een van de belangrijkste pijlers. In 2021 noteerde de stad 420.000 aankomsten van toeristen.

Foto: Veerle Willaert en Mathijs Dewaele in het Maritiem Onderzoekscentrum in Oostende.

Welke smart cities zitten in een leiderspositie?

Tegen 2050 zullen we met 10 miljard zijn. Zo’n 70 procent van de bevolking zal in stedelijk gebied wonen. In hoeverre zijn onze steden al voorbereid op die extra inwoners en de bijhorende verkeersdrukte? En wat met de klimaatopwarming? Smart cities, waar technologische oplossingen het leven van inwoners makkelijker maken, zoeken naar antwoorden.

Shanghai

Shanghai, de grootste stad van China, staat helemaal bovenaan de ranking. In 2020 won de stad een award voor de uitrol van een 5G-netwerk dat 99 procent van de stad bereikt. Maar vooral de ‘citizen cloud’-app spreekt tot de verbeelding. Dit burgerplatform wordt gebruikt door 10 miljoen inwoners en wordt ondersteund door big data en artificiële intelligentie. Via de app contacteren burgers hun overheid en kunnen ze van thuis uit allerlei documenten raadplegen en procedures opstarten, zoals de registratie van een geboorte of een adreswijziging. Inwoners uit de miljoenenstad hoeven dus niet meer naar het gemeentehuis voor papierwerk, waardoor ze verkeersdrukte en koolstofuitstoot verminderen. Door het democratiseren van data wil het stadsbestuur van Shanghai transparanter worden en de inwoners meer beslissingsrecht geven in hun dagelijks leven.

New York

Ook New York staat hoog op het internationale lijstje van smart cities. In 2020 organiseerde de stad een pilootproject waarbij sensoren in verschillende delen van de stad massaal veel data over luchtvervuiling in kaart brengen. Die sensoren, die op zonne-energie werken, zullen probleemwijken identificeren en de oorzaken van de slechte luchtkwaliteit onderzoeken.

Op basis van die data zal de stad beleidsbeslissingen nemen. New York evolueert bovendien naar een meer geconnecteerde stad. Telefooncellen worden vervangen door laadstations met wifi-aansluiting. Ook criminaliteit wordt aangepakt. De politie test software die criminaliteitscijfers uit het verleden gebruikt om misdaad te voorkomen. Het testproject leidde tot een opvallende daling in de misdaadcijfers.

Singapore

Singapore heeft een vergrijzende bevolking en de overheid doet er alles aan om via digitale innovatie de economische productiviteit op te vijzelen. Huisartsen werken vooral met videoconsults, en wearables monitoren patiënten vanop afstand. Via sensoren wordt gemeten hoe proper of vuil bepaalde wijken zijn en hoeveel volk er samenkomt voor een event. Singapore wil bovendien de eerste ‘new eco-smart’-stad zijn. De overheid zal een autovrije stad bouwen waar water, dat gekoeld wordt via zonne-energie, via buizen de woningen zal afkoelen. In ‘forest city’ zal bijzonder veel groen aanwezig zijn. Een corridor door het centrum zal ervoor zorgen dat ook wilde dieren hun plek vinden in de nieuwe stad.

Oslo

Oslo legt de focus op een duurzaam stadsweefsel. Duurzame steden en smart cities delen veel gemeenschappelijke doelen, maar een stad kan ook duurzaam zijn zonder ‘smart’ te zijn. Oslo is het allebei. De stad heeft een circuit van 650.000 ledlampen die de hoeveelheid licht kunnen aanpassen naar gelang de (weers)omstandigheden. Oslo gaat bovendien all the way wat betreft duurzame mobiliteit. Tegen 2025 zouden er alleen nog elektrische voertuigen mogen rondrijden. Zero-emissie voertuigen krijgen gratis parking, kunnen op de busstroken rijden en moeten minder belasting betalen. Om de mobiliteit in de stad te verbeteren, laten ze kleine autootjes met nummerplaatherkenning door de stad rijden. Op die manier willen ze de verkeersafwikkeling beter begrijpen en een datagedreven manier ontwikkelen om files tegen te gaan.

Londen

Londen telt maar liefst 46.000 tech-based bedrijven. Innovatie is dan ook een hot topic in deze stad. In 2014 installeerde Londen al 3400 sensoren in het drukke Westminster. Via een app kunnen bestuurders zien waar die gegeerde vrije parkeerplaatsen zich bevinden. Het doel is om tegen 2041 80 procent van alle verplaatsingen in de stad te voet, via fiets of met het openbaar vervoer te laten verlopen. Londen heeft bovendien het grootste netwerk van sensoren die data op een nieuwe manier combineren en zo de oorzaken en effecten van vervuiling en klimaatopwarming zo optimaal mogelijk aanpakken. Om alle doelen te behalen, heeft Londen een ‘smart city plan’ opgesteld waarin verschillende strategieën worden uitgewerkt om technologie te implementeren in een stad die het volgende decennium zeker 10 miljoen mensen zal moeten huisvesten.

Melbourne

Melbourne telt in totaal 2700 vuilnisbakken en -containers. Een deel daarvan draait op zonne-energie. Sensoren detecteren wanneer de vuilnisbakken vol zitten. Ze zijn bovendien uitgerust met een perssysteem dat het vuilnis samendrukt, waardoor de capaciteit van de vuilnisbak optimaal benut wordt. Bomen dienen ‘down-under’ niet alleen als decoratie. De 70.000 bomen in de stad staan netjes geregistreerd in een databank. Ze dienen vooral om de stad af te koelen. Ze worden geplant in straten waar het risico op bloedhete temperaturen hoger ligt en waar de huidige boomlaag te laag hangt. Een geautomatiseerd systeem moet de voetgangersactiviteiten in kaart brengen. Zo onderzoekt Melbourne hoe voetgangers zich verplaatsen in de stad, afhankelijk van de locatie en het tijdstip van de dag, wat vervolgens aangewend wordt in het stedelijke beslissings- en inrichtingsproces.

Fokus-online.be 18 Smartlist Wat het buitenland ons kan leren
Door Sophie Pycke

Geen twijfel mogelijk: de energiecrisis schudde ons de afgelopen maanden collectief wakker. Dubbele tot driedubbele facturen zorgden bij de consument voor paniek in de portemonnee. Het deed ons snel beseffen dat we meer dan ooit doordacht en spaarzaam moeten omgaan met onze energie.

Inspelen op capaciteitstarief

Wie zonnepanelen heeft, is uiteraard al beter af, maar hoe je ‘slim’ omgaat met je gratis energie is bepalend voor je factuur. “Het wordt nog interessanter als je zonne-energie combineert met een intelligent softwaresysteem dat het verbruik en de batterijopslag aanstuurt”, vertelt Jef Noelmans, medeoprichter van iinno-benelux, het bedrijf achter Jabba. “Het capaciteitstarief ging begin januari van start. Als eindgebruiker is het niet altijd makkelijk om te weten hoe je dat precies moet aanpakken, want je wilt uiteraard verhinderen dat je factuur aandikt omdat je op de verkeerde momenten energie verbruikt. Om zeker te zijn dat je balans in evenwicht is kun je, als je een AlphaESSthuisbatterij hebt, gebruik maken van Jabba. Het betreft een energiebeheersysteem dat energiestromen optimaal laat renderen en uiteindelijk ook zichtbaar wordt op je factuur. Bovendien werkt het systeem zonder bijkomende investering en onafhankelijk van de energieleverancier.”

Optimaal rendement

Het systeem betreft enkel een intelligent gebruik van de juiste software die op basis van data en artificiële intelligentie

Jabba betreft een energiebeheersysteem dat energiestromen optimaal laat renderen en uiteindelijk ook zichtbaar wordt op je factuur.

een perfecte inschatting kan geven van een optimaal energieverbruik binnen een woning. Noelmans: “Dat is trouwens uniek. Iedere woning wordt op eenzelfde manier doorgelicht, maar het verbruik is overal anders. Niet iedereen heeft al een elektrische wagen bijvoorbeeld.”

We gebruiken allemaal samen steeds meer elektriciteit door de overstap naar elektrische auto’s en warmtepompen. “Maar als iedereen op hetzelfde moment zijn elektrische wagen in het stopcontact steekt, zitten we ook weer met een probleem want dat kan het elektriciteitsnet niet aan”, vervolgt Noelmans. “Om dus gigantische investeringen in het netwerk te vermijden, is het belangrijk dat we het energieverbruik spreiden.”

Scan je huis slim

Software die op een slimme manier je huis scant en stuurt waar nodig, die expertise komt van aug-e. “Een afkorting van augmented energy”, bevestigt Stefan Lodeweyckx, CEO van aug-e. “We geloven namelijk heel sterk dat de manier waarop we met energie omgaan niet enkel bepaald wordt door onze verwarmingsinstallatie of ons energiecontract. Willen we ons energieverhaal optimaliseren, dan spelen er heel wat andere factoren mee. Het weer, bijvoorbeeld, of het aantal mensen dat aanwezig is. Bij aug·e geloven we dat interne en externe factoren een belangrijke rol spelen in de transitie naar een duurzamere en energie-efficiëntere wereld. We zijn ervan overtuigd dat we met de software van aug-e de ideale katalysator voor die transitie in handen hebben. Ons slimme softwareplatform vormt de basis voor een heel arsenaal aan duurzame en innovatieve energieoplossingen om milieuvriendelijker, goedkoper en comfortabeler te leven. We geloven ook sterk in de localisatie van energie. Jabba is een perfect voorbeeld van een mooie, virtuele energy community. Het is dan ook met grote fierheid dat we onze klant Jabba begeleiden en dat we samen een voortrekkersrol kunnen spelen.”

Piekverbruiken afvlakken

Een van de belangrijkste items binnen het capaciteitstarief is om de piekverbruiken zoveel mogelijk af te vlakken. Noelmans legt uit: “Jabba stuurt via het internet de thuisbatterij aan met innovatieve software.

We zijn ervan overtuigd dat we met de software van aug-e de ideale katalysator voor die (energie) transitie in handen hebben

Zo gaat de thuisbatterij laden en ontladen op de momenten die financieel het meest interessant zijn. Op momenten van weinig energieverbruik zal de thuisbatterij traag laden zodat die capaciteit beschikbaar is om de piekbelasting op te vangen. Daardoor vlakt je piekverbruik af en zul je besparen op je energiefactuur.”

Volgens Noelmans kan je je factuur zelfs nog meer verlagen wanneer je als consument kiest voor een energiecontract met dynamische prijzen, waarbij je tarief de marktprijs volgt en schommelt van uur tot uur. “Jabba voorspelt aan de hand van artificiële intelligentie de energieprijzen en bepaalt wanneer jouw thuisbatterij het best stroom koopt of verkoopt”, besluit Jef

Jef Noelmans
‘Stuur je thuisbatterij slim aan en verlaag je energiefactuur’
Schrijf je in voor onze webinar op jabba.energy/webinar
jabba.energy

‘Deze trein stopt niet, dat is duidelijk’

Een moderne stad is een leefbare stad. Maar wat maakt een stad leefbaar, hoe is het daarmee gesteld en wat brengt de toekomst? Drie experts doen het uit de doeken voor hun vakgebied: openbaar groen, smart healthcare en digitalisering.

Hoe maakt uw vakgebied onze stad leefbaar?

“Groen is nodig om de stad voor iedereen aangenaam en leefbaar te houden. In een dichtbevolkte grootstad zoals Antwerpen schept dat de broodnodige ademruimte, zowel letterlijk als figuurlijk. Bomen zorgen voor de nodige verkoeling in een stedelijke omgeving met veel bebouwing en verharding. Het groen in onze stad is erg divers: bermen, gevelgroen, pleinen met beplanting, bomenrijen in dreven en grote stukken groen zoals het Rivierenhof, met 132 hectare het grootste park van Antwerpen. Als stadsbestuur zetten we in op zowel grotere groene zones zoals het nieuwe Park Groot Schijn als groene sproeten, de kleinere buurtparkjes.”

Waar staan we vandaag?

“28,5 procent van het totale Vlaamse gewest is bebouwd, Antwerpen is met 78 procent de meest bebouwde stad van Vlaanderen. In die stedelijke context is schaarste aan open ruimte het grootste knelpunt. Van alle juridisch als groengebied bestemde gronden is maar liefst 90 procent effectief ingevuld met groen. In het kader van bebossing zoeken we samen met de groendienst, het stedelijk vastgoedbedrijf VESPA en Stadsontwikkeling continu naar opportuniteiten. Dat resulteerde in een aantal concrete projecten. Tussen 2019 en 2021 kwamen er in de Antwerpse straten en pleinen 3118 bomen bij. In augustus startte de laatste fase van de aanleg van Park Groot Schijn: 83 hectare groot, pal in onze stad.”

Wat brengt de toekomst?

“Ik kan duidelijk zijn: het Antwerpse stadsbestuur zet voortdurend in op de vergroening van onze stad. De laatste jaren hebben wij verschillende gronden verworven, goed voor ongeveer 14 hectare, waaronder bijvoorbeeld het Laar in Ekeren. Daarnaast worden er ook nog gronden in stadseigendom intensiever bebost. In 2023 komen er nog verschillende groenzones bij. Het Monnikenbos in de polder van Berendrecht en Zandvliet is 1,5 hectare groot. Het Bloemenveld in Wilrijk is zelfs 4 hectare groot. En dat zijn maar enkele voorbeelden. We zijn al een versnelling hoger geschakeld en we blijven consequent op de uitkijk om verder te vergroenen en bebossen.”

“Die impact kan enorm zijn, zowel op onze gezondheid als op de gezondheidszorg. In welke vorm dan ook, bijvoorbeeld digitalisatie of via gebruik van data, kan het een medische behandeling veel persoonlijker maken. Welke aanpak heeft bij mij de grootste slaagkans? Want wat voor u werkt, werkt misschien niet voor mij. In combinatie met sociaaleconomische data kunnen we daaruit heel veel leren. Ook kan smart healthcare ons helpen evolueren naar een preventieve gezondheidszorg. Voorkomen is beter dan genezen. Ten derde kunnen we zelfs voorspellend gaan werken. Vroeger zei men al grappend: ooit worden we gebeld voor we een hartaanval krijgen. Die richting gaan we nu daadwerkelijk uit.”

“Sociale media zijn vandaag een enorme factor in de maatschappij. Er is een heersend idee dat die onze sociale cohesie zouden bedreigen: polarisering, filterbubbels, echokamers… Maar onderzoek wijst uit dat dit veel minder het geval is dan men denkt. Sociale media zijn over het algemeen erg positief. Ook de overheid is enorm gedigitaliseerd. Als ik iets wil weten over kindergeld, dan vind ik dat kosteloos en in een vingerknip terug. Ook contacten met de overheid verlopen veel vlotter. Al zijn er ook risico’s. Oudere generaties kunnen buiten de boot vallen, beeldvorming op sociale media kan een bedreiging zijn voor het welzijn van jongeren.”

“De innovaties gaan snel, maar nog niet alle technologieën worden gebruikt. Betaalbaarheid speelt daarin een grote rol. Veel mobile health-applicaties worden niet terugbetaald. Om daartoe te komen, moet je bovenaan de validatiepiramide komen. Daarvoor moet je aan veel en strenge criteria voldoen. Kleinere bedrijven hebben daarvoor niet altijd de slagkracht, ook al werken hun apps heel goed. Skinvision is een goed voorbeeld. Die app geeft op basis van foto’s aan of een huidvlekje een risico inhoudt voor kanker. Dat geeft een waarschijnlijkheid mee om verder te laten onderzoeken. Maar de app wordt niet terugbetaald, waardoor voor veel mensen de drempel tot gebruik verhoogd is. Dat is een werkpunt.”

“De digitalisering is de voorbije jaren enorm toegenomen. In principe is dat een positieve evolutie, al zijn er ook negatieve gevolgen. Op grote schaal denk ik dan aan privacy-vraagstukken, datamisbruik, zelfs beïnvloeding van verkiezingen, zoals rond de Brexit. Maar er zijn ook kleinere problemen. Oplichters hebben WhatsApp ontdekt als een voor hen interessant kanaal. Zeker bij de oudere generaties is het besef van mogelijk misbruik van die technologieën nog niet helemaal doorgedrongen. Een twintigjarige zal op die manier niet zo snel worden opgelicht. Met zulke randeffecten moeten we ook rekening houden.”

“We moeten nadenken over data die we gebruiken. Hoe gaan we daarmee om, wie mag ze inzien? Als je verzekeraar die kan inkijken leidt dat misschien tot een hogere premie. Daarom werkt het We Are-project aan een duurzaam ecosysteem voor persoonlijke gezondheidsgegevens. Dat garandeert dat mensen hun data op een veilige manier kunnen delen en dient als een hefboom voor persoonlijk welzijn én algemeen belang. Data delen biedt namelijk veel voordelen om nieuwe diensten te ontwikkelen op maat van een persoon, een groep of om heel gericht onderzoek te kunnen verrichten. Dat kan een belangrijke stap worden in de komende jaren.”

“Deze trein stopt niet, dat is duidelijk. De digitalisering zal alleen maar toenemen, maar dat gebeurt in golven, zeker qua sociale media. Toen Facebook opkwam dachten gebruikers er amper over na. Hoe beter we zulke kanalen leren kennen, hoe kritischer we ermee omgaan. Mensen beseffen dat die soms veel tijd en aandacht opslorpen en trekken zich er soms een tijdje van terug. Of de overheid hier een grote rol in moet spelen is een politieke kwestie. Al moet ze sowieso proberen kloven te dichten, zoals met de oudere generaties, kwestie van iedereen aan boord te houden. En uiteraard hebben ze een grote verantwoordelijkheid in vraagstukken als privacy en verkiezingsmanipulatie.”

Fokus-online.be 20 Expertpanel Leefbare stad
Els van Doesburg Antwerps schepen (N-VA) Bevoegd voor o.a. groen Isabelle François Managing Director Health House vzw Lode Lauwaert Professor techniekfilosofie KU Leuven Door Benjamin Van Synghel

Als ondernemersbedrijf bouwen wij actief aan bestaande en nieuwe activiteiten. Zo zoeken we constant naar nieuwe kansen en willen we daarbij investeren in ondernemers en bedrijven die duurzaam willen groeien, zowel op economisch als op menselijk vlak.

Onder de Vlinvesta vleugels zitten ondertussen een 10-tal bouwactiviteiten: ontwikkeling, gronden afbraak, sanitair en HVAC, databekabeling, verkoop van ramen en deuren en elektronische beveiliging.

Daarnaast vinden we persoonlijke groei belangrijk. Binnen Vlinvesta zijn er heel wat mogelijkheden en geven we graag de kans om door te groeien of nieuwe uitdagingen te vinden. Wij vinden het belangrijk dat mensen bij ons hun ‘Job for Life’ vinden.

Sinds vorig jaar mogen we ons trotse partner noemen van Living Tomorrow. We komen als investeringsonderneming dagelijks in contact met innovatie en nieuwe technieken binnen onze verschillende activiteiten. Samen met Living Tomorrow gaan we dit verder uitbouwen in de toekomst.

Future-proof bouwen aan duurzame projecten

TRACKS staat voor future proof living. Een project van Tervia’s op maat van de tijdsgeest: duurzaam gebouwd, goed gelegen, met slimme collectiviteit en een in-het-oog-springend ontwerp. Een project in beweging voor iedereen wiens leefwereld draait om connectie en bereikbaarheid.

Project Bruegel werd volledig uitgewerkt in BIM en kent dankzij de prefab snelbouw wanden een enorm snelle doorlooptijd. Voor de verwarming gebruikt DuraConstruct-Keersmaekers warmtepompen op Geothermie van het merk Itho Daeldrop. Hierin zijn de bronleidingen gevuld met water in plaats van Glycol wat zorgt voor een nog hoger rendement.

Groep Wouters is gespecialiseerd in HVAC technieken, badkamers/renovaties. Ze bieden hierbij duurzame oplossingen die aansluiten bij de wensen van de klant en blijven continu up-to-date van de nieuwste technieken. Ze focussen op elektrificatie van verwarming, zoals bv. warmtepompen. Hierdoor kan Groep Wouters helpen bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en het verhogen van de energie-efficiëntie.

www.vlinvesta.be
Bruegel Tracks
C Y CM CY CMY
Daktuinwoningen

‘Cultuur is niet enkel de kers, maar de hele taart’

Als de coronacrisis iets pijnlijk duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat cultuur nog steeds wordt bekeken als een extraatje. Tof voor een zondagnamiddag, maar niet essentieel. Is dit wel terecht? En wat is de plaats van cultuur in de moderne stad?

“Nog altijd met muziek bezig?” “Euh ja, dat is al 20 jaar mijn beroep. Ik betaal ook belastingen, hoor!” Het zou de dialoog van een sketch kunnen zijn, maar helaas is het voor mensen werkzaam in de culturele sector dagelijkse kost. Omdat cultuur de uiting is van diepe gevoelens die dankzij een breed arsenaal aan kunstvormen tot leven worden gewekt, wordt cultuur vaak onterecht bestempeld als geen ‘echt’ werk. “Cultuur is niet enkel de kers, maar de hele taart”, bevestigt Björn Siffer (Groen), schepen van cultuur in Mechelen.

Een breed en gevarieerd cultuuraanbod laat een stad bruisen. Een denderend concert of een surrealistische performance geeft ons het gevoel dat we echt leven. Door in aanraking te komen met onbekende impulsen wordt er een verrijkend gevoel gecreëerd. “In een moderne stad kan cultuur niet ontbreken. Straffer nog, cultuur vormt de basis van de stad. Door een groot cultureel programma aan te bieden, groeit de fiscale basis van de stad. Deze nieuwe middelen kunnen op hun beurt de culturele sector verder ondersteunen en laten groeien”, benadrukt Siffer.

“De juiste personen op de juiste plaats kunnen een wereld van verschil maken”, zegt Esther Lybeert. Zij vormt de helft

van de band The Antler King en is ook woordvoerster van de Muziekgilde. “Het is noodzakelijk dat steden niet enkel naar de cijfertjes kijken maar echte culturele voeling en interesse hebben, anders wordt er naast elkaar gewerkt. Het beleid mag geen zaken opleggen, maar moet wel polsen wat de noden en wensen van de sector zijn”, zegt Lybeert.

Heldere dialoog is niet enkel op beleidsniveau van belang. Cultuur heeft de ambitie om mensen met elkaar te verbinden. “In plaats van mensen enkel naar de zalen te lokken, is het juist interessant om de mensen op te zoeken in hun eigen buurt. Steden worden steeds diverser. Dit schept de uitdaging om mensen met verschillende achtergronden samen te brengen. Hier kan cultuur zorgen voor de verbindende factor. Het samenbrengen van verschillende (amateur)muzikanten zal hen bijvoorbeeld meteen een onderlinge connectie geven”, zegt Lybeert.

Hoe gevarieerder een stad samengesteld is, hoe uitdagender het is om iedereen te betrekken. “Het cultuuraanbod moet breed en laagdrempelig zijn. Er moet een balans gezocht worden tussen mainstream- en niche-events. De inkomsten uit de niche zijn natuurlijk kleiner, maar daarom niet minder belangrijk. Op deze manier is er voor ieder wat wils. Dat is niet enkel voor het publiek interessant, maar ook voor de artiesten. Wanneer steden openstaan voor onbekendere namen krijgen deze mensen het platform dat ze nodig hebben”, aldus Siffer.

Cultuur is niet enkel de ideale ontspanning, het heeft ook het potentieel om ingezet te worden in verschillende takken van

de samenleving. “Elke stad heeft wel zijn ruigere buurten. De jongeren in deze probleemwijken komen meestal in een neerwaartse spiraal terecht door een tekort aan middelen en invloeden. Kunstprojecten die zich juist op deze doelgroep richten geven altijd aan dat er overal talent te vinden valt. Door hen gewoon nog maar in contact te brengen met cultuur kunnen positieve veranderingen gerealiseerd worden die uiteindelijk ook zullen inwerken op de buurt zelf”, zegt Lybeert. Cultuur vormt de samenleving en zorgt voor een toekomst met perspectief. “De jongeren zijn de toekomst en daarom moet er van jongs af aan de connectie aangegaan worden. In Mechelen zijn we ons daarom ook beginnen richten op kunstvormen zoals streetart, slam poetry en breakdancen”, zegt Siffer.

Cultuur is dus duidelijk niet zo maar een extra. Wanneer het aanbod goed en evenwichtig toegepast wordt, kan het verschillende problemen op een zachte manier aanpakken. Cultuur verbindt, en dat is net wat een stad nodig heeft. 

Fokus-online.be 22 Moet er nog cultuur zijn?
Door Victor Peeters
Unieke studentenkamers en -studio’s op de Bondgenotenlaan in Leuven te koop. INFO & VERKOOP: T. 0495 38 70 38 INFO@DYLS.BE WWW.DYLS.BE
uw afspraak telefonisch of via mail.
ONZE MODELFLAT
INVESTEREN MET GROTE ONDERSCHEIDING?
Maak
BEZOEK

Pleidooi voor de publieke ruimte

De bevolking groeit, we wonen dichter op elkaar en toch lijken we verder dan ooit van elkaar verwijderd. Waar is ons gemeenschapsgevoel naartoe? En belangrijker, hoe brengen we het terug zodat we warme, bruisende plekken en steden kunnen maken waar mens en natuur zich thuisvoelen?

Omdat Vlaanderen verder verstedelijkt en we dichter bij elkaar wonen, wordt het alsmaar belangrijker om aandacht te hebben voor het fysieke en mentale welzijn van iedereen en de rol die de gebouwde omgeving hierin speelt. Voor ons mentaal welzijn hebben we anderen nodig: van een praatje bij de bakker en buren op wie je kunt rekenen tot hechte vriendschappen en familiebanden. We hebben al deze lagen van sociale interactie nodig om ons verbonden te voelen met elkaar en met de plekken waar we dagelijks komen. Net deze verbondenheid, die sociale cohesie, helpt bij de preventie van eenzaamheid, depressie of angststoornissen. In wijken waar buren elkaar kennen en vertrouwen spelen kinderen vaker buiten en verhuizen mensen minder vaak. Helaas raken we dit in snel tempo kwijt.

Hoe brengen we sociale cohesie en een sterk gemeenschapsgevoel terug? Er zijn tal van digitale initiatieven rond community building en platformen zoals Hoplr kunnen zeker helpen. Maar deze moeten altijd samengaan met

een fysieke ruimte waar we elkaar ook in het echt kunnen ontmoeten. De user interface van onze maatschappij is niet digitaal maar net heel tastbaar, namelijk de publieke ruimte. Straten en pleinen zijn de echte user interface van de stad. Het is het eerste wat we ervaren als we aankomen in een nieuw land of nieuwe stad, voor we in interactie gaan met wat er zich achter de gevels afspeelt. Willen we opnieuw sterkere gemeenschappen bouwen, dan begint dit met inclusieve en kwalitatieve publieke ruimte waar mensen elkaar kunnen en willen ontmoeten.

Dit vraagt om publieke ruimte op mensenmaat waar we gratis kunnen samenkomen en die op allerlei manieren gebruikt kan worden. Ruimte die de natuur omarmt en deze dichterbij brengt, en die een goede balans tussen rust en reuring biedt. Van bruisende marktpleinen tot plekken waar we echt tot rust kunnen komen in de stad. De gerenoveerde Botermarkt in Mechelen is een mooi voorbeeld van hoe ontmoeten samengaat met waterbeleving. In Kortrijk kun je rust vinden in het ecologische Mandelapark en het grootste marktplein van België, de Grote Markt in Sint-

Niklaas, ondergaat binnenkort een grondige make-over om het veel groener en klimaatbestendiger te maken.

De start is gemaakt maar de trend moet zich nog sterk doorzetten om op grote schaal resultaat te behalen. Want het gaat niet enkel over de grote ruimtes op stadsschaal, maar vooral ook over de kleine buurtpleinen en straten. Mag elke buurt genieten van dit soort kwalitatieve ontmoetingsruimte op haar eigen schaal? Het is duidelijk dat de gezonde stad van de toekomst al groeit rondom ons en met elke keuze die we maken kunnen we die verder laten groeien of vertrappelen. Wat kiezen we? 

23 #fokusmodernestad Nawoord
Marianne Lefever
De ‘user interface’ van onze maatschappij is niet digitaal maar net heel tastbaar, namelijk de publieke ruimte.
Ontdek meer op Fokus-online.be #fokusmodernestad
LEFEVER ARCHITECT, FUTURIST EN HEALTHY CITY DESIGN EXPERT

DE OVERHEID HELPT JE HUIS ZUINIGER TE MAKEN

Door je woning te renoveren ga je veel minder energie verbruiken en daardoor daalt de CO2-uitstoot. Zowel je portefeuille als het milieu varen er wel bij. Om de financiële pil van de werken te verzachten zijn er gelukkig ook ondersteuningsmaatregelen door de overheid uitgewerkt.

Elisabeth en Janus uit Kessel-Lo maken er al gebruik van.

Toen Elisabeth De Witte en haar vriend Janus

De Bondt hun droomhuis kochten in Kessel-Lo, hoorden ze dat de Vlaamse overheid een zeer voordelig renovatiekrediet of rentesubsidie aanbiedt bij de aankoop van de woning. “Hoeveel je extra kunt lenen via je bank, hangt af van hoe ver je wilt gaan om het EPC-label van je woning te verbeteren”, legt Janus uit. “Als je je engageert om de woning naar label A te brengen, kun je tot 60.000 euro renteloos lenen. Voor label B is dat 45.000 euro en voor label C is dat 30.000 euro. Voor appartementen liggen die cijfers iets lager.” Het huis van Elisabeth en Janus heeft nu een F-label, behoorlijk ondermaats dus. Na de werken moet dat een B worden. “We hebben een stevige totaalrenovatie voorzien”, zegt Janus. “Het huis is een bel-étage waarbij we vanachter een uitbouw gaan bijbouwen. We gaan het dak volledig isoleren, driedubbel glas steken, de elektriciteit moderniseren en een warmtepomp plaatsen. En dan willen we ook nog zonnepanelen leggen, als er nog geld overblijft (lacht).” Naast de rentesubsidie, doen Janus en Elisabeth

trouwens ook nog beroep op de nieuwe Mijn VerbouwPremie van de Vlaamse overheid. “In totaal hebben wij voor ongeveer 20.000 euro aan premies en steun gevonden”, zegt Elisabeth. “En daarnaast heeft netbeheerder Fluvius ook nog een EPC-labelpremie in petto voor energiezuinig renoveert. In ons geval was dat 3.750 euro, alweer een stevig slok op de borrel.”

“We laten ons ook begeleiden door een zogenoemde Benovatiecoach van Fluvius”, zegt Janus. “Die expert begeleidt ons van A tot Z, maakt ons wegwijs in de subsidies en kijkt de offertes van leveranciers en bouwbedrijven na. Hij helpt ons dan te vergelijken en de juiste keuze te maken. Dat is natuurlijk een fantastische troef als je zelf geen bouwexpert bent.” Geïnspireerd door het verhaal van Elisabeth en Janus? Het renteloze krediet of rentesubsidie voor renovatiemaatregelen kan ook in 2023 nog afgesloten worden en wordt ook uitgebreid voor wie renoveert tot label D.

Meer info? www.vlaanderen.be/rentesubsidie

NIEUW VANAF 1 SEPTEMBER 2022

Vlaamse overheid start op 1 september 2022 met Mijn VerbouwLening

Veel bestaande eigenaars hebben ook dringend nood aan meer financiële ondersteuning om hun woning of appartement te renoveren. Sinds 1 september 2022 kunnen lage en middeninkomens de renteloze Mijn VerbouwLening tot 60.000 euro aanvragen via het energiehuis. Met deze lening op maximaal 25 jaar kunnen renovaties gefinancierd worden die zowel focussen op woningkwaliteit als op het verbeteren van de energieprestatie.

Meer info op mijnverbouwlening.be

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.