Fokus Milieutechniek

Page 1

DIT

DOSSIER

WORDT

GEPUBLICEERD

DE TOEKOMST BEGINT VANDAAG

DOOR

SMART

MEDIA

MAART 2015

EN

VA LT

NIET

ONDER

Bogdan Vanden Berghe (Klimaat)spel zonder grenzen

DE

VERANTWOORDELIJKHEID

Koen Vanthournout Het elektriciteitsnet van morgen

VA N

DE

REDACTIE

VA N

KNACK

Energie Verloren warmte, verloren geld

Afval

Van storten naar recycleren

Imago

De kracht van een label

Annemie Turtelboom ‘We moeten nu stilaan duidelijk gaan maken waar we naartoe willen op het vlak van energie’

Duurzaam

Het ideaal van de stad van de toekomst


2 Editorial Bogdan Vanden Berghe

(Klimaat)spel zonder grenzen Van het +2°C scenario naar -2°C. Bogdan Vanden Berghe ziet veel redenen om niet alleen bij ons, maar wereldwijd in te zetten op een energierevolutie. “Toch blijven we ons gedragen alsof het een zaak is van individuele inspanningen.”

“D

e cijfers van de klimaatverandering zijn gekend: we stoten drie keer meer CO2 uit dan in het +2°C scenario. Hoe je dat ook bekijkt of berekent, we’re on a road to nowhere, zoals de Talking Heads het stellen. Als we onder de kritische, onomkeerbare, grens van 2°C opwarming willen blijven, dan moet 80 procent van de fossiele brandstoffen onder de grond blijven. Geen eenvoudige klus. Vooralsnog rekenen tal van bedrijven en landen nog op de meer dan 10.000 miljard dollar die deze ‘verboden’ reserves kunnen opleveren. In de VS is wel al een inhaalbeweging ingezet: enkele grote investeerders verzetten hun fondsen van fossiele naar hernieuwbare energie. Ook in Europa krijgt dit navolging. Een begin, maar er is veel meer nodig. Een echte inhaalbeweging moet voor mij inzetten op drie zaken: technologische kennis, een wereldwijde

blik en maatschappelijke kost. Voor het eerste vindt u tal van voorbeelden op de pagina’s hierna. Duurzame energiebronnen, milieumanagement en intelligente energiesystemen zijn essentieel. Maar terwijl u leest moet u zich even afvragen hoe aanpak X of Y ook sociaal kan opbrengen én waar in de wereld we het kunnen toepassen. Klimaatverandering is immers een spel zonder grenzen. Toch blijven we ons gedragen alsof het een zaak is van individuele inspanningen. Of de top in Parijs, waar een nieuw globaal klimaatakkoord beslist moet worden, zal slagen, is nu nog moeilijk te zeggen. Wél durf ik nu al te voorspellen dat een akkoord zonder duurzame oplossing voor ontwikkelingslanden geen lang leven beschoren zal zijn. De meest kwetsbare landen zijn diegene die weinig of niets hebben bijgedragen aan de oorzaak van de klimaatverandering en er tegelijk de zwaarste rekening voor betalen. In naam van (klimaat)rechtvaardigheid zouden wij ze veel meer moeten helpen het hoofd te bieden aan de gevolgen. Ondertussen blijft de wereldwijde vraag naar steenkool stijgen. Veel Aziatische landen gebruiken steenkool als motor voor hun economische groei. De

Belgische en Europese inspanningen dreigen hierdoor teniet te worden gedaan. In Afrika wordt relatief gezien meer ingezet op hernieuwbare energie, mede dankzij internationale steun. Ik vergelijk het graag met onze telefonie: waar wij van huistelefoon naar gsm evolueerden slaan ontwikkelingslanden die stap over. Waarom zouden we overal landlijnen trekken? Beter is toch ineens masten te plaatsen. Hetzelfde geldt voor energie. Waarom steenkool ophalen als er wind- of zonne-energie beschikbaar is? Deze frogleap is essentieel voor ontwikkelingslanden. Het geeft ontwikkelingslanden de kans ons op een duurzame manier bij te benen én helpt ons samen te vergroenen. Dat brengt me tenslotte bij de maatschappelijke kost. De klimaatstrijd, ondanks gruwelijke berichtgeving en horrorcijfers, biedt ons een uitgelezen kans te ijveren voor tal van zaken die de samenleving beter maken. Klimaatverandering, geloof het of niet, kan ons wereldwijd helpen de democratie te versterken, de ongelijkheid tegen te gaan en om werkgelegenheid te creëren. Een hernieuwbare samenleving kortom. Veel leesplezier.”

Veel leesplezier Yasna Ekama Project Manager

Een akkoord zonder duurzame oplossing voor ontwikkelingslanden zal geen lang leven beschoren zijn

COLOFON Project Manager: Yasna Ekama yasna.ekama@smartmediapublishing.com Productieleider: Ellen D’hondt Hoofdredactie: Jerry Huinder, redactie@smartmediapublishing.com Tekst: Senne Starckx, Frederic Petitjean Coverbeeld: Nico Van Dam Vormgeving: Baïdy Ly Drukkerij: Corelio Smart Media Publishing Belgium BVBA Leysstraat 27, 2000 Antwerpen, Tel +32 3 289 19 40, ellen.dhondt@smartmediapublishing.com www.smartmediapublishing.com

DIT IS SMART MEDIA Smart Media is een topspeler op het gebied van content marketing en native advertising. Onze campagnes worden zowel digitaal als in belanghebbende kranten verspreid. Onze basisgedachte is een sterke focus op het onderwerp. Door creatieve media oplossingen helpen we u uw merk te versterken en creëren we waarde voor uw doelgroep. Door kwalitatief hoge content zorgen wij ervoor dat uw klanten, onze lezer, actie ondernemen.

Bogdan Vanden Berghe Directeur 11.11.11

Industry & Environment, hét forum dat cleantechoplossingen, circulaire economie en slimme energie duidelijk op de radar plaatst. www.easyfairs.com/environment-be - 1 & 2 april – Antwerp Expo

PREMIUM PARTNER: LEES MEER OVER... 04 De kracht van een label

08 Profielinterview: Annemie Turtelboom

05 Verloren warmte, verloren geld

10 Van storten naar recycleren

06 Het ideaal van de stad van de toekomst

12 Hernieuwbaar versus nucleair

04

14 Het electriciteitsnet van morgen

06

10

ADVERTORIAL

Sorteer… en geniet van premies voor uw bedrijfsverpakkingsafval! Plastic, kartonnen dozen, paletten, ... uw verpakkingsafval sorteren kost misschien wat moeite, maar weet u dat u kunt genieten van premies die uw inspanningen belonen en het grootste deel van uw kosten dekken?

Correct sorteren loont Sinds ‘98 is elk bedrijf dat verpakte goederen op de Belgische markt brengt wettelijk verplicht haar bedrijfsmatig verpakkingsafval te laten recycleren. Dit om de hoeveelheid verpakkingsafval te beperken en de recyclage te stimuleren. In de praktijk is dit echter veel complexer.

Wat brengt dat op? Er zijn twee soorten premies : het “recyclageforfait” om recyclage van bepaalde materialen zoals plastic en hout te stimuleren. Daarnaast is er het “containerforfait” om de huurkosten van de containers te dekken. Vorig jaar plukten meer dan 25.000 bedrijven de vruchten van dit systeem!

VAL-I-PAC verzamelt in naam van haar klanten de bewijzen van recyclage en nuttige toepassing en zorgt ervoor dat haar klanten voldoen aan de voorschriften van de wet. Daarbovenop biedt VAL-I-PAC financiële steun aan bedrijven die hun verpakkingsafval selectief inzamelen en laten ophalen om gerecycleerd te worden.

Zoals bij vele aspecten rond milieubeheer, is vaak de mentaliteitsverandering belangrijk. Daarom heeft VAL-I-PAC ook het “startforfait” gelanceerd. VAL-I-PAC wil KMO’s hiermee stimuleren om hun karton selectief in te zamelen. Deze extra eenmalige premie van 100 € komt bovenop het containerforfait.

Is dit van toepassing op uw bedrijf? Neem een kijkje op www.valipac.be of vraag uw gratis folder aan via communication@valipac.be. VAL-I-PAC Koningin Astridlaan 59 b11 - 1780 Wemmel

valipac-v5-6.indd 2

Tel. 02 456 83 10

info@valipac.be

www.valipac.be

17/02/15 09:19


ADVERTORIAL

WERELDCONGRES AFVAL- EN MATERIALENBELEID De resultaten van het Vlaamse afval- en materialenbeleid zijn indrukwekkend! We wisten ons in de afgelopen decennia op te werken tot koploper op vlak van preventie, selectieve inzameling en recyclage. Bovendien bouwden heel wat cleantech bedrijven vanuit ons land een wereldwijde reputatie op. Van 7 tot 9 september 2015 komt de afvalsector vanuit de hele wereld samen in Antwerpen

voor het ISWA Wereldcongres. ISWA, de International Solid Waste Association, is de belangrijkste overkoepelende non-profit vereniging die wereldwijd de ontwikkeling van een professioneel en duurzaam afvalbeleid promoot. ISWA stimuleert experten uit de hele wereld om informatie en kennis te delen, en mee te ijveren voor de voortdurende ontwikkeling van een wereldwijd duurzaam afvalbeheer. Eén van

de belangrijkste sleutelmomenten is het jaarlijkse Wereldcongres, waar meer dan 1.250 deelnemers uit de publieke, private en academische sector samenkomen. Gedurende drie dagen wordt een gevarieerd programma aangeboden met topsprekers van overheden, gereputeerde instanties en bedrijven, afgewisseld met debatten, netwerkmomenten en technische bezoeken.

WORLD CONGRESS WORLD CONGRESS ANTWERP ANTWERP

VAN 7 TOT 9 SEPTEMBER 2015 IN ANTWERPEN

ORGANIZING PARTNERS

Meer weten over het programma of deelname aan het congres of interesse om met uw bedrijf mee de schouders onder dit unieke evenement te zetten? Mail naar

GOLD PARTNERS

SILVER PARTNERS

TRAVEL PARTNERS

BRONZE PARTNERS IRON PARTNERS

info@iswa2015.org of surf naar www.iswa2015.org

ISWA_adKnack.indd 1

24/02/15 12:58

Uw droomhuis? Begin met bouwadvies Heb je bouw- of verbouwplannen? Vraag advies bij het Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen. Specialisten informeren je over energiezuinig bouwen, keuze van ventilatie- en verwarmingssysteem, aanpak renovatie, gebruik van milieuvriendelijke materialen. Ze geven concreet en onafhankelijk advies op maat van jouw project, zowel voor nieuwbouw als verbouwing. In vele gemeenten is het bouwadvies gratis.

www.west-vlaanderen.be/duurzaambouwen

www.bouwwijs.be

www.kampc.be

www.dubovlaamsbrabant.be

www.dubolimburg.be


4 Trend Imago

De kracht van een label Gecertificeerde labels die garanderen dat een product een duurzame voorgeschiedenis heeft, zijn hot. Bedrijven hebben er dus alle belang bij zulke labels te verkrijgen. Maar: “Het verkrijgen en behouden van een productlabel is zeker geen vrijblijvende zaak.” TEKST SENNE STARCKX

Bedrijven willen hun klanten graag overtuigen van hun goede wil. Ze tonen graag aan het brede publiek dat ze bekommerd zijn om het leefmilieu, het klimaat en de voedselketen. Maar helaas gaan mooie beloften er niet langer als zoete koek in bij de moderne, kritische consument. Een slimme manier om een serieus duurzaam imago te verkrijgen, is een productlabel. Uit een internationale studie van november 2014, waarbij 13.000 volwassenen uit 13 industrielanden werden bevraagd, blijkt namelijk dat voor de meerderheid (54%) van de consumenten productlabels het meest geruststellende bewijs zijn dat een bedrijf effectief rekening houdt met

het milieu. Andere bewijsmiddelen, zoals land van herkomst (30%), merknaam (24%), aanbeveling door familie en vrienden en de media (17 en 16%) blijken veel minder overtuigend. Maar goed, tegenwoordig bestaan er tientallen labels, veelal terug te vinden op productverpakkingen en natuurlijk bedrijfswebsites. Op het gebied van duurzaamheid zijn FSC (duurzaam bosbeheer), Passiefhuis (nul-energiewoningen), Energy Star (energiezuinige koelkasten en diepvriezers), Groene Sleutel (milieuvriendelijk toerisme) en Der Blaue Engel (algemeen milieuvriendelijk) enkele bekende voorbeelden. Welke te kiezen? “Een betrouwbaar label is gebaseerd op een reeks criteria die strenger zijn dan de geldende wetgeving, en die controleerbaar zijn”, vertelt Clara Moeremans van het Netwerk Bewust Verbruiken (NBV), een vereniging van consumenten-, milieu- en ontwikkelingsorganisaties die informeert en activeert rond duurzaam verbruiken. Het NBV beheert onder meer de website

www.labelinfo.be, die een wegwijs biedt in de huidige wildgroei van productlabels. Moeremans: “Idealiter gebeurt de controle door

Een betrouwbaar label is gebaseerd op criteria die strenger zijn dan de geldende wetgeving Clara Moeremans

een onafhankelijke organisatie, die erkend is om specifieke controles uit te voeren. De organisatie die het label beheert, moet ook door en door transparant zijn. Alle informatie over de criteria en de lastenboeken moet openbaar zijn en op een eenvoudige manier kunnen worden opgevraagd.” Dat productlabels de laatste jaren gegeerd zijn bij bedrijven, merken ze ook bij de Forest Stewardship

Council, dat het bekende FSC-label voor duurzaam geproduceerd hout uitgeeft. “Het aantal bedrijven dat via onze FSC-certificering deel wil gaan uitmaken van de gecontroleerde handelsketen, blijft gestaag stijgen en dit zowel in België, Europa als internationaal”, zegt Bart Holvoet, directeur van FSC Belgium. FSC vierde vorig jaar haar 20ste verjaardag. Vandaag is ruim 180 miljoen hectare bos, een tiende van het commercieel geëxploiteerde bosoppervlak in de wereld, FSC-gecertificeerd. Bijna 30.000 bedrijven zijn via hun FSC-certificaat commercieel actief, waardoor FSC het meest verspreide systeem ter wereld is. Onder de Belgische bevolking is het label ook goed gekend: zo zou 38 procent van de Belgen weten waarvoor FSC staat. Maar vaak zoeken bedrijven naar meer dan één label. Een voorbeeld van een bedrijf dat met meerdere productlabels kan uitpakken, is de internationale schoonmaakfirma CWS-boco, die in Puurs een grote wasserij voor bedrijfskleding uitbaat. Op haar website pakt het bedrijf trots uit met drie onafhankelijke

labels: Certex (voor industriële wasserijen), Der Blaue Engel (algemeen ecologisch) en OekoTex (milieuvriendelijk textiel). De labels dienen niet louter om het milieuvriendelijke imago van CWS-boco op te poetsen. “Als we meedoen aan aanbestedingen en tenders, zijn dit soort labels zelfs een vereiste”, vertelt Sophie De Doncker, marketing assistant bij CWS-boco. “Tegelijk willen we de referentie op de markt zijn. Dankzij deze labels kunnen we ons onderscheiden.” Heeft CWS-boco grote aanpassingen moeten doen om de labels binnen te halen? Volgens De Doncker hebben ze sommige bedrijfsprocessen inderdaad moeten omgooien. “Zo hebben we in de wasserij een volledige scheiding van vuile en schone zijde geïnstalleerd. Tegelijk komt er ook heel wat monitoring bij kijken. Wij moeten bijvoorbeeld de bacteriologische risico’s van het volledige bedrijfsproces in kaart brengen en aantonen dat we deze risico’s kunnen beheersen. Het verkrijgen en behouden van een label is dus zeker geen vrijblijvende zaak.”

ADVERTORIAL

Alternatieve waterbronnen

Proceswater • Waterzuivering • Waterbehandeling • Hergebruik

PCA NV

www.pcawater.com

info@pcawater.com

E

nergie opwekken met een stoomturbine vereist niet alleen een continue toevoer van vers water. Het gebruikte water moet ook voldoen aan hoge kwaliteitseisen. Stadswater gebruiken als proceswater is voor een bedrijf een dure zaak. Daarom is een installatie waarbij het gezuiverde (afval)water wordt hergebruikt, zowel vanuit ecologisch als vanuit economisch oogpunt een goede zaak. Bij PCA geloven wij dat onze installaties steeds kunnen tegemoetkomen aan die vereisten. Zuiver water Afhankelijk van de gewenste mate van puurheid van het proceswater kunnen een, twee of drie types installaties ingezet worden. De juiste combinatie van ultrafiltratie en omgekeerde osmose maakt het mogelijk om rivierwater, regenwater, putwater of stadswater om te zetten in gedemineraliseerd water. Een EDI-installatie kan de zuiverheid van het water nog een trapje hoger brengen.

Het resultaat daarvan is uiterst puur water dat onder meer geschikt is voor hogedrukturbines. Custom-made engineering PCA verzorgt voor deze en andere installaties de engineering, de constructie, de plaatsing en de opstart. Dankzij de uitgebreide ervaring van zowel de productie- als de engineeringafdeling kan PCA zijn klanten voor elk project custommade oplossingen aanbieden. De klant moet dus geen genoegen nemen met een standaardoplossing, maar krijgt steeds een installatie die perfect beantwoordt aan de specifieke noden van het project. Meer weten? Surf naar www.pcawater.com of contacteer ons via info@pcawater.com.


Energie Actueel 5

Verloren warmte, verloren geld Zowel in de industrie als in de huishoudens komen grote hoeveelheden energie en warmte vrij waar niks mee gedaan wordt. Zonde, want met de juiste technologieën kan een groot deel toch gerecupereerd worden. “Het potentieel is gigantisch.” TEKST FREDERIC PETITJEAN

Alleen al in het Antwerpse havengebied gaat naar schatting jaarlijks 480 megawatt aan warmte verloren bij industriële processen. Dat is genoeg energie om de volledige stad Antwerpen gedurende een jaar te verwarmen. Toch zonde zo’n verspilling, vond ook professor Chris Stevens van de Universiteit Gent. De ingenieur ontwikkelde daarom een soort ‘chemische warmtepomp’ om die energie te recupereren. “Het werkingsprincipe is gebaseerd op de werking van levende cellen. We proberen warmte vast te houden in een fosforzuurstofbinding en ze op te slaan. Door die binding later te hydroliseren (in contact te brengen met water, nvdr.) kunnen we ongeveer de helft van de warmte opnieuw bovenhalen.” Het systeem, waarvan nu een pilootproject draait, werkt met restwarmte van 90 tot 150 graden Celsius. Voor de industrie is die nutteloos en dus wordt ze geloosd. “Met ons systeem kunnen we die warmte terug oppompen tot ruim 200 graden, zodat ze opnieuw bruikbaar wordt”, zegt de professor. “Het potentieel is gigantisch: in heel Europa gaat er op deze manier 60 gigawatt aan energie verloren. Dat zijn ongeveer dertig middelgrote kerncentrales.” De pomp van professor Stevens heeft niet meteen residentiële toepassingen, daarvoor zijn de temperaturen in huis

te laag en de gebruikte chemicaliën te gevaarlijk. In de industrie zijn de applicaties echter legio en het mooie is: daar zijn nog veel meer processen waarbij warmte verloren gaat. “Denk aan alle bedrijven die droogprocessen moeten gebruiken. In de voedingsindustrie bijvoorbeeld, of bij het drogen van lakken. Ook in de rookgassen uit schoorstenen zit nog heel veel warmte die zou aangewend kunnen worden.” Maar niet alleen op fabrieksterreinen gaat veel bruikbare warmte verloren, ook in huizen en kantoren is dat zo. Gelukkig bestaan er ook daar al verschillende technieken om die gratis energie toch te gebruiken. De warmtepomp bijvoorbeeld, waarmee je water kan verwarmen met energie die in de grond of in het grondwater zit. Dat water kan je dan gebruiken voor bijvoorbeeld de vloerverwarming. De warmtepomp verbruikt zelf ook wel stroom, maar toch kunnen hier belangrijke besparingen mee gerealiseerd worden. Stadsverwarming is dan weer een collectief verwarmingssysteem waarop meer dan één huis wordt aangesloten.

De restwarmte van bijvoorbeeld grote industriële sites of verbrandingsovens wordt daarbij gebruikt om huizen te verwarmen. Omdat er flink wat graafwerk bij komt kijken, ligt het grootste potentieel bij deze techniek vooral in nieuw te ontwikkelen stadswijken.

In heel Europa gaat 60 gigawatt aan warmte verloren in de industrie Chris Stevens

In de stad Leuven loopt dan weer een project waarbij warmte wordt gerecupereerd uit het afvalwater uit de riolen. Zo’n 93 appartementen zullen op die manier van verwarming en sanitair warm water voorzien worden. Het rioolwater dat voor het appartementsblok stroomt, wordt opgevangen in een collector en daarna door een warmtewisselaar gejaagd. De

3 vragen aan...

onttrokken warmte voedt vervolgens een warmtepomp waarmee zowel het water uit de centrale verwarming, als uit de waterleiding tot de gewenste temperaturen wordt opgewarmd. Nog een andere interessante technologie is de WKK ofwel warmtekrachtkoppeling, een installatie die tegelijk warmte en stroom opwekt en dat tot 36 procent efficiënter doet dan wanneer die apart worden aangemaakt. “Het komt er op neer dat de warmte die vrijkomt bij de productie van elektriciteit een nuttige toepassing krijgt”, zegt Véronique Vens van het Vlaams Energieagentschap. “De elektriciteitsproductie zelf kan op heel wat manieren gebeuren, met gas- en/of stoomturbines of inwendige verbrandingsmotoren. Er wordt ook continu aan alternatieven gewerkt, zoals bijvoorbeeld de stirlingmotor.” Het vervangen van een cv-ketel door een micro-WKK zal de stookkosten in eerste instantie wel verhogen, maar daarna worden de voordelen duidelijk. Vens: “Er wordt meer brandstof gebruikt, maar anderzijds wordt veel minder stroom van het net gehaald, waardoor de elektriciteitsrekening bijzonder laag wordt.” Een kleine WKK voor residentieel gebruik van ongeveer 1 kWe is voorlopig wel nog vrij duur, omdat ze nog maar heel recent op de markt zijn. Je moet rekenen op 10.000 à 15.000 euro. Vens: “Voor installaties van 5 kWe, voor de collectieve woonprojecten, neemt de relatieve prijs wel al snel af. Dan spreek je vanaf 25.000 à 30.000 euro.” Het hergebruik van warmte vergt dus wel een initiële investering, maar een terugverdieneffect is er ook. Door de slinkende voorraden aan fossiele brandstoffen en de bezorgdheid over het milieu zal ook deze aanpak in de toekomst ongetwijfeld steeds belangrijker worden.

Jörg Baeten en Daan Curvers, vzw COGEN Vlaanderen Waar staat België in het gebruik van WKK’s? “Elk gewest is anders. In Vlaanderen staat de WKK met grote vermogens sterk in de glastuinbouw en de industrie. De micro-WKK, tot 50 kWe, groeit vooral bij KMO’s en RVT’s. In private residenties zitten we aan enkele tientallen installaties. In Brussel zijn er veel installaties in grote gebouwen. Door het ruimtelijke karakter zijn zonnepanelen of windmolens daar niet evident. Wallonië kent dan weer veel bioWKK’s, vanwege de aanwezigheid van biomassa uit land- en bosbouw.” Bespaar je energie met een WKK? “In de eindafrekening zal je 20 procent aan energie en CO2-uitstoot kunnen besparen. Doordat een WKK lokaal produceert, nemen ook transporten distributieverliezen af.” Waar moet je op letten bij de installatie? “Je hebt een voldoende grote stookplaats nodig, behalve voor de hele kleine installaties die niet groter zijn dan een gewone stookketel. Maar ook voldoende warmtevraag om de rendabiliteit te garanderen. De heel kleine vermogens zijn nog relatief duur. Ten opzichte van een gewone stookketel is doorgaans iets meer onderhoud nodig, behalve voor technologieën als de stirlingmotor.”

ADVERTORIAL

Meten is weten. Proximus zorgt voor de connectiviteit van fifthplayʼs EnergySmart platform. Uw energieverbruik op afstand monitoren en optimaliseren? Bewuster omgaan met energie?

ontwikkeld die het verbruik van gebouwen, huizen of installaties zichtbaar maken. Zo kunnen bedrijven en particulieren hun ver-

Sluipverbruik proactief tegengaan? Het EnergySmart-platform van fifthplay

bruik op afstand beheren, optimaliseren en verminderen. Met lagere energiekosten én een verminderde CO2-uitstoot als gevolg. Onder meer bedrijven als JBC, Torfs, Carglass en Delta

Slim energiemanagement zit volop in de lift.

Lloyd Bank maken reeds gebruik van fifthplay’s

Zowel particulieren als bedrijven willen hun totale energieverbruik rationaliseren. Maar

oplossingen.

maakt dat allemaal mogelijk.

om alle energiestromen efficiënt te kunnen beheren, moeten we ze in kaart brengen. Idealiter worden ze daarna in realtime opgevolgd waardoor we onmiddellijk kunnen ingrijpen. En dat is precies wat EnergySmart, een innovatief beheersinstrument ontwikkeld door fifthplay, doet.

Fifthplay

Het Antwerpse fifthplay, dochter van de Niko Group – bekend van schakelaars en stopcontacten – heeft innovatieve tools en producten

Partnership met Proximus

verbruik van elektriciteit, gas, water en HVAC (verwarming, ventilatie en airco) monitoren en bijsturen – en dit allemaal op afstand en zelfs automatisch.” “De gateways van fifthplay zijn voorzien van een Proximus simkaart die via 3G direct communiceert met het fifthplay platform”, vertelt Lieven De Wachter, marketing manager M2M (machine to machine) bij Proximus. “Dit past volledig in de strategie van Proximus om naast connectiviteit ook nieuwe diensten te

Voor bedrijven en overheden heeft fifthplay sinds enkele maanden een samenwerking opgezet met Proximus, de grootste telecomope-

ontwikkelen.” EnergySmart is ongetwijfeld dé oplossing voor bedrijven en overheden die op een gebruiksvriendelijke en toegankelijke

rator in België die voor tal van ondernemingen

manier inzicht willen krijgen in hun energiever-

en instellingen reeds de interne connectiviteit verzorgt. “Proximus biedt zijn businessklanten naast tal van andere end-to-end oplossingen

bruik om zo de energiekosten te reduceren. Na slechts 2 tot 3 jaar verdien je bovendien de investering van dit soort projecten al terug.

ook onze EnergySmart-oplossing aan”, vertelt Frédéric Haghebaert, partner manager bij fifthplay. “Via ons platform kunnen de klanten van Proximus voor elk van hun gebouwen het

Meer weten: Fifthplay T. +32 3 285 97 11 www.fifthplay.com


6 Verdieping Duurzaam

Het ideaal van de stad van de toekomst ‘Er is nood aan een compleet nieuw businessmodel’, zegt de ene expert. ‘Eigenlijk moet Vlaanderen herontwikkeld worden’, zegt de andere. De visies over de duurzame stad – en hoe die te bereiken – lopen vaak uiteen. Maar over één ding zijn alle experts het eens: het moet anders. TEKST SENNE STARCKX

Urban mining, landfill mining, resource efficiency: het feit dat deze terminologie de laatste jaren hip is geworden, illustreert dat Vlaanderen en België inderdaad veel bewuster hebben leren omgaan met grondstoffen, materialen en afgewerkte producten. Onze regio behoort dan ook tot de wereldtop als het om het sorteren van afval en de recyclage van grondstoffen en materialen gaat. Bewindslieden grijpen die koppositie maar wat graag aan om te tonen dat ‘we goed bezig zijn’. Dat we ‘steeds meer aan het opschuiven zijn in de richting van een inherent duurzame samenleving’, met als ankerpunt de duurzame stad. Maar als we aan de iets ambitieuzere duurzaamheidsexperts vragen of we goed bezig zijn, krijgen we een duidelijke njet. “Te veel mensen, bedrijven en overheden zijn bezig met hun eigen eilandje orde op zaken te stellen”, vertelt Peter-Paul van den Berg, directeur van Kamp C, een adviesorgaan van de Provincie Antwerpen voor particuliere bouwers en verbouwers. “Het ontbreekt vandaag aan een overkoepelende visie, aan een compleet nieuw businessmodel. Alleen een paradigmashift kan onze samenleving écht duurzaam maken.” Van den Berg haalt graag de Nederlandse hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans aan, die stelde dat ‘we niet leven in een tijdperk van veranderingen, maar in een verandering van tijdperk’. “Bij recyclage proberen we nuttige dingen uit afval te halen, zoals zeldzame aardmaterialen of energie. Niks mis mee, ware het niet dat onze ambitie veel hoger moet liggen. We moeten een paar stappen terug in het productieproces, daar waar een product op de tekentafel wordt

bedacht. Want de beste energie is de energie die je niet gebruikt.” Nadenken over de duurzame stad is tegelijkertijd een beetje filosoferen, beseft ook van den Berg. “Je moet jezelf afvragen: wat wil de mens in de 21ste eeuw? Naar mijn gevoel zijn dat vooral ervaringen, geen bezittingen. Je wilt één keer per jaar met een zeilboot gaan varen, maar je wilt niet het hele jaar met dat ding opgescheept zitten.” Dat lijkt evident voor een zeilboot, maar volgens van den Berg is dezelfde redenering ook toepasbaar op huishoudelijke apparaten. Die zouden we niet meer bezitten,

De Vlaamse overheid moet lokale besturen en private actoren methodieken aanreiken voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling Joachim Declerck

maar leasen. “Dan gaat meteen ook de levensduur van de apparaten omhoog, want de verhuurder van een wasmachine, een auto of een droogkast heeft er alle belang bij dat zijn materieel het zo lang mogelijk volhoudt.” Van den Berg is een adept van de in Nederland wonende Duitse architect Thomas Rau, die zelfs de verlichtingsinstallatie in zijn kantoor niet bezit, maar

enkel betaalt voor de ‘lichturen’ die de armaturen hem geven – de prestaties dus, zoals gestipuleerd in het contract. Op die manier ontstaat er een echte incentive om te gaan verduurzamen. “De verhuurder van de lichturen kan het vaste bedrag dat zijn klant betaalt investeren in energiezuinige verlichting. De klant is dus steeds zeker van de totale kost én de verhuurder kan een hogere opbrengst genereren met de verhuur. Het is belangrijk dat die incentive bij de verhuurder komt te liggen, want vooral hij beschikt over de mogelijkheden en middelen om tot actie over te gaan.” Incentives voor meer duurzaamheid, alllemaal goed en wel. Maar terwijl je een businessmodel nog op de schop kunt nemen, is dat uitgesloten met de bestaande ruimtelijke ordening. Joachim Declerck, directeur van Architecture Workroom Brussels, een denktank voor innovatie binnen de architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ontwikkeling, ziet Vlaanderen als één groot reconversieproject. “De traditionele ruimtelijke ordening in Vlaanderen, waarbij de overheid stimuleert dat elke burger zijn eigen paradijs realiseert, is ronduit problematisch. De gevolgen voelen we elke dag: het wegennetwerk is volledig dichtgeslibd, we krijgen het aantal verkeersslachtoffers niet substantieel naar beneden, het rioleringsstelsel behoort tot het meest complexe en duurste ter wereld en steeds meer grote, afgelegen villa’s raken niet meer verkocht.” Volgens de architect moet het roer absoluut om. Tegelijk roept hij stedenbouwkundige planners die een duurzame stad in Vlaanderen

willen zien verschijnen, op om ook de pragmatische weg naar die toekomst te ontwerpen. Declerck: “Vlaanderen is nu eenmaal geen compacte stad: we wonen en werken zowel in als tussen de vele grote en kleine steden en dorpen – overal dus. Een toekomstbeeld van een perfect compacte stad vooropstellen werkt niet.” Declerck raadt aan dat

De beste energie is de energie die je niet gebruikt Peter-Paul van den Berg

we de bestaande situatie dus best als uitgangspunt aanvaarden, en vervolgens samen met de overheid en de private actoren manieren ontwikkelen om de toekomstige ontwikkeling radicaal in de richting van meer duurzaamheid te sturen. De verduurzaming van het verspreid bebouwde Vlaanderen moeten we volgens Declerck niet zien als repressief beleid, maar als een enorme bouwopgave. Het bouwen is in zijn visie niet langer gericht op verdere consumptie van open ruimte, wel op de herontwikkeling van wat er in het verleden is gebouwd. “Iedereen in Vlaanderen is het erover eens dat de ruimtelijke ordening in Vlaanderen anders moet. Toch gaat het gewoon door.” Declerck vindt het schrijnend dat er daarbovenop ook nog eens een verdere decentralisatie van de bevoegdheden op het vlak van ruimtelijk ordening aan de gang is. “En die keer je niet zomaar om.” Gemeenten worden dus geacht

te weten wat goed voor hen is, en krijgen steeds meer zeggenschap over de inrichting van nieuwe verkavelingen, industriegebieden en overstromingszones. Declerck ziet in die decentralisatietrend een nieuwe taak weggelegd voor de Vlaamse overheid. “Misschien moet die het expertisecentrum worden dat de lokale besturen en private actoren methodieken aanreikt om de lokale dynamiek in te zetten voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling.” Een exemplarisch voorbeeld van hoe het wél moet, is volgens Declerck het pilootwoonproject Middenheide in Beveren. “De bedoeling hier is een stedelijk woonproject te realiseren met behoud van de landschappelijke kwaliteit, als alternatief voor het klassiek Vlaamse verkavelingsmodel van huisje, tuintje, boompje.” Middenheide is een gedurfd concept, want er ligt een overstromingsgebied in dit gebied, namelijk dat van de Beverse beek. “De gronden van het overstromingsgebied zijn allemaal in privéhanden, en natuurlijk hopen de grondeigenaren dat ze daar iets kunnen bouwen.” Het consortium achter het pilootproject heeft daar echter iets op gevonden. Met ingenieuze vastgoedtechnieken ontwierp het een methodiek die de eigenaars kan overtuigen om hun bouwrechten te ruilen. De eigenaars worden gecompenseerd door de bouw van meer woningen buiten de beekvallei toe te laten. Declerck: “Zo krijg je compacter wonen rond een krachtig stuk landschap, waar ruimte is voor water in tijden van overstromingen. Die aanpak is misschien pragmatisch, maar ze brengt ons wel dichter in de buurt van het ideaal van de duurzame stad.” Dichter bij de toekomst dus.


ADVERTORIAL

“Uit zuiveringsslib kan struviet gewonnen worden, een vorm van fosfor.”

M

et behulp van miljarden micro-organismen verwijdert het Vlaamse waterzuiveringsbedrijf Aquafin de belangrijkste nutriënten zoals stikstof en fosfor uit het huishoudelijk afvalwater. Op die manier wordt vandaag ruim 80% van het Vlaamse rioolwater gezuiverd en is de kwaliteit van het oppervlaktewater aan een opmerkelijke opmars bezig. Pure milieutechniek dus.

Energie Bij Aquafin gaan ze echter nog verder en bouwen ze een rioolwaterzuiveringsinstallatie om tot een heuse recyclagefabriek. Afvalwater en het overtollige zuiveringsslib zijn bijvoorbeeld een bron van hernieuwbare energie. De warmte uit het afvalwater wordt via warmtepompen hergebruikt om de dienstgebouwen te verwarmen. Het grootste potentieel voor groene stroom zit echter vervat in het zuiveringsslib, het ‘overschot’ aan microorganismen dat tijdens het zuiveringsproces is ontstaan. Door het slib te vergisten, reduceert Aquafin het volume en dus ook het aantal nodige vrachttransporten. Tegelijk ontstaat tijdens het gistingsproces biogas, dat met een elektromotor wordt omgezet in groene stroom. In 2014 produceerde Aquafin op die manier 11,3 miljoen kWh, genoeg om meer dan 3.200 gezinnen een jaar lang van energie te voorzien.

Hergebruik van grondstoffen Zuiveringsslib bevat relatief veel mineralen en is daardoor interessant voor de cementindustrie, als grondstof en als brandstof. Dus qua afzet van gedroogd zuiveringsslib gaat er niets verloren. Toch ziet Aquafin hier nog meer potentieel in wat betreft het herwinnen van grondstoffen. Vandaag wordt bijvoorbeeld in een pilootinstallatie in Leuven struviet gewonnen, een vorm van fosfor. Wereldwijd stevenen we door het uitputten van de voorraden fosfaaterts af op een fosfortekort. Struviet uit zuiveringsslib is een van de mogelijke oplossingen. Een ander voorbeeld is cellulose, dat massaal wordt doorgespoeld in de vorm van toiletpapier. Aquafin test momenteel de mogelijkheden voor het terugwinnen van deze grondstof. Ook het winnen van biokool of bioplastics behoort tot de mogelijkheden die Aquafin verder onderzoekt. Maar het grootste potentieel voor hergebruik zit misschien wel in het water zelf, dat kan hergebruikt worden als proceswater, koelwater of zelfs irrigatiewater voor de gewassenteelt. Aquafin wil duidelijk meer doen dan enkel de waterkwaliteit van onze beken en rivieren verbeteren en behandelt afvalwater volgens zijn ware aard: een bron van energie en grondstoffen. Milieutechniek dubbelop!

Meer info: www. aquafin.be


8 Profielinterview Annemie Turtelboom

Energie is een zeer boeiend gegeven Haar vorige bevoegdheid, Justitie, was regelmatig goed voor een mediarel. Maar of nieuwbakken Vlaams minister van Energie, Annemie Turtelboom, het nu gemakkelijker gaat krijgen op haar nieuwe departement, is allerminst zeker. Zelf gaat ze er alvast met volle moed tegenaan. TEKST FREDERIC PETITJEAN BEELD NICO VAN DAM

Energie is te duur, wordt te veel gesubsidieerd, raakt stilaan op… Meningen over energie zijn er genoeg, maar af en toe moeten er ook knopen over doorgehakt worden. In de Vlaamse regering is die taak weggelegd voor Annemie Turtelboom (Open VLD). Nadat ze bekend (sommigen zullen zeggen: berucht) werd als minister van Binnenlandse Zaken en daarna Justitie, mag ze nu de bakens gaan uitzetten over onze energievoorziening. “Wat we niet willen, is duidelijk. We moeten nu stilaan kijken naar wat we dan wel willen.” Hoe bevalt uw nieuwe departement u? “Super, echt waar (lacht). Na 6,5 jaar veiligheidsdepartementen was ik wel toe aan iets anders, een mens moet zichzelf een beetje scherp houden. Maar energie is sowieso een zeer boeiend gegeven. Het is een complex departement, een huis met veel kamers, met heel veel verschillende belangen en inzetten, maar het is ook een sector die volop in transitie is en dat maakt het spannend.” Wat zijn die transities dan? “We komen van een centrale productie waarin nucleaire en fossiele brandstoffen een hoofdrol speelden, en nog spelen natuurlijk, en dat evolueert naar een meer decentrale productie met hernieuwbare bronnen. Op dit ogenblik weet je in grote mate je energie-installaties staan. Daar staan

zoveel kerncentrales, daar staan zoveel gascentrales en die leveren zoveel vermogen. Binnenkort gaan we naar een wereld waar iedereen voor een stukje producent zal worden. Energie was tot nog toe iets van de grote boys. Over enkele jaren speelt ook de kleine man mee, al was het maar omdat hij bijvoorbeeld via crowdfunding een windmolen hielp financieren.” Hoe zal zich dat uiten in uw beleid de komende jaren? “Wel, we zijn nu al een hele tijd aan het praten over wat we niet willen. We willen geen nieuwe kerncentrales meer,

Energie is een sector die volop in beweging is en dat maakt het spannend we willen liefst ook geen windmolen in onze achtertuin en we willen geen steenkoolcentrales meer, want die stoten te veel CO2 uit. Wat we niet willen, is dus duidelijk. Ik denk dat we nu stilaan gaan moeten kijken naar wat we dan wel willen. En vooral ook: hoeveel zal ons dat kosten? En dat zal ongetwijfeld met turbulenties gepaard gaan (lacht).”

We zullen nieuwe technologieën moeten gaan aanwenden. “Absoluut, en daar beweegt heel veel. We weten nog niet precies wat gaat werken, maar er zit van alles aan te komen. Ik geef twee voorbeelden: diepe geothermie, waarbij je warmte uit diepe aardlagen haalt. Dat is iets wat ik met heel veel aandacht volg. Dat was lange tijd niets meer dan een droom, maar je ziet nu stilaan dat het werkelijkheid aan het worden is. In Duitsland zijn ze er mee aan het experimenteren, bij ons is het VITO (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, red.) het aan het bekijken. Dat is dus echt dichterbij aan het komen. Of neem de opslagcapaciteit van batterijen. Als we daar de komende jaren vooruitgang kunnen boeken… Dat gaat de hele visie op energie en mobiliteit op z’n kop zetten.” We zullen in eerste instantie toch vooral op zonne- en windenergie moeten inzetten, niet? “Zeker, en we zullen daar ook nog een tandje moeten bijsteken. Met zonne-energie hebben we wel een zekere mate van oversubsidiëring gehad en als je dat, geheel terecht, dan afbouwt, schreeuwt de markt dat het niet meer rendabel is. Wat natuurlijk niet klopt. Als ik moet kiezen tussen het installeren van zonnepanelen of mijn geld op een spaarboekje zetten met een rente van 1 procent, dan weet ik het wel. Vanaf dit voorjaar wil ik dus zonne-energie

‘Energie was tot nu iets van de grote boys, binnenkort speelt o

ADVERTORIAL

Overtollige groene stroom opslaan dankzij waterelektrolyse: ‘Power-to-Gas’

Door het toenemende gewicht van wind- en zonneenergie, en hun variabele aard, zullen we met piekoverschotten komen te zitten die niet kunnen worden benut in de vorm van elektrische energie. Zo gaat er steeds meer gratis elektriciteit verloren. Er is dus een methode nodig om een deel daarvan om te zetten naar chemische energie en in te zetten in de transportsector, de industrie en de warmtesector. Filip Smeets van het beursgenoteerde Hydrogenics legt uit hoe dit kan via waterelektrolyse. “Via elektrolyse kunnen we het overschot aan groene stroomelektronen omzetten in waterstof voor de groene chemie. Die groene waterstof bevat nog steeds 70% van de energie-inhoud van de oorspronkelijke groene stroom. Dit concept

Hydrogenics_Edit.indd 2

bestond nog niet, maar wordt in de toekomst erg interessant wanneer er meer wordt geïnvesteerd in wind- en zonne-energie om CO2 emissies te verminderen.”

een energie infrastructuur met een tijds- en locatieonafhankelijke koppeling van vraag en aanbod. De Europese Unie én Vlaanderen zijn uiteraard erg geïnteresseerd in dit idee om met

voeren, dat in het teken staat van duurzaamheid, onafhankelijkheid en competitiviteit”, zegt Smeets. “Meer dan de helft van de Europese energie wordt geïmporteerd. Zo worden regimes met grote

“Vergelijkbaar met wat het internet betekende voor communicatie moeten we komen tot

wind en zon al deze sectoren te vergroenen. Het zal hen helpen om hun energiebeleid uit te

reserves aan fossiele brandstoffen gefinancierd voor meer dan 1 miljard Euro per dag. Deze fondsen kunnen we beter aanwenden om onze energie infrastructuur hernieuwbaar te maken. Door nu te investeren in het ontwikkelen van een Power-to-Gas cluster kan Vlaanderen andere regio’s alvast een stap voor zijn, waardoor we technologie zullen kunnen exporteren i.p.v. importeren”, besluit Smeets.

19/01/15 10:56


9 3 vragen aan...

Als ik moet kiezen tussen het installeren van zonnepanelen of mijn geld op een spaarboekje zetten met een rente van 1 procent, dan weet ik het wel opnieuw sterk gaan stimuleren, zonder het te oversubsidiëren. Door bijvoorbeeld organisaties of bewegingen te sensibiliseren rond groepsaankopen, want zoiets werkt wel degelijk, bewijzen genoeg voorbeelden uit het verleden.” De nieuwe technologieën zijn ook heel erg welkom, want we hebben dit jaar blijkbaar nogal dicht bij een black-out gestaan. “Tja, dat is natuurlijk een gevolg van vroegere politieke beslissingen. Als je zeven kerncentrales hebt en die staan in voor 55 procent van je stroomproductie en op een bepaald moment liggen er vier stil, dan heb je een probleem uiteraard.”

ook de kleine man mee’

Het subsidiëren van bijvoorbeeld dak- en wandisolatie is sinds kort ook een gewestelijke bevoegdheid. Welke veranderingen zijn daar doorgevoerd? “Ja, dat is de energielening die door de zesde staatshervorming nu bij ons zit. De vorige, federale energieleningen waren zwaar onderbenut en amper gekend en het was ook een hele administratieve klus om ze te krijgen. We hebben die nu dus een stuk eenvoudiger gemaakt en sinds 1 januari hebben er 308 mensen een lening afgesloten voor net geen 7.000 euro. Als we aan dat tempo doorgaan, zal er van onderbenutting geen sprake meer zijn.”

Hebt u wel of geen aardgas? Bespaar nu op uw energiefactuur!

Hoe moet de staat zelf het goede voorbeeld geven? Aan het overheidspatrimonium valt ook wel een en ander te verbeteren, kan ik me voorstellen. “We hebben op dit moment een jaarlijkse energiefactuur van rond de 700 miljoen euro. Dat is eigenlijk te veel, zeker bij de huidige budgettaire situatie. Er zijn al verschillende projecten om dat naar beneden te krijgen, maar dat gaat nog te traag. Een van de manieren om daar snelheid in te krijgen, is de derdepartijfinanciering, een formule die we trouwens ook voor bedrijven en KMO’s op gang willen trekken. Dat wil zeggen dat een derde partij de investering in energiebesparende middelen op zich neemt en die investering terugwint met het budget dat wordt uitgespaard door de toegenomen energie-efficiëntie. Door dat hele model te standaardiseren en het format vast te leggen, moet het vertrouwen groeien. Want we zien dat nogal wat banken in Vlaanderen wantrouwig staan tegen het financieren van die derde partijen zelf.”

Smart Facts Als Annemie Turtelboom niet in de politiek was terechtgekomen, dan was ze? “Misschien toch iets in het bedrijfsleven gaan doen dan. Gewoon omdat ik dat nog nooit gedaan heb.”

John Barbier Industry & Environment-beurs Welke uitdagingen zijn er op het vlak van milieutechnieken? “De toegang tot grondstoffen, water en energie wordt steeds minder vanzelfsprekend. Bedrijven ondernemen slimmer om te groeien naar een groene en ook circulaire economie. Onder meer de processen in het gebruik van water worden herbekeken. Verder zijn veel bedrijven bezig met ecodesign waarbij al in de ontwerpfase van een product wordt geprobeerd om in de productie zo weinig mogelijk afval te genereren.” Wat zijn de grote trends in afvalverwerking? “In sommige industrieën ontstaan er nieuwe, duurzame businessmodellen die geënt zijn op de valorisatie van afval. Ik denk hier bijvoorbeeld aan een case van een recycler die verfafval isoleert en na bewerking opnieuw als een hoogwaardig product in de chain brengt. Dat is maar één van de vele voorbeelden.” Welke energieoplossingen zien jullie voor de industrie? “Aan de ene kant zie je de evoluties in smart grids, met open toegang tot netten waarin veel intelligentie verwerkt zit. Aan de andere kant opteren meer en meer bedrijven voor een gesloten circuit, waarin ze bijna helemaal energieneutraal zijn.”

9 De laagste marge van de markt 9 Geen tijdelijke m isleidende promoties 9 Klantgerichte se rvice

e 9 Exact hetzelfd rdgas aa s al rt fo m co ergie 9 Voordelige en 9 Duurzaam

Aardgas van Antarg az, heel het jaar door een lage prijs

Meer info? Bezoek ons op www.antargaz.be, bel ons op 0800 122 78 of mail ons op info.be@antargaz.com

tank , Propaangas in een neer u hét alternatief wan geen aardgas hebt


10 Trend Afval

Van storten naar recycleren Niet enkel de huishoudens recycleren en scheiden afval nu veel meer dan vroeger. Ook de industrie doet haar duit in het zakje. En dat is goed voor het milieu én de kassa. TEKST FREDERIC PETITJEAN

Net zoals in de rest van de wereld, is ook in België de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt al jaren aan het stijgen. Volgens cijfers van Statbel ging het in 2012 over net geen 67 miljoen ton. Ter vergelijking: in 2010 was het nog 62,5 miljoen ton. De wetgever wil die aangroei afremmen en liefst nog omkeren. De wetten rond afval en recyclage zijn de laatste jaren dan ook heel wat strenger geworden, niet alleen voor de huishoudens, maar evengoed voor de industrie. “Er zijn momenteel ongeveer achttien afvalstromen die bedrijven verplicht gescheiden moeten houden”, zegt Werner Annaert van FEBEM, de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer. “Dat zijn dan bijvoorbeeld papier, karton, glas, groenafval, elektronica, textiel en noem maar op. Voor die achttien stromen moeten ze ook een verbintenis aangaan met een afvalbedrijf om die gescheiden aan te leveren.”

aantal plaatsen waar afval vrijkomt, wordt groter en de soorten afval worden diverser. Gelukkig hebben bedrijven ook al ervaring met afval dat ze al veel langer apart moeten houden. Het chemisch en corrosief afval bijvoorbeeld, of giftig afval en slibs.” Van al het afval dat ontstaat, wordt volgens Annaert momenteel minder dan 10 procent gestort. De rest wordt gerecycleerd en verwerkt. Het kan door bedrijven bijvoorbeeld prima gebruikt worden als energiebron. Zo kan er biogas gewonnen worden uit de vergisting van biomassa of worden afvalfracties omgevormd tot pellets voor houtkachels en branders. Maar niet alle afval laat zich even gemakkelijk aanwenden. Verpakkingsafval is bijvoorbeeld

een afvalstroom die uit een heleboel verschillende componenten bestaat. De verwerking daarvan wordt in goede banen geleid door de

Recycleren is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee Johan Sneyers

VZW Val-I-Pac. Wat het bekende Fost Plus is voor de consument, is Val-I-Pac voor de bedrijven. “Wie

in België een product verpakt en op de markt brengt, is in principe ook verantwoordelijk voor de recyclage van die verpakking” zegt algemeen directeur Johan Sneyers. “Als een bedrijf dat wil, mag het die recyclageverplichting zelf organiseren, maar er zijn weinigen die zich daar aan wagen, omdat het zo’n intensief en complex proces is.” Een bedrijf dat met honderden of duizenden leveranciers moet gaan overleggen over hoe gebruikte verpakkingen terug moeten komen, staat immers voor een bijna onmogelijke taak. Om dat toch mogelijk te maken, zorgt Val-I-Pac voor een collectieve regeling: verschillende bedrijven uit diverse sectoren doen een beroep op de vereniging om aan hun afvalverplichtingen te voldoen.

De manier waarop een bedrijf met zijn afval omgaat, heeft trouwens niet alleen een impact op het milieu, ook voor de bottom line is het goed om de groene gedachte te onderschrijven. “Dat klopt”, zegt Sneyers. “Recycleren is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Om te mogen verbranden of storten moeten bedrijven een bepaalde milieuheffing betalen. Hoe beter er gerecycleerd wordt, hoe minder dat nodig is en hoe kleiner dat bedrag dus is. Bovendien zijn het opgehaalde papier, hout of kunststof ook nog iets waard.” Een onderneming die dat goed begrepen heeft, is bijvoorbeeld Umicore. Het bedrijf specialiseert zich in het winnen van edelmetalen zoals goud en zilver uit afgedankte elektronica. De hoeveelheid edelmetalen in dit soort afval ligt gemiddeld hoger dan wat er in erts uit mijnen zit. De notie dat bedrijven wel degelijk een impact hebben op hun leefomgeving en dat daar bewust mee moet worden omgegaan, is volgens Annaert ondertussen bij veel bedrijfsleiders doorgedrongen. Op een goede manier met afval omgaan en zoveel mogelijk recycleren, zijn de laatste jaren dan ook meer en meer gangbare praktijken geworden. Al blijven er nog uitdagingen. “Je moet bijvoorbeeld zorgen dat je je personeel mee hebt, zodat het materiaal dat vrijkomt, al aan de bron zo zuiver mogelijk kan gehouden worden.” Als afval te gecontamineerd is, wordt het immers te duur om nog te recycleren. “Ik noem dat de Wet van Behoud van Ellende”, lacht Annaert. “Als je begint met ellende, eindig je ook met ellende of anders kost het veel geld om van je ellende weer af te komen.”

Sommige van die afvalsoorten mogen samen in dezelfde container verzameld worden, papier en PMD bijvoorbeeld. Voorwaarde is dan wel dat ze mekaar niet verontreinigen en dat ze nadien weer gemakkelijk te scheiden zijn. Desondanks is het verzamelen en recycleren van afval er niet eenvoudiger op geworden. Annaert: “De hoeveelheden stijgen nog in sommige sectoren, het

Preventie en beheer van verpakkingsafval

UW VERPAKKINGEN, UW VERANTWOORDELIJKHEID Verpakt u producten? Importeert u verpakte producten? Brengt u serviceverpakkingen op de markt? Dan bent u waarschijnlijk verpakkingsverantwoordelijke en hebt u wettelijke verplichtingen voor de verpakkingen die u op de Belgische markt brengt. U moet onder meer 80% van alle verpakkingen die u op de Belgische markt hebt gebracht, recycleren. U kunt hiervoor eventueel beroep doen op een erkend organisme.

© amanti.be

Voor informatie, contacteer de bevoegde overheidsdienst, de Interregionale Verpakkingscommissie.

IVCIE adv 255x120mm.indd 1

Kunstlaan 10-11 - 1210 Brussel • Tel.: +32 (0)2 209 03 60 • Fax: +32 (0)2 209 03 98 info@ivcie.be • www.ivcie.be

4-2-2015 09:55:37


ADVERTORIAL

WKK: Meer met minder Na zuiver hernieuwbare energie, is warmte-krachtkoppeling of WKK de meest duurzame wijze om in onze energienoden te voorzien. WKK levert op een kostenefficiënte manier een belangrijke besparing aan primaire energie en dat is van groot belang voor het behalen van de 2020-doelstellingen. Wat heeft dit energetisch proces nog allemaal te bieden? Efficiënt en duurzaam De energiebehoefte van een bedrijf of gebouw bestaat klassiek uit warmte en elektriciteit. Meestal worden deze gescheiden geproduceerd, waarbij belangrijke verliezen optreden. WKK biedt hiervoor een oplossing. Het principe van WKK is eenvoudig: warmte en elektriciteit worden gelijktijdig opgewekt in eenzelfde installatie. Bij stroomproductie komt namelijk ook altijd warmte vrij en in een WKK wordt deze nuttig gebruikt voor tal van toepassingen: sanitair warm water, proceswarmte, verwarming, injectie in warmtenetten. Dit resulteert in een

brandstofbesparing van 20% ten opzichte van de klassieke gescheiden stroom- en warmteproductie. Door het beter benutten van de aanwezige energie is er ook een fikse lagere uitstoot van CO2 en andere schadelijke stoffen (roet, NOx , SO2 , CO,...).

Sinds 1882 Voor het grote publiek is WKK nog relatief nieuw. Nochtans dateert de gelijktijdige productie van elektriciteit en nuttige warmte al van het prille begin van de elektrische revolutie. Het was Thomas Edison die in 1882 in “Pearl Street Station”, ’s werelds eerste commerciële elektriciteitscentrale, voor het eerst gebruik maakte van een WKK. De warmte werd toen reeds gebruikt om via een warmtenet de nabijgelegen gebouwen te verwarmen.

Tal van toepassingen WKK wordt al decennia lang met succes toegepast in een waaier aan sectoren (industrie, glastuinbouw, ziekenhuizen …). Met de opkomst van de micro-WKK is er eigenlijk voor quasi elke warmtevraag een geschikt vermogen te vinden en dus zien wij de laatste jaren dat WKK steeds meer toepassingen kent, in onder meer KMO’s,

hotels, sporthallen, woon- en zorgcentra, studentenhomes en wellnesscentra. Wanneer men het vermogen van de WKK dimensioneert op de basiswarmteen elektriciteitsvraag, zal deze ruim voldoende draaiuren halen en naast een korte terugverdientijd ook een belangrijke milieuwinst genereren. Een WKK vormt daarom een economisch en ecologisch interessante investering, die men ofwel zelf draagt, ofwel via een derde partij laat verlopen die de investering recupereert via de gerealiseerde besparingen. Daarenboven vormt een WKK in vele gevallen een ideale aanvulling op andere duurzame energie-technologieën.

Voorspelbaar, stabiel, stuurbaar Er was de laatste tijd ook heel wat commotie rond de elektriciteitsvoorziening en mogelijke blackouts. De Vlaamse WKKinstallaties vormden ook deze winterperiode echter weer een betrouwbare én duurzame bron van stroom. In Vlaanderen staat liefst 2.030 MW elektrisch vermogen aan WKK-installaties opgesteld, ongeveer het vermogen van Doel 3 en Doel 4 samen. Zij dekken 20% van de totale elektriciteitsbehoefte en

spelen daarmee een belangrijke rol in het verminderen van de risico’s op een blackout. Nog belangrijker is dat dankzij WKK een primaire-energiebesparing van ongeveer 10.000 GWh wordt gerealiseerd. Dat komt overeen met die van een gemiddelde provincie met enkel nog passiefhuizen.

WKK in 2050 Ook in een energiesysteem met hernieuwbare energie zal WKK een belangrijke rol blijven spelen. Zelfs wanneer de brandstof hernieuwbaar is (biomassa, bio-gas, syngas via power-2gas,...), moet deze zo efficiënt mogelijk ingezet worden. Daarnaast zijn er nog de op een brandstofcel gebaseerde WKK’s, die meer elektriciteit en minder warmte genereren dan de klassiekere WKK-technologieën en die bijgevolg geschikter zijn voor BENgebouwen. Ten slotte biedt WKK dankzij haar stuurbaarheid een ideale en duurzame aanvulling wanneer bijvoorbeeld zon en wind niet beschikbaar zijn.

Meer informatie: www.cogenvlaanderen.be


12 Expertpanel Alternatieven

Hernieuwbaar versus nucleair België zit voor haar energievoorziening in een impasse. Door de geplande kernuitstap moeten er alternatieven op tafel komen, maar het aandeel van hernieuwbare bronnen in de energiemix blijft vooralsnog beperkt. “De combinatie van kernenergie en meer hernieuwbare energie dreigt flexibele gascentrales weg te duwen. Op lange termijn is dit niet houdbaar.” TEKST SENNE STARCKX

ALEX POLFLIET

JOHAN ALBRECHT

JAN VANDEPUTTE

CEO van Zero Emissions Solutions

Professor economie (Universiteit Gent) en senior fellow aan het Itinera Institute

Energie-expert bij Greenpeace België

De federale regering lijkt te morrelen aan de timing van de kernuitstap. Heeft kernenergie dan toch nog een toekomst in België?

“Nieuwe centrales zijn zeker niet rendabel – een van de weinige zaken waar de nucleofielen en nucleofoben het trouwens over eens zijn. Wereldwijd wordt er geen enkele kerncentrale meer gebouwd zonder forse staatsgaranties. EDF, het grootste elektriciteitsbedrijf van Europa, heeft voor de bouw van de nieuwe kerncentrale in Hinkley Point van de Britse regering de garantie gekregen dat het 35 jaar lang 120 euro per geproduceerde megawattuur elektriciteit mag aanrekenen. Ter vergelijking: de duurste ondersteuning voor hernieuwbare energie in Vlaanderen bedraagt vandaag 93 euro per megawattuur, en dit voor slechts 10 jaar. Als we in België dus zouden kiezen voor nieuwe kerncentrales, moet er ook maar bij verteld worden dat de elektriciteitsprijs fors de hoogte in zal gaan.”

“Het langer open houden van de bestaande kerncentrales zal afhangen van de capaciteit van de regering om investeringen in nieuwe gas- en biomasssacentrales uit te lokken. Deze centrales hebben we absoluut nodig om de vraag te kunnen volgen met minder nucleaire capaciteit. De marktprijzen voor elektriciteit – opgepast: deze zijn niet te verwarren met de factuur van de consument – zijn echter al enkele jaren structureel te laag om nieuwe investeringen in betrouwbare capaciteit uit te lokken, zodat de regering tijdelijk met capaciteitsvergoedingen moet werken. In het marktklimaat van vandaag kan een nieuwe kerncentrale, net zoals een nieuwe gascentrale, echter nooit rendabel zijn.”

“Onze grote afhankelijkheid van kernenergie in België leidt nu tot een acute bedreiging van onze bevoorradingszekerheid. Vandaar dat we dringend deze afhankelijkheid moeten verminderen, door de progressieve sluiting van kernreactoren. Helaas rommelt de regering maar wat aan, wat niet kan verhinderen dat kerncentrales toch regelmatig ongepland stilliggen of moeten sluiten vanwege risico’s. Dit betekent de facto het einde van kernenergie als betrouwbare bron. Voorts zijn nieuwe kerncentrales onbetaalbaar en het oplappen van de oude om hun levensduur te verlengen kost ook steeds meer. Wat we nu meemaken zijn de stuiptrekkingen van een stervende en falende industrie.”

Kunnen kernenergie en hernieuwbare energie niet naast elkaar bestaan?

“Dat is niet evident. Kerncentrales produceren constant eenzelfde grote hoeveelheid stroom. Maar de vraag naar stroom is helemaal niet constant. Zo is er ’s nachts, tijdens vakanties en tijdens het weekend véél minder vraag naar stroom dan tijdens werkdagen. Het is onmogelijk om een kerncentrale stil te leggen tijdens het weekend. Als het op verbruiksluwe momenten waait of de zon schijnt, dan hebben we teveel stroom en dalen de prijzen naar nul of gaan zelfs negatief. Dat laatste betekent dat er betaald wordt om toch maar stroom te verbruiken. Daardoor worden flexibele gascentrales uit de markt geduwd. En het zijn net die flexibele centrales die een goede aanvulling bij hernieuwbare energie zijn.”

“Een goed energiesysteem moet altijd diverse technologieën combineren. Hernieuwbare energie kan zeker bestaan naast kernenergie. Een land heef altijd een continue base-load capaciteit nodig en hiervoor is kernenergie in principe zeer geschikt. De combinatie van kernenergie en meer hernieuwbare energie dreigt wel de flexibele gascentrales weg te duwen uit de krimpende markt van vandaag. Op lange termijn is dit niet houdbaar, want gascentrales zijn nodig als back-up voor de vele momenten zonder wind of zon. Bij de combinatie van technologieën mag de algemene systeemefficiëntie nooit uit het oog verloren worden.”

“Door het conflict tussen variabele hernieuwbare bronnen (zoals zonne- en windenergie) met inflexibele kerncentrales ontstaan regelmatig overschotten, waardoor windturbines en/of zonnecentrales moeten stilgelegd worden, wat tot zeer grote economische verliezen leidt. Dit fenomeen zien we vandaag al volop in Duitsland, waar nog te veel bruinkool- en kerncentrales staan.”

Als we kernenergie en hernieuwbare energie zuiver op basis van hun broeikasuitstoot beoordelen, wat leren we dan?

“Wat de nucleaire lobby ook mag beweren: geen enkele energieproductievorm is CO2-neutraal. Ook bij de bouw en het transport van windturbines en zonnepanelen komt er CO2 vrij, al is die in respectievelijk 2 tot 4 jaar gecompenseerd. Indien je rekening houdt met de bouw en de ontmanteling van een centrale, de ontginning en transport van uranium, het transport en de behandeling van het kernafval, dan kom je aan een uitstoot van 60 gram per kilowattuur. Het valt trouwens op dat bepaalde nucleaire operatoren makkelijk schermen met het CO2-argument, maar tegelijk de erg veel uitstotende steenkoolcentrales blijven exploiteren.”

“Vanuit levenscyclusperspectief is windenergie het meest efficiënt met een uitstoot van ongeveer 15 gram CO2 per kilowattuur. Kernenergie heeft over de volledige levenscyclus een CO2-uitstoot van ongeveer 50 à 60 gram, wat aanzienlijk beter is dan deze van zonnecellen of van biomassa (respectievelijk 90 en 110 gram, red.). Een gascentrale heeft een uitstoot van 470 gram over de levenscyclus en een steenkoolcentrale maar liefst 1000 gram.”

“In onze energiescenario’s bekijken we het hele energiesysteem, waar het elektrische systeem dus maar een onderdeel van is. Daarbij moeten we ons realiseren dat energiebronnen zoals inflexibele kernenergie proberen te doen samenwerken met variabele, hernieuwbare energie niet alleen tot hogere kosten leidt, maar ook tot hogere energieverliezen en uiteindelijk tot een hogere uitstoot. Kernenergie produceert enkel elektriciteit, en dus gaat de warmte in alle kerncentrales verloren via koelwater en koeltorens. Warmtekrachtkoppeling kan hier dus niet toegepast worden, en dus veronderstelt een kerncentrale in een energiesysteem dus dat naast de productie van elektriciteit er ook aparte productie is van warmte met een bijkomende uitstoot als gevolg.”

Monitoring en Onderhoud van Industriële PV Systemen

Doorlichting en performantie meting van bestaande installaties Optimalisatie en verhuizen van bestaande installaties Continue Monitoring 7/7 interventiedienst Preventief en correctief onderhoud Meer dan 100 industriële referenties / 45 MWp

WWW.EOLUZ.BE

Dimensionering en installatie van nieuwe PV-systemen


ADVERTORIAL

Energie om te groeien In een wereld waarin energie uit fossiele brandstoffen steeds schaarser wordt, terwijl de energiebehoefte blijft toenemen, is ecologisch denken en ondernemen niet langer een luxe maar een dringende noodzaak. Energie is immers de basis van onze economie.

energievoorziening op het niveau van de kmo en het landbouwbedrijf.

Door de toenemende schaarste zullen duurzame en hernieuwbare energiebronnen de komende jaren steeds belangrijker worden. De vooruitziende ondernemer kijkt nu al uit naar oplossingen.

eigen energie en wordt op die manier een stuk minder afhankelijk van energieleveranciers. Een windturbine is daarnaast ook een eyecatcher voor de omgeving en een aantrekkelijk statement van de moderne bedrijfsleider die resoluut de kaart van duurzaam ondernemen trekt.

Windenergie kan hierin een belangrijke bijdrage leveren. Wind is tenslotte een onuitputtelijke energiebron waarbij geen schadelijke afvalstoffen of uitlaatgassen vrijkomen. Vriendelijk voor het milieu én goed voor onze economie.

NeoWind NeoWind bvba is gespecialiseerd in het realiseren van middelgrote windturbine projecten, waarbij het zowel de rol van projectontwikkelaar als van hoofdaannemer voor de effectieve bouw van de windturbines op zich neemt. Ons team bestaat uit nationale en internationale experts die actief zijn in uiteenlopende gebieden binnen de sector van windenergie.

Het is een langetermijninvestering die een hoog rendement oplevert en zekerheid biedt in tijden van steeds stijgende electriciteitsprijzen. U produceert als bedrijf immers uw

Zaakvoerder Ir. Geert Vermijlen : “Gezien de tiphoogte van de turbines tussen de 55 en 70 m bedraagt, is de impact op de omgeving veel kleiner dan bij grote windturbines. Tegelijk is de windsnelheid op die hoogte meer dan voldoende om dergelijke projecten rendabel te laten zijn. Bovendien is het vergunningstraject veel eenvoudiger dan bij grote windturbines. De nadruk ligt hierbij echt op plaatselijke productie en verbruik, wat eigenlijk de essentie zou moeten zijn van decentrale energieproductie. Dit in tegenstelling tot grote windparken ingeplant langsheen autosnelwegen waar vrijwel geen lokale afname is.”

Niet klein, niet groot

Realisatie van een windproject

Middelgrote windturbines zijn op dit moment nog niet echt ingeburgerd in België. Nochtans zijn ze een uitgelezen oplossing voor een duurzame en onafhankelijke

De realisatie van een windturbineproject verloopt in verschillende fasen : de haalbaarheidsstudie, vergunningsaanvraag en netstudie en tenslotte de bouw

en inbedrijfstelling van de turbine. Dit volledige traject is in handen van NeoWind, waardoor een goed projectbeheer kan gegarandeerd worden. Zaakvoerder Ir. Geert Vermijlen: “Door onze unieke aanpak via het optimaliseren van technische oplossingen met gunstige financieringsmogelijkheden, zijn middelgrote windturbines niet alleen een uiterst duurzame investering op bedrijfsniveau, maar bieden ze tegelijk ook interessante returns op financieel vlak.”

Financieringsmogelijkheden Naast rechtstreekse financiering door de eindklant, kunnen projecten ook gefinancierd worden via onze energiecoöperatie of desgewenst via crowdfunding. Ook dit is een dienst die NeoWind aanbiedt aan zijn klanten.

Potentieel in Vlaanderen Windenergie vormt een belangrijk aandeel van de hernieuwbare energiebronnen in Vlaanderen. De vraag naar duurzame oplossingen is sterk stijgend, wat niet verwonderlijk is gezien het grote potentieel dat in Vlaanderen aanwezig is voor windenergie. Op dit moment finaliseert NeoWind een project in het Waasland en zijn er verschillende andere projecten in uiteenlopende fasen van ontwikkeling.

Actie ! Onderneem duurzaam, investeer in groene energie !

neowind.be Neowind_Kn_DblSubl_Edit.indd 2

20/02/2015 14:25

ADVERTORIAL

PERSLUCHT SNEL EN MAKKELIJK TRANSPORTEREN MET AIRNET VAN ATLAS COPCO Perslucht op verschillende plaatsen in het productieproces krijgen, hoeft geen ingewikkelde of dure zaak te zijn. Het AIRnet-systeem van Atlas Copco brengt in een handomdraai daar perslucht naartoe waar u het nodig heeft. Een mooie energie- (en dus kostenbesparing) krijgt u er gratis bovenop. AIRnet is een leidingsysteem dat ontwikkeld werd door Atlas Copco, de wereldwijde leider in compressortechnologie. “De grootste voordelen zijn de snelheid en eenvoud van installatie, het gebruik van non-corrosieve materialen en de lichtheid van aluminiumbuizen”, zegt energy consultant Mike Wijchers van Atlas Copco. “De meeste leidingsystemen zijn van gegalvaniseerd staal. Kenmerkend aan dit materiaal is het ruwe oppervlak aan de binnenkant van de leiding en de beperkte weerstand tegen corrosie. Op termijn krijg je sowieso lekken door het aanwezige vocht in de perslucht.” Om een idee te geven: één lek van 2mm bij 7 bar kost een bedrijf ongeveer 1.500 euro per jaar, zegt Wijchers. Het zijn bedragen waar je met AIRnet alvast niet meer van hoeft wakker te liggen. “Lekken zijn met AIRnet uitgesloten. Door de gladde aluminium binnenwand van de leiding zal eveneens de drukval aanzienlijk verminderd worden.”

We zien vaak dat bedrijven de compressordruk te hoog instellen om die drukvallen te compenseren. Dat kost natuurlijk veel nutteloze energie en dus geld. Elke bar druk die je lager kan gaan, zal je energiefactuur zowat 6 tot 7% inkrimpen. Dat scheelt een slok op de borrel.” Het netwerk is ook onmiddellijk herkenbaar door de kleur van de buizen: blauw (voor perslucht) en groen (voor stikstof).

Push and fit Bij de plaatsing van een AIRnet-leiding zijn geen speciale gereedschappen nodig, legt Isabelle Derom uit. “Je koppelt de buizen bijna als een Legosysteem aan mekaar”, zegt ze. “Er moet niet gelijmd of gelast worden. AIRnet laat zich 70 tot 80% sneller installeren dan conventionele systemen. Dat kan ook perfect gebeuren tijdens de productie, de site

hoeft dus niet stilgelegd te worden. Er is ook geen maximale afstand die je beperkt. Natuurlijk zal je de installatie zo kort mogelijk proberen te houden, maar ze gaat letterlijk zo ver je wilt.”

en gaat probleemloos tot 16 bar, zegt Wijchers. “In ongeveer alle sectoren kan het systeem ingezet worden.”

Ringleiding

Het systeem is erg flexibel en laat zich op elke bestaande compressor aansluiten, of die nu van Atlas Copco is of niet. Wilt u een bestaand systeem uitbreiden? In functie van de noden kan u zonder problemen extra aftakkingen plaatsen door een gat te boren in de buis en de nieuwe aftakking te plaatsen. En AIRnet transporteert niet alleen perslucht, maar ook, indien gewenst, stikstof en kan tevens ingezet worden voor vacuümtoepassingen.

Om die zogenaamde drukverliezen zo laag mogelijk te houden, raadt Atlas Copco overigens ook aan om met een ringleiding te werken indien dat mogelijk is. Een ringleiding is vaak het hoofdskelet van een netwerk. “Bij een gewone, rechte leiding kunnen de drukverschillen na een bepaalde afstand al significant zijn”, waarschuwt Wijchers. “Als je de ring mooi rond maakt wordt de belasting van het leidingnetwerk verdeeld en zijn die verliezen verwaarloosbaar.”

Probleemloos tot 16 bar

Alle onderdelen van AIRnet hebben overigens een garantie van 10 jaar en de buizen en koppelingen kunnen probleemloos opnieuw gebruikt worden als de installatie ergens anders moet worden opgebouwd.

AIRnet is bij uitstek geschikt voor veel voorkomende toepassingen van 7 à 8 bar

Voor meer informatie: Atlas Copco Belgium nv Brusselsesteenweg 346 B-3090 OVERIJSE Tel: +32 2 689 06 26 E-mail: bga.service@be.atlascopco.com of surf naar www.airnet-system.com

Een bijkomend voordeel zijn de bijzonder kleine drukvallen die bij AIRnet optreden, aldus Isabelle Derom, sales en marketing verantwoordelijke voor AIRnet. “De naadloze verbindingen en de lage weerstand van aluminium dragen daar toe bij.

AtlasCopco_Kn_DblSubl_Edit.indd 1

17/02/15 15:31


14 Chronicle Koen Vanthournout

De netbeheerder kan de meetgegevens van de slimme meters gebruiken om zijn net efficiënter uit te baten

Het elektriciteitsnet van morgen Ons elektriciteitssysteem verandert aan hoog tempo. Slimme netten of smart grids - de informatisering van dat systeem - zijn een belangrijk technisch antwoord op de daarmee gepaard gaande uitdagingen. TEKST KOEN VANTHOURNOUT, ONDERZOEKER ENERGYVILLE

O

ns elektriciteitssysteem ondergaat enkele zeer grote veranderingen: we hebben steeds minder klassieke, grote regelbare productiecentrales, en steeds meer kleinschalige, geografisch verspreide, hernieuwbare productie-installaties. En hoewel we nog maar aan het begin staan, worden ook verwarming en transport steeds meer elektrisch.

Het technische antwoord op die veranderingen zijn smart grids, of slimme energienetten: de verregaande informatisering van ons elektriciteitssysteem. Die informatisering vindt plaats zowel binnen in de netten, als erbuiten. De netbeheerders rollen aan hoog tempo meet- en controleapparatuur in onze netten uit, zodat ze efficiënter uitgebaat kunnen worden. Langs de gebruikerskant worden steeds meer initiatieven genomen om die gebruiker gedetailleerd inzicht te geven in zijn energieverbruik, wat de consument toelaat zijn verbruik te verlagen.

Een stap verder is het verbruik automatisch aanpassen in functie van de zon- en windproductie. In tegenstelling tot de klassieke centrales, wordt die productie immers volledig bepaald door de weersomstandigheden. ‘Actieve vraagsturing’ heet deze technologie. In de industrie is de uitrol van deze actieve vraagsturing volop bezig. Voor de residentiële eindgebruiker worden de eerste voorzichtige stapjes gezet en is de ontwikkeling van apparatuur die het verbruik automatisch kan aanpassen zonder dat het comfort daarbij inboet, volop bezig. Slimme meters kunnen hier een belangrijke rol in spelen: ze zijn letterlijk de informatiepoort tussen het elektriciteitsnet en de gebruiker. De netbeheerder kan de meetgegevens van de slimme meters gebruiken om zijn net efficiënter uit te baten; een gebruiker kan maar inzicht in zijn verbruik krijgen mits gedetailleerde metingen. En die laatste zijn ook zeker nodig als we van actieve vraagsturing een realiteit willen maken. Niet meten wat we verbruiken of opwekken is het equivalent van blind rijden. Smart grid-technologie laat ons toe om het net beter te beheren, om ons verbruik te laten dalen, en om productie uit dure vervuilende centrales te vermijden. Een lagere factuur én schonere energie dus. ■

ADVERTORIAL

INNOVATIE IN DE BOUWSECTOR In het kader van Horizon2020 en de

residentiële gebouwen in België is voor bijna

ontwerpen of te renoveren die minder energie

EU doelstellingen voor 2050 om de

80% verantwoordelijk voor deze emissies.

en grondstoffen verbruiken een duwtje in de

klimaatopwarming tegen te gaan, speelt innovatie een cruciale rol. De broeikas-emissies van gebouwen in België liggen heel wat hoger

Het gaat hier voor een groot deel over oudere gebouwen die een individuele aanpak vergen om een energiezuinig en tegelijk gezond

rug krijgt.

dan in de ons omringde landen. Dit blijkt uit een studie van McKinsey en heeft o.a. ook te maken met het verouderde patrimonium in ons

binnenklimaat te creëren. Daarvoor hebben we nood aan heel wat innovatieve ondernemers om deze taak op vrij korte termijn tot een

off van haar vernieuwde werking aan de stakeholders uit de bouwsector. Tijdens 4 cleantechcafé’s krijgen ondernemers de kans

land. Er is dus binnen de Europese context nog heel wat ruimte tot verbetering en zeker nood

goed eind te brengen. Het is dan ook logisch dat de Provincie Antwerpen de bouwsector

hun innovatief product voor te stellen. De beste projecten worden beloond met een

aan een inhaalmaneuver.

als een van de speerpunt-economieën heeft gekozen en de bedrijven door middel van

provinciale innovatievoucher van Kamp C, met een maximumwaarde van € 20.000.

Kamp C, centrum duurzaam bouwen en wonen van de Provincie Antwerpen, is Cleantechantenne voor de bouwsector. Vandaar dat we

onderzoekvouchers wil stimuleren om hun innovatieve oplossing versneld en succesvol in de markt te brengen.”

continu op zoek zijn naar innovaties . “In een gebouw komen heel wat thema’s samen”, licht

De provinciale innovatievoucher is ontstaan uit de samenwerking tussen Kamp C,

Angela Hardt, Cleantech verantwoordelijke van Kamp C toe. “Alle innovaties op gebied van materialen, energie, ruimte en water komen samen in een gebouw. Het totaal aantal

provincie Antwerpen en de KMO-werking van VITO. Bedoeling is dat elk bedrijf dat een vernieuwend idee, concept, systeem, materiaal heeft ontwikkeld dat toelaat gebouwen te

Op 17 februari organiseerde Kamp C de Kick


ADVERTORIAL

Proefproject EDF Luminus in stadsgebouw Gent

ENERGIE ANDERS BEKIJKEN In 2050 zal 75% van de wereldbevolking in een stedelijke omgeving wonen. EDF is ervan overtuigd dat de klassieke manier om met energie om te gaan moet herbekeken worden en dat er nieuwe en duurzame oplossingen aangeboden moeten worden aan de burgers. In België ontwikkelt EDF Luminus een innovatiestrategie en gaat de uitdagingen aan op vlak van energie, economie en milieu. EDF Luminus legt de nadruk op nieuwe technologieën voor de productie van elektriciteit, energieefficiëntie, de sociale impact van projecten en de invloed ervan op het milieu. Hiervoor zetten de Groep EDF en EDF Luminus in 2012 een eerste belangrijke stap met de eerste samenwerkingsovereenkomst rond duurzame steden met de provincie Luik. Dit om expertise te delen en concrete duurzame en innovatieve projecten uit te werken op vlak van energieprestatie, elektrische mobiliteit en ‘smart grids’. De groep EDF, wereldleider in elektriciteit en belangrijkste elektriciteitsproducent in Europa, investeert jaarlijks 500 miljoen euro in R&D. Eén van de belangrijkste prioriteiten hierbij blijven duurzame steden. PARTNERS VAN SMART CITY GENT Op 9 december 2014 tekende de stad Gent een samenwerkingsovereenkomst met de groep EDF en EDF Luminus. De stad Gent heeft uitgesproken ambities op het gebied van energie-efficiëntie en klimaatbeleid. De stad wil klimaatneutraal worden tegen 2050 en zet actieve en doordachte stappen op dit transitiepad. De modernisering van de stadsverwarming draagt bij aan de ecologische doelstellingen van Gent. EDF Luminus investeerde in 2014 5 miljoen euro in de modernisering van de stadsverwarming van Gent, de grootste van het

land met een netwerk van meer dan 22 km. 2 WKK motoren van elk 2,5 MW worden in gebruik genomen. Warmtekrachtkoppeling (WKK) of cogeneratie is een technologie waarbij warmte en mechanische energie tegelijkertijd worden opgewekt. Deze nieuwe gasgestookte motoren zetten deze mechanische energie om in elektriciteit. De restwarmte die daarbij vrijkomt en de warmte van de rookgassen worden gebruikt om het stadsverwarmingsnet te voeden. Hierdoor realiseert EDF Luminus voor zijn klanten een besparing in CO2 uitstoot van meer dan 35% vergeleken met de klassieke verwarming op aardgas. Daarnaast garandeert het bedrijf een competitieve prijs en een hoger comfort voor de klant. Tevens wordt bekeken hoe slimme warmte- en koudenetten van de 4de generatie een oplossing kunnen zijn voor de energievraagstukken. HET GOEDE VOORBEELD GEVEN De stad Gent investeert op het vlak van energie efficientie in haar eigen gebouwen. Onderhoudsbudget en nieuwbouwbudget worden ingezet om het eigen energieverbruik met 15% te doen dalen tegen 2019 ten opzichte van het referentiejaar 2013. Schepen Martine De Regge, bevoegde schepen voor Facility Management stemt haar beleid hier dan op af: strenge energienormen voor stadsgebouwen, de passiefbouw voor nieuwe stadsgebouwen waar dat haalbaar is, en streefdoel passiefbouw of energiezuinig bij grondige renovatie van stadsgebouwen. Er komen tevens middelen vrij om te investeren in energiebesparende ingrepen bij de bestaande stadsgebouwen. “METEN IS WETEN” SMART METERING PILOOT IN AC ZUID In het kader van de ontwikkeling van een CO2 neutrale stad Gent werd een gezamenlijk pilootproject opge-

start. AC Zuid (Administratief Centrum) werd volledig voorzien van meters, sub meters en sondes om de diverse energiestromen in beeld te brengen. De gemeten data wordt dan gevisualiseerd en via web interface ter beschikking gesteld aan de Stad Gent die zo een real-time overzicht krijgt van de energieprestaties van zijn gebouwen. Stap voor stap worden de stromen geanalyseerd en wordt in samenspraak onderzocht hoe en waar kan, en dient, te worden bijgestuurd. De complexe samenhang van alle stromen, en dus de invloed van elke individuele stroom op het geheel, vergt de nodige expertise die EDF aan de stad levert. Door een beter inzicht in de energiehuishouding van het betreffende gebouw kan de Stad Gent de mogelijkheden op het vlak van energiebesparing analyseren en de oplossing definiëren, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de site. OVER EDF LUMINUS Belangrijkste challenger, elektriciteits-producent en energieleverancier op de Belgische markt, EDF Luminus, maakt deel uit van de groep EDF. Met een geïnstalleerd vermogen van 1.884 MW eind 2014, vertegenwoordigt EDF Luminus ongeveer 10% van de Belgische productiecapaciteit in elektriciteit. EDF Luminus is een historisch groene energieproducent en beschikt over elektriciteitscentrales op aardgas, windmolenparken en waterkrachtcentrales op verschillende sites in Vlaanderen en Wallonië. Daarnaast bezit EDF Luminus ook enkele participaties in nucleaire installaties. Onder het merk Luminus verkoopt het bedrijf elektriciteit en gas aan meer dan 1,7 miljoen particuliere en zakelijke klanten, goed voor een commercieel marktaandeel van ruim 20%. EDF Luminus is ook actief op de nationale en internationale energiemarkten als aan- en verkoper van gas en elektriciteit. Het bedrijf telt ongeveer 900 medewerkers.

www.edfluminus.be

www.gent.be


Klaar... Start... Vuur !

PROF IT U NIE EE R N U V K A VAN 1 E ACTIE, G N DEZE E t.e.m MA ART 20 LDIG . 30 A 1 PRIL 5 2015

De Dietrich Innovens (MCA) Condenserende gaswandketel

Nu gratis Diematic iSystem modulerende kamerthermostaat

Bij uw De Dietrich gaswand- of stookolie ketel*

153

twv

De Dietrich Modulens O (AFC) Condenserende Stookolie vloerketel > Een gamma voor iedere toepassing > Economisch en ecologisch > Compleet, flexibel en intelligent > Warmwater comfort op maat > Maximum aan prestaties in een minimaal volume

> INNOVEREND : hightech, groot lcd-scherm > INTUÏTIEF : duidelijk display en menu > INTELLIGENT : uitgebreide functies en mogelijkheden > INTERACTIEF : Complete integratie in uw domotica Dankzij de condensatietechniek verwarmt u meer, met minder energie. Deze techniek recupereert warmte uit waterdamp die aanwezig is in de rookgassen. Voeg hierbij de Diematic regeling toe die de werking van de verwarmingsketel perfect aanpast aan uw behoeften, en een modulerende gasbrander die de voordelen van het condensatie-effect versterkt en tegelijkertijd een minimale uitstoot garandeert... en u bekomt een uitzonderlijke verwarmingsketel: Zowel een referentie voor de meest innovatieve verwarmingstechnologieën als een garantie voor warm water in overvloed.

*Actievoorwaarden

ZONNESYSTEMEN HOUT WARMTEPOMPEN CONDENSATIE OLIE/GAS

Actie enkel geldig op condenserende gaswandketel Innovens MCA (Van Marcke actieref. 538670 tot 538681) en condenserende stookolie vloerketel Modulens O (Van Marcke actieref. 502463 tot 502471). Promotie geldig van 01/03/2015 tot en met 31/05/2015, mits gebruik van actiereferentie en aankoop via Van Marcke. Niet geldig op werfmodellen. Niet cumuleerbaar met andere acties.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.