Wanneer ik denk aan een moderne stad, denk ik niet per se aan een stad met de nieuwste innovaties. Wel aan een stad in dialoog, een stad die ontmoetingen creëert. Een nieuwe koers breed implementeren is immers belangrijker dan de innovatiedrift. Technologie moet ons daarbij helpen, niet het belangrijkste doel zijn.
Ik ben zeker niet tegen technologie, maar zie dit eerder als ondersteunend middel, niet als een doel op zich. De grote focus op technologische innovatie gaat soms voorbij aan het holistische verhaal dat onze planeet nu nodig heeft. Vlaanderen kampt al met verschillende uitdagingen, zoals onder meer de digitale kloof, polarisatie, onderinvestering in het openbaar vervoer, alsook bedrijven die schermen met het argument van de nood aan innovatie wanneer een bestaande oplossing hen niet aanstaat. Daarom pleit ik om met verschillende stakeholders te bepalen wat een moderne stad inhoudt.
Ik kies voor een circulaire stad. Te beginnen bij het afscheid van de ‘take-make-waste’economie. Te beginnen bij preventie oftewel ‘refuse’. Welke niet-duurzame activiteiten willen we niet meer? Vervolgens is het tijd om te gaan ‘rethinken’: welke activiteiten willen we wel én hoe pakken we die zo duurzaam mogelijk aan? Hiervoor kunnen ecodesign en biomimicry-principes worden toegepast die rekening houden met systeemdenken en kijken naar hoe de natuur zich organiseert.
Hieruit volgen nieuwe bedrijfsmodellen en daarbij hoort dus ook een mindshift zodat iedereen mee is. Hierbij gaat het niet enkel over de giganten of start-ups op een afgezonderd bedrijventerrein, maar ook buurtbewoners, toeristen en scholen. Een circulaire economie is namelijk pas geslaagd als iedereen eraan mee kan doen. Enkel zo kan deze alternatieve economie
Een circulaire economie is pas geslaagd als iedereen mee kan doen. Enkel zo kan deze alternatieve economie worden verbeterd en opgeschaald.
— NINA MAAT
OPRICHTER MUCE & CONSULTANT CIRCULAIRE ECONOMIE
worden verbeterd en opgeschaald. Toegankelijkheid en betaalbaarheid zijn daarvoor vereisten. Men kan bijvoorbeeld een service aanbieden in een hub op een bepaalde dag na online registratie, of men organiseert een basisdienst doorheen de hele stad. Denk maar aan het recyclagepark waarvoor u zich eerst moet inschrijven voordat u langskomt, versus de mobiele recyclageparken die langs moeilijke buurten gaan waar mensen gratis en zonder inschrijving naartoe kunnen gaan.
Bij al die stappen is dialoog nodig om de circulaire economie te doen slagen. Technologie kan hierbij helpen datastromen in kaart te brengen, om aan de hand daarvan overwogen beslissingen te nemen. Technologie mag hoe dan ook ons kritisch denken niet hinderen, zoals veel bedrijven nu AI inschakelen voor hun duurzaamheidsrapporten, waar zelf een denkoefening maken cruciaal is voor transformatie. Denk wel aan bijvoorbeeld BIM, dat als tool geen duurzaam gebouw garandeert, maar wel verschillende stakeholders kan samenbrengen die samen tot het meest duurzame gebouw komen.
Al heel wat steden hebben geëxperimenteerd met circulaire projecten. We moeten voorkomen dat we blijven streven naar nieuwe innovaties of proeven binnen de zogenoemde hubs. Tijd om bestaande innovaties te laten renderen en op te schalen naar de bredere bevolking. Wie weet welke interessante dialogen er dan nog zullen volgen.
LEES MEER
4 Vormt architectuur de grootste uitdaging voor de moderne stad?
6 BIM: een digitale revolutie in de bouwsector?
8 Geodata: de brug tussen milieu, mobiliteit en infrastructuur
12 Interview • Joachim De Vos
16 Wat met het openbaar vervoer van de toekomst?
18 Smartlist • Weg met de wachtrij aan het loket
20 Expertpanel • Privacy: hét dilemma van de smart city
22 Nawoord • Evelien Marlier
COLOFON
Country manager
Christian Nikuna Pemba
Creative director
Baïdy Ly
Content director
Janne Vandevelde
Lay-out
Daphné Van Orshaegen
Tekst
Amaryllis De Bast
Tuly Salumu
Coverbeeld
Ian Hermans
Drukkerij
Roularta
Smart Media Agency
Leysstraat 27
2000 Antwerpen +32 (0)3 289 19 40 redactie@smartmediaagency.be Fokus-online.be
ARNO VANHEES
PROJECT MANAGER
Gezonde binnenlucht, ook na renovatie
Wilms in Meerhout is toonaangevend in zonwering en rolluiken in de hele Benelux. Het Kempense familiebedrijf pioniert nu ook met raamventilatie. “Het is de ideale oplossing voor een gezond binnenklimaat na renovatie”, zegt CEO Erik Wilms.
Soms lijkt het alsof een gezond binnenklimaat enkel is weggelegd voor the happy few die een nieuwbouwwoning hebben. Mechanische ventilatie is er verplicht. Bij gerenoveerde woningen is dat niet zo. De installatie vergt immers heel wat kap- en breekwerk, en het is allesbehalve evident om de ventilatiebuizen weg te werken in het plafond. Een vergiftigd geschenk, want verbouwde huizen zijn vaak erg goed geïsoleerd en raken hierdoor ook moeilijker verlucht, met vochtproblemen en onaangename geurtjes tot gevolg.
Wilms komt nu met een ingenieuze oplossing die even esthetisch als praktisch is: raamventilatie. Het gaat om Airria®-technologie, een decentraal systeem D met warmterecuperatie. Concreet wordt een aluminium kast met twee ventilatoren en een warmtewisselaar boven je raam geïntegreerd. Op die manier wordt de lucht aan- en afgevoerd op een mechanische en gecontroleerde wijze. Zo blijft de luchtkwaliteit ten allen tijde op peil en het binnenklimaat in balans.
Weg met schadelijke stoffen
“De moderne stad staat voor een gigantische renovatiegolf”, zegt CEO Erik Wilms. “Er wordt heel veel gerenoveerd en dus ook geïsoleerd, maar er is
Erik Wilms CEO
een gebrek aan kant-en-klare ventilatieoplossingen. Daarom lanceren wij, als specialisten in alles rondom het raam, dit nieuwe product. Zo willen we ons steentje bijdragen aan een gezond binnenklimaat.”
Het is een thema dat nog niet voldoende aandacht krijgt. “Er is heel veel te doen over gezonde buitenlucht in de stad”, zegt hij. “Maar mensen weten heel weinig over de lucht die ze thuis inademen. Het heeft nochtans een grote invloed op je gezondheid.”
Niet iedereen beseft dat de luchtkwaliteit binnen vaak slechter is dan buiten. Dat komt door doucheen kookvocht, maar ook door de koolstofdioxide die je uitademt en vluchtige stoffen van schoonmaakmiddelen. Zonder ventilatie stapelen die schadelijke stoffen zich op, met allerlei negatieve gevolgen. De ramen even open zetten is geen oplossing: er is immers luchtcirculatie nodig om gezonde binnenlucht naar binnen te krijgen.
“Een duurzame gezonde leefomgeving creëer je enkel met een gecontroleerd ventilatiesysteem”, aldus Wilms. “Het verhoogt je comfort en zorgt voor gefilterde lucht. Broodnodig, zeker voor mensen met allergieën of gevoelige luchtwegen.”
In tegenstelling tot gecentraliseerde systemen ververs je de lucht met Wilms lokaal – in elke ruimte apart dus. “Dat maakt het mogelijk om bij renovaties ruimte per ruimte aan te pakken”, zegt Wilms. “Op die manier kan je de kosten spreiden.”
De schaduwmeesters van Wilms zijn al bijna vijftig jaar aan de slag. Oprichter Jos Wilms, de vader van Erik, begon met de productie van rolluiken en zonwering in Meerhout in 1975. Vandaag is Wilms de grootste rolluikenproducent van de Benelux. Het gaat om producten in hout, pvc en aluminium.
Ook het nieuwe ventilatiesysteem sluit perfect aan bij de kernwaarden van het familiebedrijf: duurzaamheid en verticale integratie. “We werken al jarenlang zo duurzaam mogelijk”, zegt Wilms. “Voor ons is het niet zomaar een modewoord. Zo kochten we onlangs een machine om de rollen van onze aluminium lamellen zelf te maken. Zo moeten we ze niet meer invoeren vanuit Spanje. Dat verkleint onze voetafdruk. Die duurzaamheid zit in ons DNA. Zo kiezen we ook bewust om intens samen te werken met maatwerkbedrijf Lidwina.”
“Een rolluik of zonwering wordt helemaal op maat gemaakt”, zegt Wilms. “We hebben alle productieprocessen in eigen beheer. Van de kasten tot de motor en de screens, alles wordt van nul gemaakt dankzij onze tweehonderd schaduwmeesters. Zij zijn goud waard. Consumenten willen steeds meer weten waar hun producten vandaan komen. Bij ons kunnen ze gerust zijn: Wilms is op-entop made in Belgium.”
Door
Amaryllis De BastArchitectuur levert de essentiële bouwstenen van de stad van morgen. Maar hoe zorgen we ervoor dat bestaande culturele gebouwen standhouden, en hoe blijven deze gebouwen relevant in de nieuwe stad?
Historische en hedendaagse gebouwen zijn essentiële elementen van stedelijke landschappen, waarvan de relevantie verder reikt dan louter architectonische schoonheid. Hun waarde wordt bepaald door de beleving van de stedelijke bevolking, niet alleen in termen van geld, maar door een scala aan factoren die zich organisch ontwikkelen binnen de demografische context. Tijd is in deze dynamiek een cruciale factor.
Een passende gelaagdheid
Duurzaamheid in culturele gebouwen vereist een passende gelaagdheid, anticiperend op de functionele levensduur van verschillende gebouwdelen. Terwijl de basisstructuur mogelijk honderden jaren meegaat, ondergaan andere elementen regelmatig interventies, vertelt professor Bob Geldermans van de afdeling Interieurarchitectuur aan de Universiteit Antwerpen. “Wanneer de structuur van een gebouw honderden jaren meekan, zullen er in die tijd meerdere interventies plaatsvinden op andere gebouwdelen, zoals technieken, indeling en geveldelen. Zulke elementen hebben een kortere levensduur, zowel in technische zin, alsook qua tijdsgebonden noden en wensen, maar tevens door klimaatverandering.”
Architecten en stadsplanners zullen dus veel intensiever moeten samenwerken met andere disciplines en vanuit langetermijnvisies terugredeneren, zegt hij. “Momenteel gebeurt dat nog veel te weinig, ook omdat besluitvormers vaak vast zitten in de ruimtelijke ordening van gisteren.”
Innovatieve en traditionele bouwmaterialen
In het licht van deze principes is de link naar innovatieve bouwmaterialen cruciaal. “Historische en moderne ontwikkelingen kunnen samengaan, zoals te zien is bij Gaudi’s Sagrada Familia, waar moderne technieken samensmelten met historische context”, duidt Geldermans. De integratie van nieuwe materialen in historische gebouwen vereist zorgvuldige overwegingen, onderlijnt ook prof. dr. Inge Bertels, hoogleraar Architectuurgeschiedenis & Bouwcultuur en decaan van de Faculteit Ontwerpwetenschappen van de Universiteit Antwerpen: “Innovatie en traditie moeten hand in hand gaan, met aandacht voor de mogelijke impact van nieuwe materialen en technieken op historische structuren. Nieuwe materialen moeten lang meegaan. In de mate van het mogelijke moeten ze ook omkeerbaar zijn.”
Duurzaamheid blijft een sleutelrol spelen in het ontwerp en behoud van culturele gebouwen. Niet alleen vanwege de impact op stedelijke kwaliteit, maar ook gezien de planetaire grenzen en ecosysteemproblemen. Geldermans pleit: “Culturele architectuur verdient dezelfde transdisciplinaire aandacht als andere gebouwtypen, omdat die integraal deel uitmaakt van het duurzame stedelijke weefsel.”
Ook Bertels onderstreept dit: “De keuze om historische gebouwen te behouden, zoals de kathedraal of het Centraal Station van Antwerpen, is een mix van bewuste en onbewuste overwegingen. Niet alle gebouwen genieten echter dezelfde steun om te worden behouden, onderhouden of
doorgegeven aan de volgende generatie. Daarnaast is historisch erfgoed gevoelig voor calamiteiten en bedreigingen, zoals wateroverlast, brand en oorlogen. Helaas blijft niet alles waar men bewust voor kiest bewaard, en omgekeerd is niet alles wat bewaard bleef steeds een bewuste keuze.”
Een holistische benadering
Het behoud van erfgoed en stedenbouw vereist participatie en samenwerking van de gemeenschap, legt Bertels uit. “Betrokkenheid van burgers is cruciaal om erfgoed te behouden in een steeds veranderende stedelijke omgeving.”
Innovatie, vakmanschap, duurzaamheid en betrokkenheid zijn kernaspecten bij het vormgeven van de steden van morgen, zonder het rijke erfgoed van gisteren uit het oog te verliezen.
EXPO ‘Gevonden architectuur: experiment en conservatie’
‘Gevonden architectuur’ werpt een scherp licht op de relatie tussen hedendaags ontwerp en erfgoed. De tentoonstelling onderzoekt diverse standpunten van hedendaagse ontwerpers ten opzichte van bestaand erfgoed, aan de hand van experimentele en grensverleggende voorbeelden. De tentoonstelling is te bezichtigen tot en met 17 maart in De Singel in Antwerpen. Een ticket kost 5 euro.
Basalte, een unieke combinatie van Belgisch design en intuïtieve smart home technologie
Stel je voor. Met een lichte aanraking dim je de kamer in de juiste sfeer, je favoriete muziek begint te spelen, de thermostaat schakelt een graadje hoger en de gordijnen openen. Het ultieme thuisgevoel. Dankzij Basalte creëer je de perfecte sfeer met het grootste gemak.
Het verhaal van Basalte begint in 2008 met een innovatieve designschakelaar. Vandaag heeft het bedrijf een ecosysteem van oplossingen voor de slimme woning uitgebouwd. Denk hierbij aan multifunctionele designschakelaars, touch displays, verfijnde luidsprekers, elegante iPad-houders en zelfs een eigen app. Ze hebben alles in huis om je slimme woning intuïtief en elegant te bedienen.
Vorig jaar heeft het Belgisch bedrijf zijn collectie zelfs uitgebreid met een luxueuze deurtelefoon, Adelante. Met deze innovatieve deurcom brengt Basalte voor de eerste keer hun verfijnde design van binnenshuis tot aan je voordeur.
Gouden designrandje
Basalte is onstaan met de missie om kwalitatief design en intuïtieve technologie naadloos te verenigen. Een unieke combinatie die een fundamenteel onderdeel blijft van hun DNA.
Alle producten zijn dan ook enkel beschikbaar in hoogwaardige afwerkingen zoals nikkel, brons of aluminium. Alles vult elkaar perfect aan en past moeiteloos in elk verfijnd interieur.
Passie, toewijding en écht Belgisch vakmanschap
De producten van Basalte belichamen een tijdloze toewijding aan kwaliteit. Elk stuk is met veel liefde en vakmanschap handgemaakt in België.
Met Basalte kies je niet enkel voor het product, maar voor een kunstwerk. Het staat symbool voor uitmuntendheid en een herinnering aan het bestaan van ambachtsmensen die durven te dromen, creëren en inspireren.
“We willen het dagelijkse leven simpel, intuïtief en elegant houden, zowel qua vorm als functie.”
Klaas Arnout, CEO Basalte
ontdek meer over het verhaal van Basalte basalte.be
We duiken in de wereld van Building Information Modeling (BIM) en ontdekken hoe deze digitale revolutie de bouwsector transformeert. Wat is het belang van BIM, de uitdagingen die ermee gepaard gaan en wat betekent het in de praktijk?
In BIM-modellen kunnen aanzienlijke hoeveelheden kennis worden samengebracht, met als voornaamste doel tijdens het ontwerp- en bouwproces een overkoepelend geoptimaliseerd eindresultaat te bereiken.
Voordelen
BIM bestaat reeds een decennium en heeft op verschillende fronten zijn meerwaarde bewezen. Het voornaamste voordeel komt tot uiting in de transparante kennisdeling tussen alle betrokken partijen, wat leidt tot minder fouten en misverstanden en betere prestaties in het bouwproces.
BIM wordt gebruikt door alle partijen in de bouwsector. Ook leverancier van bouwmaterialen Deschacht heeft er strategisch voor gekozen om te investeren en participeren in BIM, zodat ze zich ook als het ware als partner van hun klanten kunnen opstellen. “Het doel is om klanten vanaf het ontwerpproces tot aan de levering op de bouwplaats te begeleiden en ontzorgen”, zegt BIM-ingenieur Filip Roels, die al vijf jaar bezig is met het ontwikkelen van BIM-oplossingen voor Deschacht. Hij benadrukt dat BIM zowel draait om het creëren van visueel aantrekkelijke 3D-modellen, alsook om een efficiënte workflow. “BIM zorgt voor automatisering, tijdwinst en betere communicatie tussen alle betrokken partijen. Tenminste, als het op de juiste manier gebruikt wordt.”
Er zijn werkpunten die nog lang niet op punt staan, vertellen professor Amaryllis Audenaert, opleidingshoofd Toegepaste Ingenieurswetenschappen (Bouwkunde), en professor Peter Hellinckx, opleidingshoofd Toegepaste Ingenieurswetenschappen (Elektronica-ICT), aan de UAntwerpen. “Er is momenteel een te beperkt aantal technologische spelers die het concept commercieel aanbieden. Dit zorgt enerzijds voor een vorm van monopolie, en anderzijds voor een sterk gevaar voor doorgedreven lockin bij early adopters.”
“Zolang de overheid geen standaardisatie oplegt, zal een algemeen BIM-model geen realiteit worden. Dit kan niet op regionaal niveau aangepakt worden, dat moet minstens op Europees niveau gebeuren”, pleit Nils Detemmerman, director bij bouwbedrijf Woema BV. Op dit moment lijkt er echter weinig animo voor dergelijke initiatieven, wat leidt tot aarzeling bij veel professionals, waaronder aannemers en architecten, om BIM te omarmen.
Toch maakt Detemmerman wel gebruik van BIM in het realiseren van bouwprojecten, en valt het zelfs niet meer weg te denken in hun werkproces. “Al vanaf de offertefase creëren wij een BIM-model. Met behulp van dit model stellen wij vervolgens onze offertes op. Deze methode is veel eenvoudiger en efficiënter dan de vroegere traditionele aanpak. Dit wel op
voorwaarde dat we het model zelf maken, want verder werken met een BIM-model dat een andere partij aanlevert is niet mogelijk”, zegt hij. Dit gaat in tegen het basisidee van BIM, waarbij elk model makkelijk uitwisselbaar zou moeten zijn tussen verschillende gebruikers.
Verloren potentieel?
Audenaert merkt op dat er een enorm potentieel verloren gaat. “Waar BIM momenteel ideaal is voor het verzamelen en delen van informatie tijdens de ontwerp- en constructiefase, wordt het operationele deel vaak vergeten.” Hellinckx geeft hierbij aan dat vooruitgang in digitale mogelijkheden, zoals het Internet of Things (IoT), de exponentiële groei van computationele kracht en recente vooruitgang in kunstmatige intelligentie de mogelijkheid bieden om het potentieel van BIM-modellen uit te breiden naar de operationele fase. Tegelijkertijd maken simulatie- en optimalisatiemechanismen het mogelijk om de ontwerp-, constructie- en operationele fasen nauwer met elkaar te verbinden en gezamenlijk te optimaliseren.
BIM vertegenwoordigt een visueel totaalbeeld dat de manier transformeert waarop bouwconstructies worden ontworpen, gecoördineerd en uitgevoerd. Maar dialoog is key, benadrukt Roels: “BIM is een dynamisch proces waarbij samenwerking het essentiële doel is voor het correcte gebruik ervan.”
NIEUWE CERTIFICATIE BIJ COPRO Natuurinclusief werken binnen steden en gemeenten
De laatste decennia is onze kijk op de publieke ruimte sterk veranderd. Openbaar groen wordt niet langer als een kostenpost gezien, maar als sleutel tot een duurzame en maatschappelijke ontwikkeling. Deze positieve evolutie is één zaak, maar opdrachtgevers zitten veelal nog met de handen in het haar over hoe dit in de praktijk om te zetten.
Net daarom lanceert COPRO dit najaar als onpartijdige certificatie-instelling een certificatie voor ‘natuurinclusief werken’ binnen steden en gemeenten. Hiermee wil COPRO vzw aandacht geven aan de kwalitatieve integratie van natuurondersteunende technieken bij infrastructuurwerken.
Leidraad voor opdrachtgevers en studiebureaus
Met het label ‘natuurinclusief werken’ geeft een openbaar bestuur aan dat het, bij werken op zijn grondgebied, de natuur optimaal wil ondersteunen. “Het certificaat is een managementsysteem en heeft in eerste instantie betrekking op de werking van de groen- en technische dienst. Van daaruit vormt het een leidraad om duurzaamheid en kwaliteitsvol groen binnen de publieke ruimte te verankeren”, vernemen we bij COPRO in Zellik.
De certificatie kan gezien worden als broer van het eerder gelanceerde NTMB-zorgsysteem, een managementsysteem voor natuurtechnische bouwmaterialen. Daar waar NTMB focust op de producent, richt de certificatie ‘natuurinclusief werken’ zich eerder op de uitvoering van opdrachten.
Troeven van openbaar groen
Bij COPRO stelt men dat openbaar groen een uitstekende basis vormt voor sociale cohesie, welzijn en economische ontwikkeling. De meerwaarde van ‘natuurinclusief werken’ ligt namelijk niet enkel bij de natuur, ook de bevolking, eigenaars en ontwikkelaars genieten er ten volle van. En net dát wil COPRO ook belichten. “Groen in de stad versterkt de biodiversiteit en vermindert de gevolgen van de klimaatverandering, zoals wateroverlast of hittestress. Inwoners komen in een groene omgeving sneller buiten en ontmoeten elkaar, wat bijdraagt tot de sociale cohesie. Een groene omgeving trekt bovendien bedrijven aan en verhoogt de waarde van vastgoed.”
Onbenutte ruimte vergroenen
Met de opwarming van de aarde en het algemeen welzijn in het achterhoofd, moeten alle steden
en gemeenten in de nabije toekomst zo veel mogelijk onbenutte ruimte vergroenen. In Mechelen is ‘natuurinclusief werken’ inmiddels een spontane reflex geworden. “Als overheid en publieke bouwheer heb je de taak om het goede voorbeeld te geven. Ik ben dan ook trots dat in Mechelen groenblauwe aders super belangrijk zijn, waar we droogte en opwarming proberen tegen te gaan met waterbuffering… Dat schenkt vertrouwen voor de toekomst”, aldus Patrick Princen, Schepen Openbare Werken en Natuuren Groenontwikkeling van Stad Mechelen.
COPRO in een notendop
COPRO is een onpartijdige instelling voor de controle en certificatie van bouwproducten voor de wegenis- en infrastructuursector. Als kwaliteitsbewuste partner voor publieke bouwheren, aannemers, producenten en experten bewerkstelligt COPRO kwalitatieve, veilige en duurzame infrastructuurprojecten. Met erkende kwaliteitsmerken geeft de vzw invulling aan een solide, duurzame maatschappij. De essentiële waarden van COPRO: onpartijdigheid, deskundigheid en betrouwbaarheid. Deze standaard versterkt de instelling in haar engagement.
COPRO vzw Z.1. Researchpark Kranenberg 190 1731 Zellik (Asse)
De toekomst van duurzaamheid begint hier
M-tech: van milieuadviesbureau tot partner duurzaam ondernemen
Duurzaam ondernemen als prioriteit
Bijna een kwarteeuw geleden (in 1999) begon M-tech zijn reis als een voorloper op het gebied van milieuadvies. Doorheen de jaren heeft het bedrijf een schat aan ervaring en kennis opgebouwd en heeft het zich ontpopt tot een gevestigde waarde in de branche met een ijzersterke reputatie. Maar M-tech heeft ook een opmerkelijke transformatie doorgemaakt. Vandaag focust dit adviesbureau niet alleen op milieuexpertise, maar omarmt het een grotere missie: de transitie naar duurzaam ondernemen. CEO Michiel Boodts aan het woord: “We willen evolueren van een omgevingsadviesbureau naar een partner die bedrijven begeleidt en ondersteunt om duurzaam te ondernemen.”
Waarom de focus op duurzaamheid?
Michiel: “Duurzaam ondernemen wordt steeds belangrijker. Europa legt grote beursgenoteerde bedrijven al vanaf 2024 de verplichting op om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu en deze trend zal ook kleinere bedrijven bereiken. Bovendien heeft het inzetten
www.copro.eu niwe@copro.eu
RPR Brussel BE 0424.377.275
op duurzaamheid veel voordelen voor het bedrijf zelf. Het stimuleert innovatie. Daarnaast bespaar je als bedrijf kosten door efficiënt gebruik van energie en biedt het toegang tot goedkopere financiering. Tenslotte vergroot je als bedrijf je aantrekkingskracht op zowel klanten als leveranciers en werknemers.”
Hoe helpen jullie andere bedrijven om de stap te zetten naar duurzaam ondernemen?
Michiel: “Wij helpen onze klanten bijvoorbeeld bij het implementeren van de CO2-Prestatieladder. Dit is een duurzaamheidsinstrument dat bedrijven en overheden helpt bij het reduceren van CO2. Concrete acties die wij aan onze klanten adviseren zijn o.m. het verduurzamen van mobiliteit, overschakelen naar hernieuwbare energie, ontharding…”
Hoe passen jullie zelf duurzaamheid toe binnen de M-tech Group?
Michiel: “We nemen deel aan het Voka Charter Duurzaam Ondernemen om duurzaam ondernemen niet alleen te promoten in woorden, maar ook zelf de daad bij het woord te voegen.”
Van milieuadvies tot omgevingsconsultancybedrijf
Bij M-tech kan je niet alleen terecht voor milieuadvies, maar ook voor ondersteuning bij omgevingsvergunningsaanvragen, milieueffecten- en veiligheidsrapporten.
Via hun milieucoördinatoren staat M-tech hun klanten bij de uitvoering en de naleving van de milieu- en vergunningsvoorwaarden bij. Bovendien ondersteunen ze andere bedrijven met uitgebreid advies op het gebied van natuur, ruimtelijke ordening, stedenbouw, mobiliteit en dus ook duurzaamheid.
M-tech Group www.mtechgroup.be info@mtechgroup.be
Kantoren in: Brussel, Hasselt, Gent, Deerlijk, Namen en Roermond
Gr oup
Geodata: de brug tussen milieu, mobiliteit en infrastructuur
Door Tuly Salumu
Via welke route raakt een ambulance het snelst bij een patiënt in nood? Welke daken zijn geschikt voor zonnepanelen? Wat is de impact van de verbouwing naast uw deur op de rest van de straat? In de slimme stad komen we het allemaal in een paar klikken te weten dankzij geodata.
Droomt u in de winter graag weg bij satellietbeelden van uw vakantiehuis op Google Earth? Of raakt u met de auto niet meer op uw bestemming zonder Waze? We staan er niet bij stil, maar realtime geografische gegevens zijn ons dagelijks leven steeds meer gaan beheersen. ‘Geodata’, zegt men in de slimme stad, maar gebruik die term in uw omgeving en veel mensen zullen het in Keulen horen donderen.
Nochtans hebben geodata voor burgers tal van voordelen. GPS-navigatiesystemen maken het reizen een pak efficiënter. Ook de app van bezorgdienst Deliveroo, waarop u in realtime kan zien waar u maaltijdkoerier zich bevindt, of de datingapp Tinder, die u singles voorstelt in een straal van een bepaald aantal kilometers, doen een beroep op geodata.
Geodigitale tweeling
Maar geodata zijn ook goud waard voor bedrijven zoals GIM. “Wij helpen organisaties om geodata te verkrijgen, te beheren, te verwerken en er de juiste conclusies uit
Geodata helpen burgers aan informatie over luchtkwaliteit en overstromingen.
— BART ROSSEAU
DIGITAAL VLAANDEREN
te trekken”, zegt An Heirman, business line manager. “Ons klantenbestand is heel uiteenlopend: van private ondernemingen zoals verzekeringsinstellingen en banken tot de nutssector en overheden in België en Luxemburg.”
Geodata bestaan al eeuwenlang, denk maar aan de historische kaarten van Mercator, die werden gebruikt in de scheepvaart. Sinds de opkomst van de computer kunnen ze ook digitaal worden opgeslagen, geanalyseerd en weergegeven. Zo gebruikt men al enkele decennia satellietbeelden, luchtfoto’s en LIDAR-scans om uiterst gedetailleerd de omgeving ruimtelijk in kaart te brengen. Maar de laatste jaren gaat het - onder invloed van allerlei sensoren en artificiële intelligentie - wel erg snel. “Zowel de hoeveelheid gegevens groeit als de snelheid waarmee ze beschikbaar zijn”, zegt Heirman.
Een van de visitekaartjes van het bedrijf is Belmap, een geodigitale tweeling of 3D-basiskaart die gebouwen, percelen en adressen modelleert. “Belmap helpt bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen om de heropbouwwaarde van gebouwen sneller in te schatten en om online simulaties voor nieuwe polissen sneller en nauwkeuriger te maken”, zegt Technology Director Steven Smolders.
Het is maar één voorbeeld van de vele toepassingen van geodata in de privésector. “Ook supermarkten gebruiken geodata om de ideale locatie te vinden voor hun nieuwe vestiging”, aldus Smolders. “Ze vertellen hen meer over de omsluiting, de beschikbare panden, enzovoort. Door al die info te combineren kunnen ze een interessante marktstrategie ontwikkelen.”
Geodata voor iedereen
Geodata zijn ten slotte ook een waardevol instrument voor overheden. Ze helpen hen om ruimtelijke analyses uit te voeren, rampen beter te beheren en grote infrastructuurprojecten te plannen. Om die data in kaart te brengen, wordt Digitaal Vlaanderen ingeschakeld. Het agentschap zorgt voor een geografische basiskaart die door iedereen kan worden gebruikt. “De kaart geeft de plaatsing
Supermarkten gebruiken geodata om een interessante marktstrategie te ontwikkelen.— STEVEN SMOLDERS GIM
van riooldeksels tot de positionering van huizen weer”, aldus Bart Rosseau, programmamanager geo en Open Data Diensten bij Digitaal Vlaanderen. “Een groot deel van ons werk is om alle data actueel en stabiel te houden.”
Ook de burger heeft toegang, onder meer via Geopunt Vlaanderen, het geografische portaal dat tien jaar bestaat. “We kunnen niet traceren wie het gebruikt, maar we krijgen veel vragen, bijvoorbeeld over luchtkwaliteit en overstromingen. Dat is toch een teken dat het breed wordt toegepast.”
Uitdagingen
België doet het goed in vergelijking met andere Europese landen. Toch zijn er uitdagingen. “We moeten erop toezien dat de snelheid van de data niet ten koste gaat van de kwaliteit”, zegt Rosseau. “Daarnaast moeten we nadenken over de inzet van artificiële intelligentie. Moeten we robots bijvoorbeeld leren om een kaart te lezen? Of moeten we hen gebruiken om data breder beschikbaar te maken? En wat met privacy?”
Eén ding staat vast: geodata zullen alleen maar aan belang toenemen. “Ze vormen een brug tussen milieu, mobiliteit en infrastructuur”, besluit Rosseau. “Aan ons om die brug stabiel te houden, ook nu het dataverkeer steeds sneller gaat en de brug steeds meer bevraagd wordt.”
We zullen in de toekomst minder open ruimte kunnen bebouwen en een deel van de bodem die verhard is, zullen we moeten ontharden, daar is quasi iedereen het over eens. Maar hoezeer verschillen de doelstellingen per gemeente? Het antwoord op die vraag staat in de Betonmeter, een nieuwe website van HOGENT waar iedereen, maar vooral ook beleidsmakers, kunnen ontdekken hoe elke gemeente in Vlaanderen ervoor staat.
Tussen 1985 en 1995 werd elke dag nog gemiddeld 12 hectare grond in Vlaanderen ingenomen door nieuwe bebouwing. “Het goede nieuws is dat die snelheid gezakt is naar 3,78 hectare tussen 2019 en 2022”, zegt Peter Lacoere van het onderzoekscentrum Duurzaam Ruimtegebruik en Mobiliteit aan HOGENT. “Wat verharding betreft, kwam er tussen 2013 en 2021 14.827 hectare bij, wat neerkomt op een verhardingssnelheid van 5,1 hectare per dag of dagelijks meer dan tien voetbalvelden. De doelstelling is om tegen 2040 ruimteneutraal te zijn en de verharding zelfs met 20% terug te dringen in de open ruimte, maar dan zullen we dus toch nog een stevig tandje moeten bijsteken. Om een idee te geven: we zullen ongeveer 30.000 hectare grond moeten herbestemmen, ruilen of aankopen om geen bijkomend
grondbeslag te veroorzaken. Zeker landbouwen natuurgrond moet gevrijwaard blijven.”
Dit soort cijfers waren globaal al bekend voor Vlaanderen, maar waren nog niet opgesplitst per gemeente. De Betonmeter brengt daar verandering in. “Dit soort data zijn uiteraard zeer interessant voor gemeentebesturen om te weten hoe ver ze moeten gaan in hun ruimtelijk beleid en onthardingspolitiek”, legt Lacoere uit. “In het kader van bijvoorbeeld de bouwshift of de problematiek rond wateroverlast en hitteeilanden wordt elke gemeente in Vlaanderen wel met deze kwesties geconfronteerd, maar er blijven natuurlijk grote onderlinge verschillen tussen bijvoorbeeld landelijke gemeenten en grote steden.”
Bewustzijn vergroten
De Betonmeter legt niet enkel de actuele toestand van de steden en gemeenten bloot, maar geeft ook inzicht in de historische evolutie van de data en in de toekomstige risico’s. Daarnaast reikt het beleidsmakers ook concrete cijfers aan om aan de vooropgestelde doelstellingen te voldoen. “We zien dat veel gemeenten zowel hun bijkomend ruimtebeslag als de toegenomen verharding onderschatten”,
In de bebouwde omgeving zijn veel problemen te vinden, en klimaatverandering maakt het er niet beter op. Het herontwerpen van steden biedt mogelijkheden om ze niet alleen slim, maar ook gezond te maken. Hoe? Door te investeren in natuur. BitaGreen staat klaar als partner om hierbij te helpen.
BitaGreen biedt de BGI-builder en BGI-monitor aan, met als doel een verlaagd risico, klimaatbestendigheid en een groene infrastructuur te bereiken. “Met ons platform hebben gebruikers toegang tot klimaat- en natuurgerelateerde gegevens, kunnen ze simulaties maken en strategieën bedenken om risico’s te beperken en kansen optimaal te benutten. Met een combinatie van interactieve kaarten en krachtige analyses is BitaGreen de perfecte tool voor iedereen die voorop wil blijven lopen op het gebied van klimaatadaptatie”, vertelt Nora Van Cauwenbergh, co-founder BitaGreen.
Oplossingen voor steden
Enerzijds zijn er de oplossingen met betrekking tot steden. “Onze oplossingen zijn schaalbaar en geschikt voor steden van elke omvang, klein of groot. Een van de voordelen van ons platform is de gebruiksvriendelijkheid, zelfs voor kleinere steden met een beperkte kennis. We streven ernaar projecten gemakkelijk vindbaar te maken en investeringen in natuurlijke oplossingen te bevorderen.” Maar waarom dan kiezen voor BitaGreen? “Omdat we een state-of-the-art, wetenschappelijk onderbouwd softwareplatform zijn dat het herontwerp
van steden gezonder en goedkoper maakt. Met onze unieke blueprint voor natuurgebaseerde klimaatinvesteringen, maken we het bovendien makkelijk om in lijn te blijven met de veranderende regelgeving zoals EU Taxonomy.”
BitaGreen gelooft in het potentieel van groene oplossingen, zoals het aanplanten van bomen en het creëren van groene zones om steden te beschermen tegen klimaatgerelateerde risico’s en tegelijkertijd de levenskwaliteit van de burgers te verbeteren. “Met onze expertise in stedelijke hydrologie, urbanisme en natuurlijke oplossingen helpen we bij het identificeren van geschikte locaties voor investeringen in groene infrastructuur en begeleiden we bij het ontwerp en de implementatie van grootschalige projecten. Wat onze tool onderscheidt, is dat het een bron is met minimale gegevensvereisten, gebruiksvriendelijke kaarten en aandacht voor zowel bovengrondse als ondergrondse criteria. Het is flexibel en kan worden toegepast in steden van verschillende grootte, en het biedt een kostenefficiënte en praktische benadering van groene infrastructuurstrategieën”, klinkt het.
Oplossingen voor vastgoed
Naast oplossingen voor steden zijn er ook oplossingen voor de vastgoedsector. “Ons platform helpt u de gevolgen van klimaatverandering op uw vastgoed te meten en verminderen”, verduidelijkt Van Cauwenbergh. Er zijn drie stappen om een investering te beschermen.
aldus Lacoere. “Het zijn op zich vaak ook kleine toenames jaar in, jaar uit, maar veel kleintjes maken wel één groot. De tool heeft absoluut de bedoeling om het bewustzijn van gemeentebesturen en andere beleidsmakers hierover te vergroten.”
De voordelen van ruimte te besparen en te ontharden zijn dan ook legio. Het verbetert de kwaliteit van de bodem, reduceert de CO₂-uitstoot, vergemakkelijkt de waterhuishouding en ga zo nog maar even door. Het is dan ook geen toeval dat de lancering van de Betonmeter samenvalt met het tweede ‘Betonrapport’ van Natuurpunt. Ook daarvoor leverde HOGENT de data aan. “Niets absorbeert zoveel CO₂ als de grond die we hebben”, zegt Lacoere. “We kunnen daar dus maar beter zuinig mee omspringen, want elke vierkante meter beton of asfalt doet dat effect teniet.”
Peter Lacoere Onderzoekscentrum Duurzaam Ruimtegebruik en Mobiliteit
www.betonmeter.be
“Allereerst is er de klimaat- en natuurrisicobeoordeling. Deze stap omvat het beoordelen van het algehele klimaatrisico van een bepaalde regio of gebied, en helpt vastgoedportofolio’s te evalueren.”
De volgende stap is het beoordelen van de specifieke risico’s op perceelsniveau. Hierbij worden factoren zoals hoogte, helling, bodemtype, nabijheid van waterbronnen, mogelijke overstromingen en bestaande infrastructuur en bouwmaterialen geanalyseerd. De derde stap omvat het ontwikkelen van een infrastructuurstrategie die gebruikmaakt van groene daken, regentuinen en waterdoorlatende verhardingen om stormwaterafvoer en overstromingen te verminderen, en de biodiveristeit, alsook lucht- en waterkwaliteit te verbeteren.
Benieuwd naar wat BitaGreen voor uw project kan betekenen? Ontdek het met de gratis demo, terug te vinden via de QR-code hiernaast.
In steden vormen wagens een heet hangijzer. Om de longen van de inwoners te sparen, worden vervuilende dieselmotoren dan ook verbannen. Chauffeurs switchen massaal naar een elektrisch model. Maar is een elektrische wagen voor iedereen weggelegd? Zijn er wel genoeg laadpalen? En wat is de levensduur van een batterij?
Wie zich tijdens de spits met de auto de stad in waagt, weet het wel. Rijen van duizenden wagens puffen door het verkeer en laten een giftige wolk achter. Is er in de stad wel nog plaats voor de klassieke verbrandingsmotor?
Volgens Thomas De Meûter, pr-manager van BYD, alvast niet. “We moeten dringend afstappen van fossiele brandstoffen. Kijk maar naar de grote metropolen in Azië. Daar kon men vroeger geen hand voor ogen zien door de dikke smogwolken, en dat is dankzij de switch naar elektrische voertuigen fel verbeterd.”
Zijn collega Frederik Van den Bossche, fleet manager, springt hem bij. “Over 20 jaar gaan onze (klein)kinderen ons niet meer geloven als we zeggen dat er vroeger auto’s op diesel en benzine rondreden in de stad.” De switch moet dus zo snel mogelijk gebeuren, en daar kan de overheid volgens Van den Bossche bij helpen.
“De huidige lage-emissiezones zijn te laks. De wetgeving mag een stuk strenger, want dat helpt. Sinds 1 juli is de wetgeving voor bedrijfswagens veranderd. Daardoor zijn 80% van de bestellingen van leasingbedrijven sindsdien volledig elektrisch”, toont Van den Bossche aan.
Eén laadbeurt per week
Als we aan een chauffeur die nog steeds verknocht is aan zijn diesel zouden vragen waarom die de overstap naar elektrisch nog niet gemaakt heeft, dan is het antwoord waarschijnlijk: de angst om stil te vallen
zonder laadpaal in de buurt. Nochtans kan een elektrische wagen ons steeds verder brengen. “Een elektrische auto kan al tot 570 kilometer ver rijden. Als uw wagen vooral dient voor woon-werkverkeer en om de kinderen van school te halen, dan hoeft u maar een keer per week op te laden”, weet De Meûter.
Een elektrische wagen is trouwens niet enkel weggelegd voor the happy few. “Tegenwoordig zijn er elektrische gezinswagens aan democratische prijzen, een must voor een snelle transitie naar een elektrisch straatbeeld”, aldus Van den Bossche.
Een elektrische wagen vraagt wel om een andere laadstrategie. “Een auto met verbrandingsmotor tanken we bij wanneer de brandstof bijna op is. Een elektrische wagen hangen we aan de stekker wanneer we daar de kans toe hebben, net zoals onze smartphone”, vergelijkt De Meûter. “Er mogen gerust nog laadpalen bijkomen. Zeker in Wallonië is er een grote inhaalbeweging nodig.”
Laadetiquette
Maar het probleem ligt lang niet alleen bij een tekort aan palen, maar aan hoe chauffeurs ze gebruiken. “Waar ik me aan stoor, zijn de plug-inhybrides die een hele nacht aan een laadpaal hangen, terwijl die maar een korte laadbeurt nodig hebben om 40 kilometer elektrisch te rijden en daarna toch weer CO2 spuwen. De laadpalen moeten voorbehouden zijn voor wagens die ze echt nodig hebben”, oppert Van den Bossche.
Ook als het gaat over de zogenaamde ‘laadetiquette’, kan de overheid haar steentje bijdragen. “U riskeert extra kosten als u uw wagen parkeert aan een paal zonder te laden, de zogenaamde ‘idle fee’, maar die zijn te laag. De overheid kan zeker incentives doorvoeren om ongewenst gedrag aan de laadpaal te bannen”, besluit De Meûter.
Een elektrische wagen hangen we aan de stekker wanneer we daar de kans toe hebben, net zoals onze smartphone.
— THOMAS DE MEÛTER
Blade Battery
Het belangrijkste ingrediënt van een elektrische wagen is zijn batterij, en de ene batterij is de andere niet. “De gangbare batterij bestaat uit kobalt en nikkel, aardmetalen die in Afrika in dubieuze omstandigheden ontgonnen worden. De Blade Battery, uit lithium, ijzer en fosfaat, is een duurzamer én veiliger alternatief”, vertelt Van den Bossche. “Mocht de batterij geraakt worden door een stuk metaal, dan zal hij nooit in brand schieten”, vult De Meûter aan. “Bovendien mag u er ook mee rijden buiten het bereik van 20-80%. Dat is bij een klassieke batterij nefast voor de levensduur. De Blade Battery gaat dubbel zo lang mee, goed voor 5.000 laadbeurten oftewel meer dan een miljoen kilometers.”
De verantwoordelijkheid voor een schone stadslucht ligt echter niet alleen bij particulieren. “De Lijn heeft een grote lading elektrische bussen besteld. Er is immers niets zo onaangenaam als in de dieselwalm van een bus fietsen”, getuigt De Meûter. “Ook bestelwagens die de winkels en supermarkten bevoorraden moeten switchen naar een elektrische batterij. Samen kunnen we de levenskwaliteit in de stad vergroten”, besluit Van den Bossche.
Meer over.
BYD is een hightechbedrijf dat zich toelegt op technologische innovaties voor een beter leven. Na meer dan 25 jaar van gestage groei speelt het bedrijf vandaag een pivotale rol in sectoren die verband houden met elektronica, auto’s, nieuwe energie en spoorvervoer. BYD biedt een brede waaier van emissievrije energieoplossingen aan, van energieopwekking en energieopslag tot de toepassingen ervan. BYD is vandaag het enige bedrijf dat 95% van de wagen volledig inhouse ontwikkelt en produceert, met de eigen Blade Battery als belangrijkste troef.
DE MEÛTER
PR-MANAGER
FREDERIK VAN DEN BOSSCHE
FLEET MANAGER
In de snel evoluerende wereld van automobieltechnologie staat één naam synoniem voor elegantie, prestaties en innovatie: Alpine.
Met een rijke erfenis en een toekomstgerichte benadering van duurzame mobiliteit, heeft Alpine een nieuwe standaard gezet met de A290 elektrische stadsauto. Deze compacte, maar krachtige auto belichaamt de perfecte symbiose tussen stijl, efficiëntie en milieuvriendelijkheid.
De A290, de toekomstige compacte elektrische sportauto van het nieuwe Alpine-tijdperk, laat zich afleiden uit de spectaculaire en ultrasportieve kenmerken van de showauto A290_β (A290 ‘bèta’).
“Het eerste van de drie modellen van de toekomstige ‘Dream Garage’ wordt een 100 % elektrische sportauto van de nieuwe generatie, ontworpen om bij iedereen het competitiegevoel aan te wakkeren en sportiviteit elke dag opnieuw uit te vinden”, zegt Julie D'Hauwers, Alpine Territory Manager voor de Belux.
Met zijn design, materialen en technologieën illustreert deze showauto een nieuwe manier om elektrische sportiviteit te beleven door zowel de piloot als zijn passagiers evenveel emoties te bieden. Terwijl koolstofarme mobiliteit in de autosector erg belangrijk wordt, is de Alpine A290_β meer dan een showauto. Hij belichaamt ook een sterke en geëngageerde ambitie voor het merk, gericht op duurzame sportiviteit.
De seriewagen A290 wordt deze lente officieel voorgesteld. “De A290 luidt dan ook dit nieuwe hoofdstuk in de boeiende geschiedenis van Alpine in. Voortbouwend op zijn erfgoed en sportief DNA wil het merk nieuwe segmenten veroveren, in de eerste plaats in het segment van de sportieve stadswagens. De keuze voor de A290 sluit aan bij de globale naming-strategie van het merk Alpine, met namen die beginnen met de letter ‘A’, gevolgd door drie cijfers. Het cijfer ‘2’ komt overeen met het B-segment en het getal ‘90’ met het toekomstige lifestyle-gamma van het merk.
Het tijdperk van elektrificatie
Het design van het seriemodel Alpine A290 is een huwelijk van esthetiek en functionaliteit. Met vloeiende lijnen, aerodynamische contouren en een compact formaat is deze stadsauto perfect geschikt voor het drukke stadsleven.
Of het nu gaat om het navigeren door smalle straatjes of het vinden van een parkeerplek in een krappe ruimte, de A290 biedt ongeëvenaarde wendbaarheid en manoeuvreerbaarheid.
De wereld staat op het punt van verandering, en de transitie naar elektrische mobiliteit speelt een sleutelrol in deze evolutie. De behoefte aan duurzame vervoersoplossingen is nog nooit zo urgent geweest. De Alpine A290 vertegenwoordigt een vooruitstrevende visie op mobiliteit, waarbij compromisloze prestaties worden gecombineerd met een nul-emissie-aandrijving. Onder de futuristische carrosserie van de Alpine A290 schuilt een geavanceerd elektrisch aandrijfsysteem dat topprestaties levert zonder schadelijke uitstoot. Julie D'Hauwers: “Een symbiose van design door het iconische Alpine, gecombineerd met de technische knowhow van Renault, is de A290 een genot om te rijden in de stedelijke omgeving.” Plezier staat voorop voor wie instapt in de A290, dat met zijn gedurfde look de grijze stadsmussen het nakijken geeft. “De unieke vormgeving zorgt voor een stevig en hedendaags imago.”
Duurzaamheid als prioriteit
Alpine staat bekend om zijn toewijding aan innovatie, en de A290 zit boordevol geavanceerde technologieën
die het rijden niet alleen gemakkelijker, maar ook leuker maken. Bij Alpine gaat duurzaamheid verder dan alleen de aandrijflijn van de auto. Het merk is toegewijd aan het verminderen van de milieu-impact gedurende de hele levenscyclus van zijn voertuigen, van productie tot recycling. Materialen van hoge kwaliteit en duurzame productieprocessen zorgen ervoor dat de Alpine A290 niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor uw gemoedsrust.
Met de Alpine A290 aan het roer bevinden we ons aan de vooravond van een revolutie in mobiliteit. Deze compacte en stijlvolle stadsauto belichaamt de belofte van een duurzame toekomst, waarin rijplezier, prestaties en milieuverantwoordelijkheid hand in hand gaan. De drie exclusieve en innovatieve modellen van de ‘Dream Garage’ van Alpine – een kleine sportauto, een GT-cross-over en een vervanger van de A110 – zullen 100% elektrisch zijn. Zo blikt de A290_β vooruit op de sportieve in serie gebouwde stadswagen die vanaf 2024 in de fabriek van Douai in ElectriCity zal worden gebouwd. De elektrische motor zal ook in Frankrijk worden geproduceerd, in de Cléon Megafactory. Tegen 2030 zal Alpine liefst zeven nieuwe modellen ontwikkelen die de expansie van het merk ondersteunen. Het merk kan daarvoor putten uit de expertise van zijn technici en ingenieurs, die tot 's werelds meest toonaangevende autosportspecialisten behoren.
“Slimme verkeerslichten alleen maken geen moderne stad”
In een wereld die steeds meer rond big data en artificiële intelligentie draait, is ook de smart city in opmars. Met de innovatiecampus Living Tomorrow probeert medevoorzitter Joachim De Vos overheden en bedrijven onder te dompelen in de digitale toekomst.
Drones, robothonden en digital twins. Wie de innovatiecampus van Living Tomorrow in Vilvoorde binnenstapt, weet niet waar eerst kijken. Kantoren, een hotel, een congrescentrum en een restaurant zijn naadloos geïntegreerd in een opvallende blauwe toren die in september werd geopend en die overheden en bedrijven moet onderdompelen in de technologie van de toekomst.
“Dit jaar wordt voor ons een hoogmis”, zegt Joachim De Vos glunderend vanachter Z-island, het futuristische kookeiland van de wereldberoemde designer Zaha Hadid en één van de paradepaardjes van de campus. “We hebben Charles Michel (de voorzitter van de Europese Raad, nvdr.) al mogen ontvangen. Het jaar is dus fantastisch gestart.”
Europa zit in zwaar weer door oorlogen en de opmars van eurosceptische partijen. Heeft dit een invloed op technologiebedrijven?
“Onze sector ligt daar wakker van. Na een periode van relatieve stabiliteit zitten we nu in woelig vaarwater. Politiek, maar ook economisch: door de afhankelijkheid van Rusland voor onze gastoevoer is er een energiecrisis. Maar Michel heeft met veel optimisme over Europa gesproken. De data-act is gelanceerd, en we zorgen als geen enkel ander continent voor de bescherming van onze burgers. Dat is belangrijk, want digitale innovatie kan makkelijk worden misbruikt. Toch blijft er werk aan de winkel. Op het vlak van technologische vooruitgang hinken we achterop. Maar de laatste tijd merk ik dat Europa harder werkt om de brains die ze heeft ook bij zich te houden.”
Hoe krijgen we overheden, bedrijven en burgers op één lijn wat digitale technologie betreft?
“Dat is niet eenvoudig. Het is voor de mens heel moeilijk om na te denken over de toekomst. Daarom geven wij onze bezoekers een onderdompeling in de wereld van morgen zoals die er zou kunnen uitzien. Alleen zo kunnen we ons voorbereiden op wat komt. Mensen overschatten wat er gebeurt op vijf jaar, maar ze onderschatten wat er kan op vijftien jaar. Kijk maar naar zelfrijdende auto’s: enkele jaren geleden dachten we dat die vandaag al massaal zouden rondrijden. Dat is voorlopig nog niet zo, maar over een tiental jaar wel.”
U laat bezoekers proeven van hoe de slimme stad er in de toekomst zal uitzien.
“Broodnodig, want die kennis ontbreekt. Bij burgers én bedrijven. Zij zijn vaak gespecialiseerd in één bepaald domein. Maar de slimme stad is alles samen. Die draait om alle technologie die de levenskwaliteit van de burger verhoogt. Zelfrijdende auto’s en drones voor een vlotter verkeer met minder files. Overheden die volledig digitaal werken en burgers proactief veiligheidsberichten sturen. Het gaat
Op het vlak van technologische vooruitgang hinken we achterop. Maar Europa probeert steeds meer om de brains die ze heeft ook bij zich te houden.
over slimme vuilnisophaling, circulaire economie, flexibele werkroosters en nog zoveel meer. In de moderne stad zorgen nieuwe manieren van samenwerking en digitalisering ervoor dat ons leven interactiever, efficiënter, duurzamer en comfortabeler kan. Slimme verkeerslichten alleen maken geen slimme stad.”
Hoe belangrijk is het voor bedrijven om mee te zijn met die digitale revolutie?
“Het is cruciaal, maar het vergt een permanente aanpak. Digitaal innoveren is niet met één actie gebeurd. Grote bedrijven hebben vaak meer middelen en mensen om daar toegewijd mee bezig te zijn. Voor kleinere ondernemingen is het moeilijker. Maar ze staan allemaal voor dezelfde uitdaging: hoe gaat mijn product er morgen uitzien? Is dat nog wel hetzelfde als vandaag? Daarvoor moeten ze niet digitaliseren maar digitaal transformeren. Hun doel bepalen en kijken hoe ze op een efficiëntere, misschien totaal andere manier kunnen werken. Beleid uitstippelen, niet vanuit zichzelf, maar vanuit de veranderende buitenwereld.”
Wat is uw ultieme tip?
“Kijk verder dan morgen en vertrek niet vanuit uw beperkingen van vandaag, maar vanuit opportuniteiten in de toekomst. Probeer breed te kijken en
te voorspellen wat er zou kunnen veranderen. Niemand heeft een glazen bol, maar we kunnen veel afleiden aan de hand van scenarioplanning. Dat is het ontwikkelen, vergelijken en anticiperen op mogelijke toekomstscenario’s. Het wordt ook al door de overheid gebruikt, bijvoorbeeld in de beleidsnota over de gezondheidszorg in 2030 of de mobiliteitsvisie in 2040. In beide trajecten lag TomorrowLab’s methodiek en begeleiding aan de basis.”
Wat wordt de grootste vernieuwing in de toekomst?
“Alles wat met autonome systemen te maken heeft: van wagens over robots en drones. We zijn vorig jaar naar Silicon Valley getrokken. Daar hebben we drones gezien die mensen vervoeren zonder piloot en die pakjes in de tuin leveren. Ook vernieuwend is de evolutie van onze gebouwen naar circulaire cognitive buildings die bijna volledig herbruikbaar zijn en die een bepaald bewustzijn hebben om zichzelf voortdurend te optimaliseren. Dat kunnen we ons nu nog niet voorstellen, maar het komt eraan.”
Wat baart u zorgen?
“In 1995 lieten we in de eerste Living Tomorrow enkele prototype gsm’s van Nokia overkomen. Mensen verklaarden ons voor gek, ze vonden ze onpraktisch. Niemand vermoedde toen dat ons smartphonegebruik vandaag zo’n grote vlucht zou nemen. Vroeger zaten mensen in de trein te breien of de krant te lezen. Nu staart iedereen naar zijn scherm. Zeker de jonge generatie brengt te veel tijd door online. Maar daar komt ook een einde aan. Zeker is dat we die smartphones niet zullen blijven gebruiken. We zullen overschakelen naar iets anders, een intelligente bril of lenzen wellicht.”
3 Vragen aan...
Jérôme De Waele Managing director Airscan
Wat is jullie missie in de stad?
“90% van de Europeanen wordt blootgesteld aan luchtvervuiling. In de EU alleen zorgt dit jaarlijks voor zo’n 450.000 vroegtijdige overlijdens en naar schatting 600 miljard kosten voor onze sociale zekerheid. Airscan wil onze steden en gebouwen gezonder, slimmer en duurzamer maken. We doen dit door innovatieve oplossingen te bieden voor meting én verbetering van binnen- en buitenlucht.”
Hoe maken jullie gebouwen gezonder en slimmer?
“Binnenin gebouwen maken we gebruik van Building Information Modelling (BIM), sensordata en machine learning om de luchtkwaliteit te voorspellen. Het systeem leert hoe elke ruimte reageert op buitenlucht, bezetting en seizoenen en stuurt het ventilatie- en verwarmingssysteem van het gebouw zo proactief aan. We creëren op die manier een gezond en comfortabel binnenklimaat en door de slimme sturing kan tussen 15 en 50% energie bespaard worden. ”
Hoe maken jullie steden gezonder en slimmer?
“In de buitenlucht bieden we aan steden en gemeenten onze expertise, technologie én de financiële middelen aan voor het in kaart brengen van luchtvervuiling en daarmee het beleid te ondersteunen. Omdat we goede luchtkwaliteit als een basisrecht beschouwen, bieden we via het project Pure Cities (met financiële steun van Belfius) deze dienst geheel gratis aan voor deelnemende steden. Kandidaat-steden kunnen zich melden via www.airscan.org/purecities.”
In slimme steden, die we dankzij big data, artificiële intelligentie, connectiviteit en 5G steeds meer realiteit zien worden, verhoogt de levenskwaliteit van de bewoners en wordt duurzaamheid écht de norm. De betrachting van smart cities is om efficiëntie van de stedelijke werking en diensten te verbeteren, en daar speelt ook slimme verlichting een rol in.
Mensen die in steden wonen willen genieten van veilige, aantrekkelijke en aangename openbare ruimtes, die sociale interactie faciliteren en idealiter een minimale impact op het milieu hebben. Slimme en duurzame verlichtingsoplossingen maken daar wezenlijk deel van uit. Ze vormen de focus van Schréder, 115 jaar geleden in België opgericht en vandaag wereldwijd in 70 landen actief. Hun verlichtingsoplossingen gaan heel breed: van straatverlichting, snelwegen en tunnels over aanstraling van monumenten en pleinen tot industriegebouwen en sportterreinen.
Dynamisch aanpassen
“Slimme verlichting heeft twee essentiële componenten”, legt Jonathan Budai, Benelux Smart City Expert voor Schréder uit. “Ten eerste LED-technologie, wat neerkomt op energie-efficiëntie en langere levensduur. Ten tweede de nodige controlemechanismen en connectiviteit, zodat de armaturen kunnen aangestuurd en uitgelezen worden. Als je daar nog eens sensoren aan toevoegt, krijg je een volledig slimme oplossing, waardoor je heel veel kan doen vanop afstand. Bijvoorbeeld
helderheidsniveaus dynamisch aanpassen op basis van voetgangerspassage, tijdstip van de dag, kalender, seizoen, verkeersstromen… Zo kan je tot heel efficiënte verlichting komen. Door onze verlichtingsarmaturen uit te rusten met bewegingssensoren of te connecteren met bekende verkeersplatformen en navigatieapplicaties kunnen we ook in afgelegen industrieterreinen voor slimme verlichting zorgen.”
Oplossing tegen lichtvervuiling
Lichtvervuiling is een verzuchting die je heel vaak bij bewoners van centrumsteden hoort, en ook daar kan slimme verlichting in helpen. “Zo kunnen wij de armaturen of lichtbundel heel gericht aansturen of laten schijnen. Normaal schijnt een lichtbundel naar boven, naar beneden én naar buiten. Wat wij doen, is gericht gaan sturen zodat er langs de achterkant van het armatuur geen straling is naar de huizen, of naar boven toe, zodat de lichtvervuiling beperkt wordt. Aangezien wij daar ook nog eens kleurtemperatuurregeling aan toevoegen – er is een groot verschil tussen warm en koud licht –heeft dat nog minder impact op lichtvervuiling.”
Permanente milieuparameters
“Met onze oplossingen komen wij tegemoet aan de definitie van een smart city zoals die door de Verenigde Naties werd geformuleerd: digitale technologie die de efficiëntie van de maatschappij verbetert, net als de levenskwaliteit van de burgers. Daarom richt Schréder zich heel specifiek op duurzaamheid, mobiliteit en
veiligheid, omdat verlichtingsinfrastructuur daar de meeste impact op heeft. Zo kan je met de nodige integratie van sensoren via verlichtingsoplossingen geluidsoverlast meten en gevaarlijke punten monitoren om zo de verkeersveiligheid te optimaliseren. Maar die sensoren kunnen ook permanente milieuparameters als luchtkwaliteit en geluidsoverlast voeden.”
Het gaat overigens niet alleen om monitoren, maar ook mee voor oplossingen zorgen, zoals de integratie van laadpunten in verlichtingspalen, of camerasystemen die anomalieën als brand kunnen detecteren. En dan zijn er nog de mogelijkheden van integratie van wireless connectivity, 4G, 5G of WiFi.
Predictief werken
“De snelle ontwikkeling van artificiële intelligentie is bij dat alles een zegen”, duidt Budai, “omdat het ons toelaat gigantische volumes gestructureerde én ongestructureerde data te processen. Niet alleen levert dat de nodige inzichten op, op basis van de kracht van AI kunnen we ook patronen detecteren die het menselijke analysevermogen te boven gaan, wat ons bijvoorbeeld in staat stelt verkeersstromen heel concreet te linken aan geluidsoverlast of aan luchtkwaliteit.”
“AI detecteert of verwerkt de data, detecteert de patronen en gaat op een zelflerende manier processen automatiseren en continu optimaliseren. Zo kunnen beslissingsnemers meer en meer predictief werken. Wat zal het verkeer doen op bepaalde locaties? Wat wordt de impact van een geplande ingreep? Vanuit een centrale infrastructuur, powered by AI, kan je gigantisch veel gaan doen.”
Uitrol van 5G
“De evolutie naar de smart city is al een tijdje bezig”, besluit Budai. “Zeker met de uitrol van 5G krijgen we heel veel ademruimte om heel veel innovatieve projecten te doen, omdat 5G ervoor zorgt dat je gigantisch veel data kan versturen, verzamelen en verzetten. Bovendien voeren veel Belgische en internationale steden al een datagedreven beleid. Door die wissel- en samenwerking creëer je overal in de stad zintuigen: camera’s als ogen, omgevingssensoren die luisteren, voelen en ruiken. Zo heeft de stad overal een vinger aan de pols. Hoewel de futuristische, volledig geconnecteerde smart city nog wel even op zich zal laten wachten, creëren we op korte termijn steden met datagedreven beleid die echt meeleven met de bewoners, terwijl ze ook waken over de duurzaamheid ervan.”
Door Amaryllis De Bast
Steden over de hele wereld worden geconfronteerd met de uitdaging om oplossingen te vinden voor (openbaar) vervoer. Ook in Vlaanderen zorgt dit voor de nodige herzieningen. Hoe worden verkeersproblemen in stedelijke gebieden aangepakt?
De ellenlange files en treinen die niet op tijd komen… op vlak van mobiliteit hebben we in Vlaanderen nog heel wat varkentjes te wassen. Maar hoe kan het beter?
Zelfrijdende shuttles
Een interessante evolutie zijn de zelfrijdende shuttles, waarvan sommige pilootprojecten al worden gesubsidieerd vanuit Europa, vertelt Maarten Van Acker, professor Stedenbouw en woordvoerder van de Onderzoeksgroep Stedelijke Ontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen. Landen zoals Frankrijk, Denemarken en Zwitserland maken reeds gebruik van deze zelfrijdende shuttles rondom stations.
Deze shuttles zijn ook interessant voor Vlaanderen, vertelt de professor. “In België beschikken we over een uitgebreid spoornetwerk. In specifieke gevallen, vooral wanneer vaste bestemmingen op korte afstand veelvuldig worden gebruikt, zouden deze shuttles een interessante oplossing kunnen zijn. Zo kunnen ze een lus van ongeveer vijf kilometer rijden en steeds dezelfde route volgen, wat in België op sommige plaatsen heel handig zou zijn.”
Het is hierbij echter van cruciaal belang dat deze zelfrijdende shuttles een eigen baan
krijgen en niet vast komen te zitten in het reguliere verkeer. Dit heeft enerzijds te maken met de technologie die nog niet volledig is aangepast aan het chaotische stadsverkeer, maar anderzijds moeten we voorkomen dat we dezelfde problemen ervaren als met onze huidige bussen. “Wanneer er file is, zit de bus ook vaak vast. Eigen rijstroken voor deze shuttles zijn daarom essentieel om soepel en efficiënt te kunnen opereren.”
Het Belgische openbaar vervoersbedrijf Keolis is een pionier op het gebied van autonoom rijden, met bijna 100.000 kilometer succesvol autonoom rijden op de teller en duizenden passagiers die al gebruik hebben gemaakt van dit systeem. Ondanks het feit dat autonoom rijden dus bijna op punt staat, lopen de wetgeving en infrastructuur achter, vertelt Ben Roels, docent aan KDG Hogeschool en onderzoeker aan het onderzoekscentrum Duurzame Industrie. “Regelgeving zal altijd een uitdaging blijven, maar ik voorspel sterke vooruitgang in de nabije toekomst.”
Slimme technologie draagt aanzienlijk bij aan de efficiëntie van het openbaar vervoer. Hoewel we indrukwekkende vooruitgang hebben geboekt, realiseren we ons mogelijk niet volledig hoe ver we zijn gekomen, zegt Roels. “Denk aan de overgang van fysieke tickets naar online tickets. Vijf jaar geleden zaten we nog met papieren kaartjes, nu maakt de app het proces duurzamer, sneller en biedt die mogelijkheden voor dataverzameling.”
De voordelen van online ticketverkoop zijn divers, maar er is sprake van een gemiste
kans om de kosten van het openbaar vervoer te verlagen. “De afschaffing van grote ticketprinters leidt tot aanzienlijke besparingen, wat niet alleen voordelig is voor de eindgebruiker maar ook voor openbaarvervoermaatschappijen zoals
De Lijn en NMBS, die hun kosten kunnen optimaliseren. Hoewel dit een grondige studie vereist, kunnen we leren van landen zoals Luxemburg, waar het openbaar vervoer volledig gratis is.”
Een toekomstperspectief
De uitdagingen waarmee het openbaar vervoer in Vlaanderen kampt, zijn in eerste instantie meer gerelateerd aan ruimtelijke ordening dan aan mobiliteit, zegt Van Acker. Technologie op zich zal dit probleem niet oplossen: we moeten gezamenlijk met onze steden oplossingen ontwerpen. Ondanks alle uitdagingen is Van Acker optimistisch. “Momenteel werk ik aan ‘Metropolis II’, een project in samenwerking met onder meer Infrabel, NMBS, de Vlaamse Bouwmeester en het Departement Omgeving over de toekomst van onze kleine stations.”
Er wordt gewerkt aan twee extreme scenario’s: “Scenario één verkent het sluiten van sommige kleine stations, waar treinen niet meer stoppen, maar wel trams of autonome shuttles. Zo kunnen treinen sneller rijden tussen grote steden. Scenario twee behoudt alle kleine stations, terwijl snellere verbindingen tussen grote steden op andere manieren worden aangepakt, zoals extra sporen of ondergronds. In beide scenario’s bekijken we hoe de stationsomgevingen de woningnood en extra voorzieningen kunnen herbergen.”
De Lijn schrapt 3.000 haltes
Begin van dit jaar schrapte De Lijn meer dan 3.000 bestaande bushaltes, wat neerkomt op zeventien procent van alle haltes. Bussen zullen minder frequent door woonwijken rijden en meer gebruikmaken van hoofdwegen om efficiëntere en snellere routes naar hun bestemming te nemen. Deze beslissing leidde tot de nodige kritiek.
Zelfrijdende shuttle op Brussels Airport afgeblazen
Het plan om een
zelfrijdende elektrische bus op Brussels Airport in te voeren is geannuleerd, zo meldt de luchthaven. In 2019 hadden Brussels Airport en De Lijn samen hun goedkeuring gegeven voor dit proefproject, maar de ontwikkeling van zo’n bus blijkt nu te ingewikkeld.
met de race naar de laadpaal: Plugz plant uw laadmoment
In het straatbeeld rijden steeds meer elektrische wagens rond. Maar al die wagens moeten natuurlijk op tijd en stond aan de laadpaal hangen. Installateurs kunnen de aanvragen voor die laadpalen amper bijhouden en ook bedrijven met een elektrisch wagenpark krijgen al die laadbeurten van hun personeel niet gebolwerkt. Dankzij de slimme software van Plugz ondergaat de laadpaal een metamorfose van stressbron naar energiebron.
Plugz helpt en ontzorgt bedrijven met slim laadpaalmanagement. De Nederlandse startup ontwikkelde software om een ‘laadbeurtrol’ op bedrijfsparkings te organiseren. Dat idee is ontsproten uit eigen ergernis. “Ik rijd al zes jaar elektrisch. Ik heb al zoveel tijd verloren met het racen naar een vrije laadpaal”, steekt Robin van den Bosch, marketeer bij Plugz, van wal. “Deze laadangst kon toch niet de bedoeling zijn? Toen kwamen we op het idee om een systeem te ontwikkelen waarmee men laadpalen vanop afstand kan reserveren.”
Ruzie om de laadpaal
Vooral bedrijven zitten met hun handen in het haar omdat werknemers tegelijkertijd willen
MegaCharge assisteert transportbedrijven bij hun elektrische ritten. Die zijn veel voordeliger dan die met conventionele voertuigen.
De markt voor elektrische auto’s en vrachtwagens is stevig aan het groeien, en dat zal naar verwachting alleen maar sneller gebeuren. De beschikbaarheid van stroom, snel laden en kostenstabiliteit zijn essentieel om dat mogelijk te maken, en MegaCharge’s snellaadoplossingen spelen in op deze verschillende uitdagingen.
Eén ecosysteem
“Met hoogtechnologische snellaadapparatuur, installatiediensten en 24/7 technische ondersteuning maakt MegaCharge fast charging toegankelijk”, volgens Axel Van Lombeek, co-founder van het bedrijf. ‘Als specialist in truck- en busladingen streeft MegaCharge naar een gunstige TCO voor elektrische voertuigen en ondersteunt het klanten bij het
opladen. “Veel werkplekken gebruiken een Whatsappgroep om af te spreken wie wanneer laadt, maar dat loopt in het honderd”, weet Roel Pennings, CEO van Plugz. “Wij hebben die communicatie geautomatiseerd.”
Maar hoe pakt Plugz dit precies aan? “Wij verbinden onze software aan eender welk type laadpalen. In de Plugz-app zien werknemers welke laadpalen aan kantoor beschikbaar zijn, die ze dan kunnen reserveren”, legt van den Bosch uit. “Met hun laadkaart kunnen ze hun paal unlocken. Als alle palen gereserveerd of bezet zijn, komen ze in de wachtrij terecht. Wanneer hun auto bijna opgeladen is, krijgen ze een bericht en kunnen ze hun wagen op tijd verplaatsen, zodat de volgende in de wachtrij aan de beurt is. En zo begint het hele proces weer opnieuw.”
Meten is weten
Personeelsdiensten kunnen ook heel wat lessen trekken uit de verzamelde data. “U krijgt meer inzicht en hebt controle over wie wanneer oplaadt. Dat is belangrijk om te weten vooraleer u investeert in meer laadpalen”, aldus Pennings. Van den Bosch vult aan: “Dankzij onze software
kunnen per laadpaal 2,5 auto’s aan de beurt komen, terwijl ervoor de hele dag dezelfde auto bleef staan.”
In Nederland gaat het hard voor Plugz, en nu verovert de start-up ook de Belgische markt. “In België krijgen bedrijven subsidies om laadpalen te installeren, op voorwaarde dat die worden opengesteld voor het publiek. Wij hebben een systeem bedacht om de laadpunten tijdens de kantooruren te reserveren voor personeel en ervoor en erna voor buurtbewoners. Wij zijn de enige met software die dit kan faciliteren”, vertelt van den Bosch.
Voorlopig kunnen alleen bedrijven rekenen op Plugz, maar daar komt binnenkort verandering in. “We plannen uit te breiden en ook particulieren te helpen met het reserveren van openbare laadpalen”, besluit van den Bosch.
Wilt u ook uw laadangst inruilen voor laadzekerheid? Voor meer info kunt u terecht op plugz.dev
oplossen van vraagstukken rond energie en laadinfrastructuur. MegaCharge biedt hulp bij netwerkcapaciteit, energiekostenbeheersing en de integratie van hernieuwbare energie en stationaire batterijen in één ecosysteem.”
Resultaat? Grote ondernemingen profiteren meervoudig: sneller, efficiënter en duurzamer laden, en een domino-effect op de lokale bedrijven en hun duurzaamheidsdoelen. “Onze retailtak plaatst snelladers op parkeerplaatsen van lokale supermarkten, waarbij gebruikers profiteren van onze laagste prijsgarantie”, gaat Van Lombeek verder. “Dit trekt klanten aan en biedt voordelen voor zowel MegaCharge als de supermarkten.”
Tot slot zijn er nog verschillende misverstanden over snelladen en batterijschade. MegaCharge verheldert dat snelladen geen negatief effect heeft, zolang men binnen de aanbevolen laadlimieten blijft. “Ik geef graag aanvullend nog een absolute toptip voor elektrisch rijden”, besluit Van Lombeek. “Gebruik de OEM-navigatie van uw voertuig om de accu optimaal voor te bereiden op DC snelladen voor de beste laadefficiëntie!”
Axel Van Lombeek Co-founder
De tijd dat u urenlang aanschoof aan een overbevolkt loket om uw identiteitskaart te vernieuwen is voorgoed voorbij. U staat er wellicht niet bij stil, maar de dienstverlening van steden is de laatste jaren een pak efficiënter en transparanter geworden. Hoe dat komt? Door E-governance. Deze vier toepassingen bewijzen dat ICT een gamechanger is voor diensten van lokale overheden.
Door Tuly Salumu
De digitalisering is in ijltempo ons leven gaan beheersen. De stadsdiensten van de Belgische overheid sprongen mee op de online kar. Van het digitale omgevingsloket over tax-on-web en mypension tot itsme. De digitale diensten breiden alsmaar uit, en de administratieve last wordt steeds kleiner. Een van de opvallendste verwezenlijkingen van de overheid is het online portaal ‘my.belgium.be’. Dit platform helpt burgers om hun administratie, denk bijvoorbeeld aan belastingen, elektronisch te beheren. Gevolg: ze moeten niet langer voor elke aanvraag naar het stadhuis, wat de druk op de fysieke loketten aanzienlijk verlicht.
En er is nog meer. Websites maken informatie van stadsdiensten toegankelijker. Toepassingen als eID verhogen dan weer de veiligheid en betrouwbaarheid van digitale transacties, al moeten burgers op hun hoede blijven voor hacking en andere vormen van cybercriminaliteit.
Toch is er nog werk voor de boeg. Nog maar vorig jaar werd een ontwerpdecreet aangenomen om een sterker juridisch kader te creëren voor de digitalisering van de dienstverlening van Vlaamse instanties. Nieuwe technologieën als blockchain en AI moeten het aanbod nog efficiënter maken. Er is ook vraag naar één centrale opslagplaats voor alle persoonlijke gegevens van de burger. En dan is er nog het probleem van de digitale ongelijkheid: niet elke burger vindt de weg op de digitale snelweg. Onder meer het actieplan ‘Iedereen digitaal’ moet hier verandering in brengen.
Gegevensbeheer lijkt niet meteen het meest sexy onderwerp, maar het is wel cruciaal in de bouw van slimme steden. Zij beschikken door de digitalisering en de daaruit voortvloeiende nieuwe technologieën over enorme hoeveelheden data. Het juiste beheer hiervan is van onschatbare waarde. Maar wat betekent dat juist, gegevensbeheer? In mensentaal: het verzamelen, opslaan, organiseren en analyseren van informatie. Denk aan bevolkingsgegevens, verkeerspatronen, milieustatistieken en data over infrastructuur. Stuk voor stuk essentiële data om goede beslissingen te maken op het vlak van stadsplanning.
Het managen ervan is weliswaar niet eenvoudig. Om het proces te vergemakkelijken werd enkele decennia geleden GIS opgericht. Dit Geografisch Informatiesysteem integreert ruimtelijke gegevens en helpt bij het visualiseren en analyseren van complexe relaties. Concreet worden geografische gegevens gekoppeld aan traditionele databanken. Dat laat steden toe om gedetailleerde kaarten te genereren die een realistisch beeld schetsen van de omgeving, iets wat een duurzaam stadsontwerp alleen maar ten goede komt. GIS integreert bijvoorbeeld gegevens over wegen en bruggen zodat ze tijdig kunnen worden onderhouden. Dat is niet alleen goed voor hun levensduur, het bespaart ook kosten. Het informatiesysteem is ook bevorderlijk voor vlot verkeer en een vermindering in de uitstoot van schadelijke stoffen. Kortom, GIS maakt steden niet alleen efficiënter maar ook duurzamer en meer leefbaar. Dat zal voor de komende generaties alleen maar belangrijker worden.
Online peilingen, burgerfora, digitale platforms…. Stadsdiensten ontwikkelen steeds meer instrumenten voor burgers om hun stem te laten horen. Broodnodig, want inwoners kennen hun stad doorgaans beter dan eender wie. Neem bijvoorbeeld Antwerpen, waar burgers mogen meebeslissen over hoe 1,4 miljoen van het stadsbudget wordt besteed. Het project, dat ‘burgerbegroting’ heet, is een groot succes en werd door andere steden zoals Gent en Dendermonde overgenomen.Voor de burgerbegroting worden bijeenkomsten georganiseerd, maar de voorstellen moeten digitaal worden ingediend en gestemd. Hierdoor wordt een brede mix aan mensen bereikt. Dat heeft dan weer een grotere betrokkenheid bij stadsontwikkeling tot gevolg. Een ander voorbeeld is de herinrichting van de markt in Berlaar, waaraan inwoners konden deelnemen via een elektronisch participatieplatform. Ook Leuven gebruikte zo’n tool, maar dan om burgers meer inspraak te geven in de ontharding van de stad.
Maar digitale participatie is nog veel meer. Denk aan digitale portalen zoals het omgevingsloket, die bijdragen tot een transparantere besluitvorming. Met één klik op de muis krijgen burgers toegang tot informatie over bouwaanvragen of ontwikkelingsprojecten in hun buurt. Interactieve kaarten helpen hen te begrijpen hoe al die plannen hun dagelijkse leven zullen beïnvloeden. Indien gewenst, kunnen ze feedback geven of zelfs bezwaar indienen. Dit is niet altijd in het voordeel van het stadsbestuur, maar het is wel degelijk een enorme stap vooruit voor de democratie.
De opkomst van slimme steden heeft het leven van burgers en de werking van de overheid drastisch veranderd. We zijn niet alleen efficiënter geworden, digitale hulpmiddelen hebben ons leven ook duurzamer en kwalitatiever gemaakt. Maar naast de voordelen zijn er ook uitdagingen. Een daarvan is de digitale veiligheid. Steden gebruiken steeds meer elektronische toepassingen om hun infrastructuur in goede banen te leiden. Denk aan afvalbeheer, energievoorzieningen en verkeersstromen. Het groeiende aantal verbonden apparaten en onze afhankelijkheid ervan maakt het overheidsapparaat zeer kwetsbaar voor cyberaanvallen. Hackers kunnen binnendringen in kritieke systemen, waarbij ze niet alleen gevoelige informatie buit nemen maar ook ernstige verstoringen veroorzaken, bijvoorbeeld door in te grijpen in slimme verkeerslichten of energiecentrales. Hackings hebben vaak dramatische gevolgen. Zo kostte een cyberaanval in 2022 de stad Antwerpen niet minder dan 100 miljoen euro. Het is daarom cruciaal dat steden zich hiertegen wapenen.
Een tweede zorg is de mogelijke inbreuk op de privacy van individuen. Sensoren en camera’s in de publieke ruimte verzamelen continu data over ons gedrag en onze activiteiten. Als deze informatie in verkeerde handen valt, bijvoorbeeld van hackers, kan ze misbruikt worden voor criminele doeleinden. Daarom is het belangrijk dat er een privacywetgeving is, ook voor slimme steden en technologiebedrijven. Zo moeten ze transparant zijn over welke gegevens ze verzamelen en die gegevens ook versleutelen en beveiligen. Privacy zou trouwens een fundamenteel aspect moeten zijn van alle nieuwe technologieën.
Er is een onmiskenbare schaalvergroting bezig in de automobielwereld. Is de tijd van kleinere, familiaal geleide garages dan voorbij? Absoluut niet, zo bewijst Mazdagarage De Roover uit Leuven. Want zij kunnen de nieuwste technologieën en mobiliteitsconcepten ook koppelen aan een zeer persoonlijke service en een grote betrokkenheid bij de klant.
“Wij kennen de klant en de klant kent ons”. Eigenaar Karel Baert hoeft niet lang na te denken over de vraag wat De Roover onderscheidt van de grote, internationale groepen die meer en meer in ons garagelandschap opduiken. “Zij proberen met hun schaal en slagkracht natuurlijk zoveel mogelijk synergiën te behalen, maar volgens mij mogen kwaliteit en zeker ook betaalbaarheid daar niet onder lijden. We merken dat ook: door het bijna-monopolie van dat soort groepen, liggen hun prijzen voor bijvoorbeeld reparaties behoorlijk hoog. Bovendien steunen wij op een veel persoonlijkere aanpak. Je bent bij ons geen nummer, je krijgt niet telkens een nieuw gezicht te zien als je binnenwandelt en omdat we onze klant zo goed kennen, weten we perfect welke wagen voor hem en zijn specifieke situatie het best geschikt is.”
Voor Karel speelt ook een goede communicatie hier een sleutelrol. “In de autowereld gaat het vaak over heel technische zaken en niet iedereen kent die exact. We maken er een punt van om
heel duidelijk met onze klanten te communiceren, zodat het ook gemakkelijker wordt om zo’n zaken te vergelijken. Dat wordt ook geapprecieerd: het aantal klanten dat terug op onderhoud komt met hun wagen, zelfs na de garantieperiode, ligt hoger dan gemiddeld en we hebben uitstekende online beoordelingen.”
Aangevulde stocks, mooie kortingen
Tijdens corona was een auto kopen niet bepaald een pretje, door de enorme tekorten aan wagens en onderdelen. Die tijden zijn voorbij, zegt Karel. “We kunnen onze klanten terug op een normale manier helpen, met stocks die volledig aangevuld zijn, goede overnameprijzen en interessante kortingen. Dat maakt het onderhandelen voor ons natuurlijk ook een stuk leuker dan vroeger. Kijk, uiteraard kan je tegenwoordig een auto bestellen met één klik op een website, maar gelukkig is een wagen voor veel klanten ook nog altijd synoniem voor “emotie”. En dat is voor ons niet anders.”
Ze zijn milieuvriendelijk, compact en snel. E-steps hebben het straatbeeld helemaal veroverd. Maar er is veel kaf onder het koren. In de winkels van My Mobelity staat kwaliteit voorop.
Elektrische steps hebben op enkele jaren tijd de harten van de pendelaars veroverd. Maar wie zo’n voertuig koopt, wordt vaak het slachtoffer van charlatans. Er is immers heel veel rommel op de markt. “Steps worden gemaakt in China, want daar is de arbeidskost veel lager dan hier”, zegt Maxime Danielli, oprichter van My Mobelity. “Er zijn importeurs die er de kantjes van aflopen en druk zetten op fabrieken om alsmaar goedkoper materiaal te gebruiken, met steps van ondermaatse kwaliteit tot gevolg. Klanten denken hier onvoldoende over na.”
Danielli wilde het anders aanpakken. In 2018 stampte hij My Mobelity uit de grond, een winkel in Antwerpen met een pittig, sexy interieur, die zich helemaal specialiseert in elektrische steps. “Er was meteen een explosie aan vragen”, zegt hij. “Tijdens de coronacrisis hebben heel veel mensen hun spaarcenten, die ze niet aan reizen konden uitgeven, dan maar geïnvesteerd in een eigen step. Ook de deelsteps hebben ons geen windeieren gelegd. Het
systeem liet mensen toe om goedkoop een step uit te proberen, en er vervolgens laaiend enthousiast zelf een te kopen.”
Er kwam al snel een tweede fysieke winkel, in Leuven. “Steps zijn populair bij jong en oud”, zegt Danielli. “Ze zijn licht, compact en brengen je snel naar je bestemming. Het is een ideaal voertuig om je in de stad te verplaatsen.”
Weet wat je koopt
Maar er zijn risico’s. Tegenwoordig kan je zowat overal steps kopen, tot Aldi en Lidl aan toe. Toch is een step aanschaffen in de supermarkt vaak geen goed idee. “Je weet niet wat je koopt”, zegt Danielli. “De helft van wat er wordt verkocht op de markt is rommel. Als de step stuk gaat, heb je geen recht op support service. Elke dag krijg ik telefoontjes van mensen die geen hersteldienst vinden voor hun kapotte step.”
Danielli verkoopt enkel kwalitatieve steps van degelijke merken die een degelijke dienst naverkoop bieden. “Ik ben liever eerlijk”, zegt hij. “Goedkopere steps met gebreken verkoop ik niet. Het heeft geen nut om exemplaren van 200 euro te verkopen die
Hoe dan ook zullen de toegenomen files, de CO2-problematiek en de elektrificatie van het wagenpark het beroep van garagist de komende jaren sterk veranderen. “Van gewoon auto’s verkopen, gaan we richting ‘mobiliteit verzekeren’”, zegt Karel. “Wij zijn daar ook volop mee bezig. Bijvoorbeeld met onze carrosserie in Tienen waar zeven mensen niets anders dan herstellingen doen. Of met onze verhuurservice, want ook het pure bezit van auto’s staat onder druk. Of met My Mobelity, onze winkel in Leuven waar we e-steps verkopen. Je ziet: we zijn misschien wel klein, maar ook snel en wendbaar. Nu goed, welke richting het ook uitgaat: onze grote meerwaarde blijft voor mij de persoonlijke service en het écht begrijpen van onze klant. Daar zullen wij ons altijd op blijven richten, want ook in een puur digitale wereld zullen mensen nog graag met mensen praten.”
De Roover & Zonen N.V.
T: 016 25 01 96 E: garage@nvderoover.be Tiensesteenweg 374 3000 Leuven • nvderoover.be
snel stuk gaan en voor een veel hogere prijs moeten worden gerepareerd.”
Voor een goede step ben je minstens 400 euro kwijt. Al zijn er ook exemplaren van liefst 8.000 euro. “Sommige hebben banden die praktisch onverwoestbaar zijn”, zegt Danielli. “Die zijn natuurlijk duurder. Maar je hebt er later ook minder kosten aan.” Maar de prijs reflecteert niet altijd de kwaliteit van de step. “Sommige steps van 900 euro zou ik nooit aanraden. Daar komt ons advies dus van pas.”
Belangrijk is dat klanten voor ogen houden dat steps vervoersmiddelen zijn. Ze hebben onderhoud nodig en worden dus best gekocht in een speciaalzaak, niet bij een retailer die geen affiniteit heeft met het product. “Een auto koop je ook in een garage en een fiets in een fietsenwinkel, niet bij de bakker of slager.”
Maxime Danielli Oprichter My Mobelity
Jan Smedts
Administrateur-generaal Digitaal Vlaanderen
Slimme steden beloven een toekomst waarin technologie naadloos is verweven om ons leven te verbeteren. Van drones tot surveillance: de openbare ruimte is doordrenkt van sensoren en digitale systemen. Hoe profiteren we van deze vooruitgang zonder inbreuk te maken op de privacy?
Door Tuly Salumu
Dado Van Peteghem Digitaal expert en co-auteur van ‘The Virtual Economy’
Hoe maken drones, camera’s en andere digitale technologieën onze steden veiliger?
“Veiligheid is maar een van de voordelen van slimme technologieën. Slimme sensoren, bijvoorbeeld, bevorderen de doorstroming van het verkeer. Slimme straatlampen besparen energie. Het gaat over de grote maatschappelijke uitdagingen die we door middel van data en technologie beter kunnen aanpakken. Denk aan klimaat, energie, mobiliteit... Een actueel voorbeeld: de Vlaamse waterlopen zijn steeds meer uitgerust met slimme sensoren zodat het waterbeheer verbetert, door sluizen op afstand en automatisch te bedienen. Vroeger hadden we daar mensen voor nodig. Vandaag lukt dat efficiënter en sneller. De wateroverlast begin dit jaar is nooit gezien in ons land. 20 jaar geleden zou de schade zonder die slimme technologie veel groter geweest zijn.”
“Privacy lijkt steeds meer een ‘bijna-illusie’. Onze gegevens en mobiel verkeer zijn jammer genoeg toegankelijker dan ooit. Hoewel het moeilijk is om deze trend om te keren, kunnen we wel stappen ondernemen om de veiligheid van onze data te verbeteren en het eigenaarschap ervan beter te structureren. Bijvoorbeeld door data ownership terug bij de mensen te brengen, en ze niet te grabbel gooien in databases van instanties of big tech. Ik ben ervan overtuigd dat blockchain daar echt opportuniteiten biedt, door in te zetten op een meer decentraal datagebruik en -beheer waar wij controle hebben over onze data. Dit betekent dat wij beslissen wie toegang heeft tot onze informatie en voor welke doeleinden die precies wordt gebruikt.”
Gaat de opmars van al die slimme technologieën ten koste van onze privacy?
“Als overheid moet men technologie verantwoord aanpakken. Op die manier kan het net meer privacy en veiligheid opleveren. Belangrijke concepten zijn gegevensbescherming, dataminimalisatie... Dit vergt kennis en ervaring, en vaak ook enige schaalgrootte. Daarom hamert Digitaal Vlaanderen op samenwerking in de smart cities. Met de Smart Region Office helpen we lokale besturen om hun noden in kaart te brengen, en de privésector om hun aanbod beter af te stemmen. Het is sterk te vergelijken met het installeren van een bewakingscamera in huis. Dat is heel makkelijk. Maar hoe beveiligt u die zodat niet elke internetgebruiker in uw woonkamer meekijkt? Dat vergt kennis en expertise.”
“Het is een tweesnijdend zwaard. Sommige (buitenlandse) overheden willen enkel meer data om burgers te controleren. Sommige overheden gaan veilig om met data, andere zijn duidelijk te slordig. Systemen worden gehackt. Anderzijds zijn er steden en instanties die dankzij geavanceerde data-analyse efficiënter en veiliger zijn dan ooit, wat ons als burger echt ten goede komt. Dit alles benadrukt de nood aan zorgvuldig databeheer. Als burgers moeten we actief betrokken blijven bij de uitrol van smart citytechnologieën en het gebruik van onze gegevens, deelnemen aan openbare discussies en onze vertegenwoordigers aansporen om transparantie, ethische normen en sterke privacybescherming te waarborgen.”
Hebben technologiebedrijven in de smart city van vandaag niet te veel macht?
“Voor ons is dat een belangrijk aandachtspunt. Ook Europees is de aandacht gegroeid, met veel nieuwe wetgeving, zoals GDPR maar ook de recentere Digital Services Act en de AI Act. We zoeken de balans tussen innovatie en de bescherming van rechten en vrijheden van elk individu. Het zal altijd een aandachtspunt zijn. Technologie evolueert razendsnel en we moeten de gevolgen blijven evalueren. Steeds meer toepassingen van de smart city zullen de komende jaren met AI-technologie werken. Het AI Charter van Vlaanderen legt basisprincipes vast binnen de overheidscontext. Daarop moeten slimme toepassingen zich richten. En hoe meer de technologie evolueert, hoe meer wij moeten volgen met risico-inschatting en adviezen. Boeiende tijden!”
“Techbedrijven maken beslissingen met grote gevolgen op ons dagelijks leven. Hoewel ze de efficiëntie verbeteren, kunnen deze systemen ook de bewegingsvrijheid van mensen beïnvloeden. Het is duidelijk dat big tech een grote impact heeft, kijk maar naar de invloed van Elon Musk via Starlink op de oorlog in Oekraïne. Interessant genoeg stellen mensen meer vertrouwen in techbedrijven dan in overheden. De info van een ‘slimme’ Oura Ring wordt sneller aanvaard dan doktersadvies. De macht van big tech zal wellicht nog groeien, tenzij er meer initiatieven komen rond opensourcebewegingen als tegengewicht. Het roept vragen op over de nood aan ethische richtlijnen om een verantwoorde groei te waarborgen zonder innovatie aan banden te leggen.”
Matthias Dobbelaere-Welvaert Directeur Ministry of Privacy
“Het is logisch dat politie en overheden op de technologische kar springen. Technologie inkopen kan steeds goedkoper, en er zijn meer aanbieders. Denk aan toestellen die smartphones uitlezen (en de beveiliging omzeilen), slimme camera’s (met tal van toepassingen) en drones met hittecamera’s. Enerzijds kan men argumenteren dat deze technologie ’neutraal’ is, en haar impact afhangt van hoe ze wordt ingezet. Men kan echter niet ontkennen dat ze ook een zeer ingrijpend risico vormt op de privacy van burgers en op overheden die minder democratisch worden (zoals we in Europa zien in bijvoorbeeld Hongarije). Of deze vernieuwingen onze steden écht veiliger maken, of vooral de illusie van veiligheid voeden, is voer voor discussie.”
“We aanvaarden dat er in de publieke ruimte minder privacy is dan thuis. Maar door de uitbouw van slimme camera’s verwatert die volledig. Zo worden al uw verplaatsingen via uw nummerplaat tot 1 jaar lang bijgehouden. Elke onschuldige burger wordt aanzien als ‘potentiële’ crimineel. Waarom niet enkel geseinde nummerplaten volgen? Daarnaast is er dataretentie, wat operatoren verplicht onze metadata tot 1 jaar lang bij te houden (bijvoorbeeld naar wie we bellen en mailen). Dat is allemaal erg ingrijpend, om nog maar te zwijgen van vingerafdrukken op uw identiteitskaart en het verbod op anonieme SIM-kaarten. Overheden en politie springen - bewust en onbewust - erg nonchalant om met onze persoonsgegevens. Kijk maar naar de hacks van Stad Antwerpen.”
“Vandaag zijn privébedrijven versmolten met overheden. Door lobby en verwatering van kennis binnen overheden kunnen commerciële bedrijven steeds meer fysieke (camera’s etc.) en digitale producten (surveillance etc.) aanbieden. Een bekend voorbeeld is TaaS (Trajectcontrole as a Service), dat trajectcontroles ‘least’ aan gemeenten. Dat bespaart hen investeringen, en ze splitsen de boete in twee. Dit is bijzonder onethisch. Niet alleen vraagt het bedrijf om snelheidsremmers weg te halen (voor meer opbrengsten), men vermarkt ‘veiligheid’ als commerciële opportuniteit. Bepaalde kerntaken moeten 100% in handen van de overheid blijven. Ook bedrijven zoals Clearview AI hebben zeer veel macht. Het is onduidelijk tot hoeveel data zij toegang hebben.”
De meest complete ontzorging van HR in de markt
Drie geconnecteerde in-huis ontwikkelde webapplicaties
Keuzenetwerken met meer dan 1500 fietshandelaren-en merken, aangevuld met een compleet service pakket
Professionele & persoonlijke begeleiding doorheen de opstart, en het stimuleren van de fietscultuur
Verregaande technische integraties
Voordelen fietsleasing voor medewerkers
Genieten van een fiscaal voordeel tot 40%
Toegang tot duurzame en gezonde mobiliteit
Zorgeloos op weg dankzij onze diensten
Een fiets die naadloos bij hun noden aansluit
Dé toekomst van smart cities bestaat niet. Er liggen immers verschillende scenario’s in het verschiet. In tijden waarin technologische bedrijven de ene vernieuwing na de andere lanceren mogen we één ding niet vergeten: burgers en beleidsmakers willen niet alleen vernieuwing, ze willen zélf kunnen bepalen welke technologie er past in hun toekomstvisie.
Van zelfrijdende wagens tot drones die pakjes vervoeren: volgens een aantal experts lijkt de toekomst autonoom te zijn. Maar een luchtruim vol drones, willen we dat wel? Technologische ontwikkelingen moeten blijven kaderen in hoe wij de moderne stad zien. Dat mogen we niet uit het oog verliezen.
Eén ding is zeker: mobiliteit zal steeds dynamischer worden. De manier waarop we ons verplaatsen zal meer en meer vergroeien met andere domeinen zoals energie en gezondheidszorg. Zo is het mogelijk dat we klassieke parkeerplaatsen multifunctioneel gaan invullen via aparte tijdslots voor auto’s en voor fietsen. Een ander voorbeeld is het weren van vrachtwagens uit schoolomgevingen. Daarvoor willen beleidsmakers akkoorden sluiten met vaak gebruikte navigatiesystemen, zodat die een maatschappelijk gewenste route aanbieden aan vrachtwagenbestuurders om schoolbuurten bewust te vermijden.
Dat brengt ons bij het delen van gegevens voor beleidsvorming. Vandaag zitten heel veel data nog in silo’s, die niet altijd worden uitgewisseld. Daar moet verandering in komen. Data delen leidt tot beter datagedreven beleid en tot een heleboel opportuniteiten, bijvoorbeeld om het verkeer veiliger en aangenamer te maken. Nu gebeuren sommige politieke beslissingen nog vanuit een buikgevoel. Dat zal in de datagestuurde toekomst verdwijnen. Dankzij datagedreven technologie, dataspace én de groeiende
kracht van artificiële intelligentie zal men sneller ongevallen kunnen vermijden en problemen in het wegdek kunnen detecteren. Men zal verkeersstromen beter spreiden in de tijd en het parkeerbeleid steeds verder optimaliseren. In de toekomst zullen ingrepen in infrastructuur een grotere meerwaarde hebben omdat we veel preciezer zullen werken. Kijk maar naar digital twins. Een digitale kopie van een stad is een ideaal instrument om de impact te meten van verkeersingrepen die de stad overweegt te doen. Zo kunnen in de toekomst minder geslaagde projecten vermeden en budgetten beter besteed worden.
Toch is de digitale transitie niet zonder risico’s. Ze dreigt de digitale kloof en de vervoersarmoede te vergroten. Niet iedereen is mee met de huidige evoluties, zo blijkt uit onze jaarlijkse imec.Digimeter (instrument van imec om de status van digitale transformatie te meten bij de Vlaamse burger, nvdr.). Digitale systemen moeten vergemakkelijkt worden en uitgetest worden bij een breed publiek, zodat niemand uit de boot valt.
Kortom, technologie is slechts een deeltje van de puzzel. Als we voor onze kinderen en kleinkinderen een veilige, weerbare stad willen waarbij iedereen vlot kan omgaan met nuttige technologie, dan is er een cruciale rol weggelegd voor onderzoeksinstellingen, overheden en bedrijven die inzicht en kennis vergaren over de technologie die nodig is om een antwoord te bieden op maatschappelijk behoeften van vandaag, maar ook van morgen.
Sommige politieke beslissingen gebeuren vanuit een buikgevoel. Dat zal in de datagestuurde toekomst verdwijnen.
De wereld van de auto-industrie ondergaat een verschuiving richting elektrificatie, en Volvo staat aan de voorhoede van deze beweging. Met een duidelijke visie streeft het ernaar om tegen 2030 uitsluitend elektrische voertuigen aan te bieden.
“Volvo heeft meer dan 700.000 wagens geproduceerd in 2023, 230.000 daarvan waren Built in Belgium in onze fabriek in Gent waar 7.000 medewerkers dagelijks de Volvo XC40, EX40, EC40 en V60 assembleren, de helft daarvan waren fully electric. De toekenning van de productie van de gloednieuwe fully electric EX30 aan Volvo Car Gent, waarvan de productiestart voorzien is in 2025, benadrukt de belangrijke rol als pionier in de elektrificatiestrategie van Volvo Cars.”
EX30
“De EX30 is onze meest compacte en premium SUV maar ook de Volvo met de laagste CO₂-voetafdruk. Het koetswerk bevat 25 procent gerecycleerd aluminium en 17 procent gerecycleerd staal. De EX30 bestaat voor 17 procent uit hernieuwbare kunststoffen. We gebruiken geen leder meer, wel Nordico met dennenhars of wol van verantwoorde veeteelt. Nog een concreet voorbeeld zijn de Denim-decoratiepanelen, gemaakt uit een afvalproduct van het recyclageproces van jeans.”
Met een basisprijs van 38.990 euro komt de EX30 in aanmerking voor de Vlaamse premie van 5.000 euro voor particuliere kopers in 2024. “Met de EX30 mikken we op een brede doelgroep. We zien ook veel interesse bij bestuurders die nu nog met een ander merk rijden. De EX30 is ook interessant als bedrijfswagen, bijvoorbeeld voor young professionals.” De eerste
leveringen zijn juist achter de rug en het orderboek blijft maar groeien.
Stijging verkoop
In België waren 46 procent van de nieuwe ingeschreven Volvo’s in 2023 fully electric en met de plug-in hybrids erbij is dit zelfs al meer dan 75 procent. In het laatste trimester van 2023 steeg het aandeel fully electric wagens tot 70%.
Opladen
Volvo Cars streeft er niet alleen naar om tegen 2030 enkel nog elektrische wagens te bouwen, ze willen er ook voor zorgen dat iedereen vlot én snel kan laden. “Met Powerstop bouwen we aan een netwerk met snellaadstations bij Volvo-verdelers in België en Luxemburg. U zal in 2024 terecht kunnen in maar liefst 40 Powerstops. Het rijbereik van onze Volvo’s varieert tussen de 344 en 600 kilometer en u kan in 26 minuten de capaciteit van uw batterij van 10% naar 80% brengen.
Connectiviteit
Dankzij de ingebouwde Googleassistent zorgt een elektrische Volvo voor een naadloze verbinding met uw digitale leven. De wagen ontvangt automatisch over-the-air updates.
Veiligheid
De positionering van de batterij, tussen de twee wielassen, zorgt voor een laag zwaartepunt en een gelijkmatige gewichtsverdeling voor verbeterde rijstabiliteit en tractie. De capaciteit van de batterij maakt een krachtige preconditionering (zowel verwarming als koeling) mogelijk, waardoor het mogelijk is om altijd een cabine te
betreden die vanaf het begin comfortabel is geklimatiseerd via de Volvo Car App.
De geoptimaliseerde batterij-installatie zorgt voor behoud van beenruimte achterin, een hoger zitcomfort en een compromisloze laadruimte – ook onder de laadvloer. Efficiënt batterijtemperatuurbeheer (verwarming en koeling) draagt bij aan een groot bereik, snel opladen, uitstekende prestaties en een lange levensduur van de batterij. De batterij is ook goed geplaatst, buiten de kreukelzones die de impact gaan absorberen tijdens een aanrijding (geïntegreerd in het platform).
Een nieuwigheid op de EX30 is de Door Opening Alert, een waarschuwingsgeluiden signaal bij het openen van een van de deuren, die zorgt dat fietsers, voetgangers, scooters of motorfietsen en andere wagens sneller worden opgemerkt en ongelukken worden vermeden.
— René Aerts Jr PR Verantwoordelijke
Decentrale raamventilatie, ideaal voor je renovatie Wilms ventilatie gebruikt gepatenteerde Airria®-technologie, een systeem met warmterecuperatie om elke kamer afzonderlijk te ventileren. Discreet gemonteerd op het raam en zonder kanalen doorheen je woning. Wilms, je thuis in topvorm.
Waarom Wilms ventilatie de ideale oplossing is voor jouw renovatie? Bekijk de video of surf naar www.wilms.be